donderdag 30 september 2010

Les vêpres Siciliennes in het Muziektheater

Er was al veel geknord door critici en bezoekers. De 'Grand Opera' waarmee de Nederlandse Opera het seizoen begon, was niet erg grande. De regisseur had de schandelijke ingeving gehad -zo vonden de criticasters- de ouverture naar het einde van de eerste acte te verplaatsen en er was gemor over de enscenering.
Met wat aangepaste, lage verwachtingen zaten we afgelopen woensdag in de zaal aan de Amstel. Twee van ons kwamen vaker bij de opera en een was helemaal nieuw. We hoopten dat de vuurdoop een beetje zou bevallen.
De eerste acte begon en het viel inderdaad niet mee. Het leek erop of de regisseur zijn decor aan de moderne dans had ontleend (nogal kaal&schraal) en de mise-en-scène aan modern toneel (ook nogal kaal&schraal). Het tempo lag laag en de emotie van het verhaal kwam nauwelijks de zaal binnen. Centraal staat in deze fase van het verhaal de ontdekking van de revolutionaire Siciliaan Henri dat de zo gehate Franse gouverneur Guy de Montfort zijn vader is. Die scènes waren buitengewoon nietszeggend en maakten nauwelijks indruk. Gouverneur de Montfort, een rol van Alejandro Marco-Buhrmester was redelijk geloofwaardig. Met zijn tegenspeler, tenor Burkhard Fritz, hadden we het minder getroffen. Geen jonge, stoere militair met wapperende donkere haren in wiens gitzwarte ogen de passie en strijd te lezen waren, maar een nogal corpulente zanger die tot overmaat van ramp gekleed leek door Clockhouse by C&A. Nou hoeft het niet allemaal Marc Jacobs by Marc Jacobs te zijn op het toneel maar dit was een ander, treurigmakend uiterste.
Hier en daar zag je de Grande opera wel terug in de massascènes met de Sicilianen aan de ene kant en de Franse bezetters aan de andere. Het orkest speelde fraai en met de zang zat het ook goed. De Nederlandse sopraan Barbara Haveman, die op een laat moment de rol van Hélène had overgenomen, deed dat met veel kwaliteit en overtuigingskracht.
Het was eigenlijk helemaal niet zo'n raar idee om de ouverture niet vooraan te zetten maar na de eerste acte. Op het brandscherm verscheen een projectie die verwees naar de jeugd van de hoofdfiguren van het verhaal. Het orkest kreeg daarmee wat meer aandacht voor de muziek van de ouverture, die ook nogal eens los wordt uitgevoerd in concertprogramma's omdat hij erg mooi is.
Terwijl het verhaal zich ontwikkelde, in de richting van een huwelijk tussen de soldaat en de gravin/hertogin, werd het allemaal beter.
Na de pauze zag Henri er beter uit, in pak. Natuurlijk is dat een idioot detail, maar het telt wél.
Het tempo werd wat hoger en ik raakte meer in het verhaal. Het drama kwam tot een climax in de slotscène, met het einde van de gouverneur.
In de trein naar huis dachten we aan gemiddeld een 7, met wat mij betreft de nuancering van een 7- voor deel 1 en 7,5 voor deel twee.
Maar een veelbelovende opening van het nieuwe seizoen van DNO, dat konden we er niet echt in zien.

____________________________
29 september 2010
Het Muziektheater Amsterdam
Les vêpres siciliennes
Giuseppe Verdi

woensdag 22 september 2010

Bachfestival Dordrecht - De tranen van Bach

Het Bachfestival is een behoorlijk succes aan het worden, zo lijkt het. Ik maakte totnutoe volle en doorgaans ook uitverkochte avonden mee met Calefax, De Holland Baroque Society en het Amsterdam Baroque Orchestra. En vergeet de rappers niet. Bladerend door de programmabrochure ontdek ik nog heel veel meer dingen die me interesant lijken. Maar er moest gekozen worden. Halverwege het festival is het alweer mijn laatste avond in Dordrecht. De double bill vanavond bestaat uit orgelmuziek en muziektheater.
Het orgel-deel wordt verzorgd door iemand die je op zijn vakgebied gerust een wereldster kan noemem: Gustav Leonhardt. Hij behoort tot de eerste generatie van musici die naar een meer authentieke uitvoeringspraktijk zochten voor muziek uit de Barok en later. [Nokiapic (C)ois]
Inmiddels 82, maar nog werkend en spelend, zoals vanavond op het Bach-orgel van de Grote Kerk. Hij was indertijd adviseur bij de bouw.
De wereldster speelt in regenjas in de wat kille ruimte. Het is mooi, maar mijn liefde voor het orgel wordt niet echt groter. En hij was al zo klein.
Een pauze, en toen was het tijd voor de 'Tranen van Bach'.
In 'De tranen van Bach' zien we niet de componist, de musicus, de man die conflicten had met de kerkenraad en met de kerkbezoekers van zijn Mattheus Passion, die tot hun horreur opera dachten te horen in de gewijde muziek. We zien Bach als echtgenoot van twee vrouwen en vader van twintig kinderen, waarvan velen niet oud werden. Die minder bekende kant van de componist is uitgangspunt van de indringende voorstelling van Muziektheater Hollands Diep, met regisseur Cilia Hogerzeil.

Net als in recente producties van Hogerzeil – de opera’s De Waterman en Bos Besik – staan moederschap, kinderen en de grote thema’s daaromheen centraal. Het minder bekende beeld van Bach als echgenoot wordt indringend ingevuld. Hij is vader, man, en ook componist, die liefdevol met een pen van licht zijn noten schrijft op perkament, maar ook op het lichaam van zijn echtgenote. Al hun kinderen hebben een naam in de voorstelling, met de vermelding van hun leeftijd, soms een dag of een maand.

Gretig is uit Bachs oeuvre geput. Zijn koralen, cantates, pianomuziek en muziek uit de Mattheus vormen de muzikale basis van de voorstelling. ‘Sind Blitze, sind Donner’ gaat nu over het verdriet van de ouders en is niet alleen religieus, net als ‘Wir setzen uns mit Tränen nieder’.

Sopraan Nienke Otten zingt en speelt beide vrouwen van Bach. Haar stem is helder en blijft dat in de galm die de locatie, de Grote Kerk van Dordrecht, in ruime hoeveelheid levert. Otten had les van Margreet Honig en Emma Kirkby en zong al in de Die Zauberflöte van de Nationale Reisopera en Opera Zuid.

Danser Hendrik Lebon, die óók kan zingen, zagen we eerder in Le nozze di Figaro van de Reisopera. Hij danst, acteert en zingt de rol van Bach, met een tikje humor en relativering.

Muziek van Bach op een accordeon? Het kan, Harry Mooten bewees het al eerder en Marieke Grotenhuis maakt op haar instrument echte Bach-muziek.

De casting is dus uitstekend. Een kleine maar uiterst poëtische voorstelling die een eigen plaats verdient in de Bach-lawine van deze week in Dordrecht.
[Recensie voor Place de l'Opera]
__________________________________
Dordrecht 21 - 9 - 2010
Bachfestival
Gustav Leonhardt - orgelrecital
'De Tranen van Bach' - Hollands Diep

dinsdag 21 september 2010

Bachfestival Dordrecht: Amsterdam Baroque Orchestra

Van de kleinschalige muziek van Calefax in Villa Augustus naar de grote Barok van het ABO was maar een minuut of 10 fietsen. Ook bij dit concert stonden er rappers buiten, die nu wat minder detoneerden. De M.C.'s, waaronder K.Y.ness en Pathologic hadden geestige rapteksten en omdat de rij om binnen te komen lang was en langzaam bewoog, kregen ze meer aandacht. [Nokiapic (C)ois]
De Antoniuskerk was vol, zo vol dat het niet makkelijk was een fatsoenlijke plek te vinden. Ik eindigde met half zicht op het orkest en het koor, maar helaas vielen de solisten buiten beeld. Jammer, want ik hoor en zie Johanette Zomer heel graag zingen.
Het was niet heel vernieuwend, we hoorden een degelijke Koopman die het ding deed waar hij uitmuntend in is: Bach tot leven brengen. Een serieus Bachfestival kan niet zonder het ABO.[Nokiapic (C)ois]

__________________________________________________
Amsterdam Baroque Orchestra & Choir o.l.v. Ton Koopman
Johannette Zomer, sopraan; Jörg Dürmüller, tenor, Thomas Laske, bas
zondag 19 september 2010
Antoniuskerk
Cantates Herr Jesu Christ, wahr’ Mensch und Gott, BWV 127, Wachet auf, ruft uns die Stimme, BWV 140, Herz und Mund und Tat und Leben, BWV 147

maandag 20 september 2010

Bachfestival Dordrecht: Calefax

Calefax is een club van oudere jongens, die voetballen, autosleutelen of parapenten. Maar dat is niet wat hen bindt. Dat is de muziek. Oprichter Raaf Hekkema bedacht het idee, om met 5 blazers muziek te gaan maken. Extra bijzonder omdat er geen muziek bestond voor deze formatie. Je moest als blazer dus ook kunnen arrangeren, transponeren, bewerken. En als je dat eenmaal kan, is de muzikale sky the limit. Dan speel je zonder blozen de muziek van Bach's Wohltemperiertes Klavier, gemaakt voor fortepiano maar bewerkt naar 5 blazers.[Nokiapic (C)ois]
Het programma in het Bachfestival dat het Calefax Rietkwintet had samengesteld bestond uit Bach, maar ook uit muziek van componisten die de oude meester uit Leipzig bewonderden, zoals Sjostakovitsj en Hindemith.
De locatie, de Limonaia van Villa Augsutus, aan de rand van Dordrecht, was heel geschikt en zat bomvol. De heren speelden met plezier en grote vaardigheid, de variatie was ruim, het gezelschap aangenaam en zo werd de zondagmiddag een prima onderdeel van het - nu al succesvolle - Bachfestival.
______________________________
Calefax Rietkwintet
19 september, 16.00 uur
Villa Augustus
Dordrecht
Bach (Wohltemperiertes Klavier)
Hindemith (Ludus tonalis)
Sjostakovitsj (Préludes op.87)

Musica Sacra Maastricht

In Maastricht gebeurde in de jaren dat ik er woonde, niet zo gek veel op cultuurgebied. Maar er is veel veranderd. Er was altijd wel veel locale cultuur en volkscultuur, zoals de Nachraove en zangeres Beppie Kraft, een echte ster van het Limburgse lied. Ik mag voor Limburgers die ik tegenkom nog graag de vlammende teksten over de liefde citeren die La Kraft zong in onvergetelijke chansons als 'Diech bis mét goud neet te betaole'.
Maar verder zaten veel mensen toch voooral aan de bar in de vele café's te klagen dat er zo weinig gebeurde in de stad. Núuts get te dóon in Mestreech.
Verlichte geesten hebben 17 jaar geleden bedacht dat Maastricht toe was aan een festival met religieuze muziek in brede zin. Zo ontstond 'Musica Sacra', en dat festival bloeit als nooit tevoren. Mijn herinneringen bestaan vooral uit de ijle zang van de Tallis Scholars in de Onze-Lieve-Vrouwenbasiliek, hypermoderne muziek van het LSO in één van die foeilelijke kerken in de nieuwbouwring rond het centrum en het tijdloze geluid van het Hilliard Ensemble dat de Servaasbasiliek vulde.
Musica sacra heeft zich verbreed, er is film en dans en toneel en het zou me niet verbazen als men inmiddels ook religieus Twittert, maar voor mij zijn de hoogtepunten toch altjd die vocale en soms instrumentale pogingen om met muziek de tijd even stil te zetten. [thema Musica Sacra 2010: Devotie]
Dit jaar zat er vanwege de agenda niet meer in dan een duik van één avond met twee concerten in het festival. Het is een bijna gewaagd idee om de derde symfonie van Gorecki te programmeren. Hoewel 'Devotie' het thema is dit jaar en de muziek uit Polen daar goed bij past, is Gorecki toch vooral de maker van de klassieke 'hit'. Een paar jaar geleden vlogen de cd's met de Derde, met zang van Dawn Upshaw, de winkels uit.
De uitvoering van het Limburgs Symfonie Okrest was met sopraan Iwona Sobotka. Het orkest klonk goed, de zangeres bleef een uur lang zeer geconcentreerd en liet haar stem mooi meebewegen met de klankkleur van het orkest. Mooie muziek.

Capilla Flamenca, de vier heren uit Vlaanderen, samen met de dames-uitbreiding van hun ensemble, Psallentes, heb ik al vaak gehoord in Antwepen bij Laus Polyphoniae. Ze waren er de laatste jaren elke editie bij. Leuk om het gezelschap nu eens in de Maastrichtse Onze-Lieve-Vrouwekerk te horen. Ijle zang in muziek van Ghiselin en Obrecht, die in de bijna nachtelijke ambiance van de kerk heel mooi tot zijn recht kwam.
__________________________________________
17 september 2010
20.00 Theater aan het Vrijthof Maastricht
Michał Dworzyński dirigent
Iwona Sobotka sopraan
Henryk Mikołaj Górecki Symfonie van Klaagliederen


23.00 Onze Lieve Vrouwebasiliek
Capilla Flamenca - Psallentes
Johannes Ghiselin / Jacob Obrecht

zondag 19 september 2010

Bachfestival Dordrecht: Holland Baroque Society

Dordrecht had het nog niet en heeft het nu wel: een echt Festival. Het eerste Bachfestival speelt zich af in de kerken en hofjes van de stad aan het water. De programmering is breed, het is veel meer dan alleen wat voorspelbare Bach-dingen met cantates en Wohltemperierte klavieren.
Het gaat véél verder. Voor de ingang van de Grote Kerk, waar gisteravond op een van de eerste festivaldagen de Holland Baroque Society concerteerde, stond een klein podium waar erg veel geluid vandaan kwam. Drie rappers deden er hun best met een dj. Jonge, donkere jongens, wier aanwezigheid daar voor de kerk me niet helemaal duidelijk werd. Alsof de oneindige brainstorm van de Paul de Leeuw-redactie door het festival had gewaaid en daar ideeën had achtergelaten die op papier leuker zijn dan in werkelijkheid.
Snel naar binnen, waar de Mariakapel, in feite een zijbeuk, was ingericht voor het concert.
Het thema was 'De Bruiloft'. Als aankleding voor het optreden van de HBS zong het Pauni Trio voor en na de barokmuziek liederen uit Bulgarije. Het Pauni Trio doet qua geluid denken aan 'Le Mystere des voix Bulgares'. Ook zo lelijk.
Vergeleken met het optreden van de Baroque Society in Utrecht onlangs, was de bezetting klein: 3 violen, cello en contrabas, orgel en hobo. De zussen Judith en Tineke Steenbrink, die de harde kern vormen van de HBS, brachten maar enkele collega's mee, naast sopraan Stefanie True en traverso-speler Jed Wentz.
Een paar Bach-cantates rond het thema 'bruiloft', de Bulgaarse liederen en een werk voor traverso van Telemann. Dat sprong er uit, zeker toen tegen het einde solist en strijkers leken op te stijgen. Een flitsend einde van een virtuoos stuk.
De kleine bezetting maakte de muziek heel transparant en dat is bij Bach interessant en geeft meer toegang tot de kern van de muziek, de thema's en de interpretatie van de musici.Stefanie True, ze leek me nog erg jong, studeerde bij grote namen als Jill Feldman en Michael Chance. Haar vocalen waren trefzeker, heel erg zoals dat volgens mij bij Bach moet klinken en met ruimte voor echte voordracht. De verwachtingen zijn hoog gespannen en dat lijkt me als ik haar hoorde zingen niet onrealistisch.

_________________________________
Holland Baroque Society & Pauni Trio
zaterdag 18 september
20.00 uur
Grote Kerk, Mariakapel
Dordrecht

zaterdag 18 september 2010

Welke Michiel? Welke Hein?

Ruben, dus, Ruben Hein. Lijkt alsof-ie er ineens is, maar hij was er al. Als begeleider van Hans Teeuwen de zanger, speelde bij Pete Philly & Perquisite. Stond reeds op North Sea Jazz maar dan nog wel in de tent buiten, waar iedereen langsloopt op weg naar de tickets. Was onlangs even in DWDD en dan besta je pas echt. Deed op de gang bij Michiel (welke Michiel?) Veenstra zijn single en daarvan staat hieronder het filmpje. Single heeft een ongekend hoog lekkere-liedjes-gehalte.
Wordt aanbevolen door dit Klog en dat komt maar héél zelden voor. Album bij -jawel- Blue Note komt in november.

zaterdag 11 september 2010

Gergiev Festival 2010: Het slot met 'Auferstehung'

Het zijn fraaie zinnen in de tekst van Mahler's Tweede symfonie:
Was entstanden ist, das must vergehen!
Was vergangen, auferstehen!
Hör auf, zu beben!
Bereite dich! Bereite dich, zu leben!


Aan het eind van een ruime week Gergiev Festival, dat onder het thema 'Resurrection-a story of Rotterdam' de verbinding maakte met de geschiedenis van Rotterdam, de verwoesting van de stad in 1940 en de wederopbouw, was er Mahler.
Een onderdeel van het programma draaide al eerder deze week om Mahler, toen Gergiev zelf Mahler 8 met het Mariinsky Orkest dirigeerde. Op een prikbord in de hal van de Doelen las ik de recensie van dat concert in de Telegraaf. De recensent veegde de vloer aan met Gergiev, die zijn gebrek aan affiniteit met Mahler overduidelijk had gedemonstreerd, vond de journalist. [foto Marco Borggreve]
Gergiev's opvolger, Yannick Nézet-Séguin, leidde het Philharmonisch in dit grote werk. Lang, en groot, alleen al in de bezetting. Voor het laatste deel bestond het koor uit 80 leden, en op het podium zat zo'n mens of 60 aan musici. Mahler schreef het grootste deel van dit werk in de zomer van 1893, in zijn 'Komponierhäuschen' dat hij in de tuin van zijn buiten in Steinbach liet bouwen. Eenmaal klaar was het nog wel een klus om aandacht te krijgen voor zijn werk. In december 1895 gaat de hele symfonie in premiere in Berlijn. Het is zo moeilijk de zaal vol te krijgen dat men de kaarten gratis op straat uitdeelt. De kritiek was gereserveerd, het publiek enthousiast.
'Auferstehung', zo heet het en zo klinkt het. Van een dodenmars in het eerste deel tot de apocalyps van het einde. Voor dat verhaal gebruikt Mahler alles wat het orkest kan bieden, van een triangel tot bulderende contrabassen, heldere sopranen en een soms bijna angstaanjagend koor.
Dirigent Yannick, die met Bach ooit begon, die Ravel naar de klassieke toptien dirigeerde en die triomfeerde met Puccini in Amsterdam, dóók bijna op deze symfonie. Zijn accent leek meer te liggen op tempo en het leggen van heldere lijnen dan op klankkleur. Het bleef voortdurend nodig je aandacht erbij te houden, er gebeurt van alles op het podium en als het Mahler beter uitkomt laat hij de hoorns off-stage spelen voor het effect.
Details die er toe doen, ze komen vaker voor in deze kolommen. Ditmaal was het de inbreng van het koor, dat bijna onopvallend zich mengt in de muziek. Het werkte extra doordat het koor niet ging staan maar zittend, bijna als verrassing, zijn partij inzette.
Mahler zal wel niet voorzien hebben, al componerend in zijn 'Komponierhäuschen', dat al een kleine eeuw alle grote dirigenten hun eigen 'Mahler-cyclus' uitvoeren en opnemen, en liefst niet één maar meerdere. Tegenwoordig geldt de serie die Chailly met het KCO voor Decca maakte als de norm.
De kenners moeten maar uitmaken of Yannick als 35-jarige toe is aan Mahler, en of hij er wat van maakte. Ik vond het mooi, en had voor deze keer geen enkele moeite met de staande ovatie die meteen na het slotaccoord (iets te snel) door de zaal donderde, een echt Mahler-applaus voor een Mahler symfonie.

vrijdag 10 september 2010

Gergiev Festival 2010: de verrassing

Het was een verrassende middag, afgelopen zondag in de Jurriaanse zaal van de Doelen. In het brede en ruime aanbod van het Gergiev Festival was het concert dat als thema 'Tabula Rasa' meekreeg interessant. Moderne klassieke muziek, met 3 werken die varieerden in leeftijd van 70 jaar oud (het 'Concerto Funebre' van Hartmann uit 1939), 33 jaar (Arvo Pärt's Tabula rasa uit 1977) en nog geen 1 jaar, het nagelnieuwe 'Ruin/Resurgence' van Florian Magnus Maier, dat voor het eerst werd uitgevoerd.
Met modern klassiek dreig er soms een te groot piep/knor-gehalte, waardoor ik als luisteraar de greep op zo'n werk verlies en afhaak. Zullen veel mensen wel hebben.
De muziek die het strijkersensemble van het Rotterdams Philharmonisch, 440Hz Strings Rotterdam, met de solisten liet horen, was modern, maar zo ongelofelijk spannend dat het een warm pleidooi werd voor modern repertoire.
De foto in het programma was veelzeggend, een foto van Rotterdam na het bombardement van mei 1940. Vooral de muziek van Pärt, die leegte verklankt die een nieuw begin inluidt, maakte indruk. Zelden zo'n spannend einde gehoord. De solisten, viool en alt viool speelden steeds langzamer en steeds kortere frases, tot cello en contrabas het overnamen. Miniem geluid, maar geluid, en pas nadat dat geluid was weggestorven, was het werk echt ten einde. Op laatst vergeet je bijna te ademen, zo gespannen wordt het luisteren bij zulke muziek.

Het International Filmfestival Rotterdam in de zomer


Leuk idee van het IFFR: een openluchtbioscoop midden op het Doelenplein om, zoals directeur Rutger Wolfson het zei, 'het culturele seizoen af te trappen en de intensieve voorbereidingsperiode van het komende festival te markeren'. Zijn openingswoorden op deze filmavond in de buitenlucht lukten iets beter dan een kort interview dat hij probeerde te houden met de acteurs en regisseur Nikola Ležaic, die blij en trots was met zijn Nederlandse première.
[Nokiapic (C)ois]
De vragen aan hoofdrolspelers Stefan en Marko kwamen niet echt aan bij de Servische skaters die nu filmacteur waren. Knetterstoned herhaalden ze een paar keer dat de film nu maar gewoon moest beginnen. We hoorden Wolfson nog proberen het thema aan te snijden van jongeren die eigenlijk zichzelf spelen en werden bekroond met prijzen voor de beste hoofdrollen. Een vraag die wel relevant bleek bij het zien van de film 'Tilva Ros', die een in documentaire-stijl gemaakt portret van jongeren in Servie gaf.Rond een kopermijn in het stadje Bor leven jongeren, voor wie niet erg veel te doen is. De jongens verzinnen voortdurend nieuwe ideeën voor filmpjes in Jackass-stijl. Het doet vaak zeer, het vallen, meppen en piercen dat ze voor de filmpjes doen. Helemaal deugen doen de heren en een dame (ook een verhaallijn natuurlijk) niet maar het blijft toch meer schelmenroman dan gang-movie. We zien hoe een van de jongens naar de Sociale Dienst gaat, in een traject moet en leert solliciteren. Met geestig nihillisme laat hij zich niks gelegen liggen aan de pogingen hem een in het stadje niet beschikbare baan te laten vinden.
Het was verrassend dat het in een week vol regen op de IFFR Open Air-avond droog bleef en we als Tiger Friends op nette plaatsen naar een film konden kijken die dankzij geld van het Hubert Bals Fonds gemaakt kon worden. Terwijl op het Doelenplein voorbijgangers, auto's en motoren gewoon hun weg bleven vinden, zaten wij in een ongebruikelijke freeze voor het scherm.
Nog 4 maanden tot het echte, complete en vooral in-door Filmfestival in januari.

donderdag 9 september 2010

Gergiev Festival 2010: de afgang

Op papier zag het er aardig uit. Hoewel. Een barokorkest, met één danseres. Zou dat wat worden? Die keer vorig jaar dat de Akademie fur alte Musik uit Berlijn met een choreograaf samenwerkte, gaf dat een prima resultaat. Nog onlangs, in Carré, Les Arts Florissants, barokopera met dans, ook erg fraai. Dus het kon.
'Vor deinen Trohn', zo heette de productie van het Vlaamse orkest B'Rock en choreografe/danseres Claire Crozé, leerling van Anne Teresa de Keersmaeker. In het programmaboek was te lezen hoe hard ze werkte aan de choreografie.
Dansen op muziek van Bach, met stukken uit 'Die Kunst der Fuge' en 'Musikalisches Opfer', is dat te doen? Geen idee, wat we hier zagen leek erop te duiden dat het geen goed idee is.
Het orkest rammelde er ongegeneerd op los met Bach, veel strijken en weinig muziek, en de danseres danste, tot vervelens toe. Ik moest denken aan Theo en Thea. Als die ooit het thema 'moderne dans' onderhanden zouden nemen, dan zou het eruit zien zoals we hier zagen. Maar dan zou er in elk geval nog wat te lachen zijn.

zaterdag 4 september 2010

Oude Muziek Utrecht 2010: Louis Quatorze

Net terug uit Antwerpen stond Utrecht alweer op de festivalkalender. De keuzes van de makers van het Oude Muziek festival in Utrecht zijn niet altijd mijn voorkeur maar dit jaar is het helemaal in orde: de Franse Barok staat centraal.
Geen kerken dit jaar in mijn planning, die vond ik vorig jaar te lastig, met lange rijen en wiebelige stoeltjes op slechte plekken. Rigoureus gekozen voor concerten alleen in Vredenburg.

Heel veel violen bij de festivalopeningsavond
Een webcam op de Domtoren, een hispeed internetverbinding, een laptop en een beamer. Kortom, het Festival Oude Muziek kon beginnen. Dankzij de techniek konden de bezoekers van Vredenburg Leidsche Rijn meekijken en luisteren naar de traditionele opening van het festival door stadsbeiaardier Arie Abbenes. Op zijn repertoire voor de gelegenheid muziek van o.a. Lully en Couperin. Over het festivalthema kan zo geen misverstand bestaan: de Franse Barok. En als je het al niet wist, maakte de meer dan prachtige serie foto’s van Marco Borggreve het nog eens duidelijk: we gaan voor 10 dagen naar de tijd van Louis Quatorze.

Openingsavond: een rode loper voor de deur, cava voor een muntje aan de bar en een concert dat live in Nederland op radio 4 en in nog een aantal andere Europese landen te horen was.
Het orkest, Capriccio Stravagante – Les 24 Violons, was een 'remake' van Les Violons du Roy, het orkest van Jean-Baptiste Lully, uit de tijd van het Versailles van Lodewijk de Veertiende. Het deed zijn werk in het drukke hofleven van de Zonnekoning, op feesten, dansavond en bij balletten.
Leider Skip Sempé is dit jaar één van de musici 'in residence'. Er is hoogst origineel ook een instrument 'in residence'. Het Hemsch-klavecimbel, dat bekeken, beroerd en besproken wordt, is daarmee waarschijnlijk de grootste diva van het festival.
Bijzonder is dat de instrumenten waarop Capriccio Stravagante speelt zijn nagebouwd en daarmee beschikt Sempé, om een lang technisch verhaal kort te houden, nu precies over de instrumenten waarvoor componisten als Lully en Rameau hun muziek schreven. Zonder contrabassen maar met een aantal viooltussenmaten. Dat gaf een andere klank dan we nu kennen met violen, altviolen en celli.
Zou je dat horen, die nagebouwde ‘hautes-contres’, ‘tailles’ en ‘quintes’, vroeg ik me af, voor aanvang. En ja, nou en of, het was hoorbaar en voelbaar. Een warme, rijke orkestklank zonder de scherpte die het geluid van sommige authentieke orkesten kenmerkt. Indringend en met een wat melancholiek geluid.

‘Onze' Judith van Wanroij, die onlangs nog de Grachtenfestivalprijs 2010 won, werkte vocaal mee aan deze avond. Ze treedt vaker samen op met Skip Sempé maar heeft ook al een flink cv van beroemde dirigenten en belangrijke rollen in oude en nieuwe muziek. Komend voorjaar staat ze als Donna Elvira in Don Giovanni bij De Nederlandse Opera.
Ze zong een fragment uit Le Triomphe de l’Amour van Lully. Samen met Benjamin Alunni en Alain Buet deed ze een deel uit ‘La pastorale comique’. Dat deed ze helder, en met net genoeg volume om de moeilijke Vredenburgzaal over het orkestgeluid heen tot op de laatste rijen te bereiken. Het was hooguit wat kort, wat ze liet zien en horen.
Het programma bestond uit 21 stukjes van 6 componisten, ouvertures, operafragmenten, dansen, chaconnes en sarabandes. Ik vermoed dat ook die programmering in stijl was. Maar het was wat veel, het kende niet zoveel opbouw en maakte de avond net even wat minder spannend dan ik zou wensen.
Maar een festivalopening met een royaal en een 'Royale' geluid, dat was het zeker wel...


De Franse Barok over het carnaval van Venetie
Le Concert Spirituel, het barokorkest verbonden aan de opera van Montpellier, is één van die toonaangevende orkesten in Europa als het gaat om oude muziek. Leider Hervé Niquet vertelde in een radiointerview vooraf aan Maartje Stokkers van het Radio4 Festivaljournaal dat de opera 'Le carnaval de Venise' aanvankelijk gepubliceerd werd onder de naam van de broer van de componist, Joseph. De echte schrijver, André Campra, was als maitre de musique verbonden aan de Notre Dame in Parijs en het schrijven van een opera zou daarmee ernstig conflicteren.
[Niquet in gesprek met Maartje Stokkers van Radio4]
'Le carnaval de Venise' werd concertant uitgevoerd, door vooral Franse solisten én door onze Nederlandse sopraan Judith van Wanroij. Door een stom toeval kwam ik in de foyer voor het concert de ouders van de sopraan tegen, die kritisch reageerden op mijn recensie van het concert waar hun dochter aan bijdroeg j.l. vrijdag. Die staat hierboven en is in een bewerking te lezen op de site van 'Place de l' opera'. De vraag was hoe mijn opmerking over het volume van de zangeres bedoeld was. Ik kon ze geruststellen, ik verwees slechts naar de lastige akoustiek van Vredenburg, waar meer vocalisten last van krijgen als het orkest te hard speelt. De ouders waren zo aardig me na het concert nog even aan hun dochter voor te stellen.
Hervé Niquet, die voor hij dirigent werd o.a. ook danser was, liet zien dat zo'n verleden tot een hele interessante dirigeerstijl kan leiden. 'Zwierig', dat was wel het woord van de avond en met die zwierige, Franse stijl namen dirigent, orkest en solisten ons mee naar Venetie.
Zo bedeesd als dirigent Niquet was bij het interview voor radio4, zo uitbundig stond hij voor zijn orkest. Met een bijna frivool 'bravo' in de richting van zijn strijkers en blazers sloot hij de eerste acte af.
Enthousiast publiek voor een mooie avond muziek. Oude muziek, zeggen we nu maar ooit, in 1699, was het nieuwe muziek. Té nieuw, want het Parijse publiek, wispelturig, verwend en grillig, vond het allemaal te avant-gardistisch en reageerde negatief. Wij, als het publiek in Vredenburg, waren zo vrij het daar niet mee eens te zijn...

vrijdag 3 september 2010

Gergiev Festival 2010: de opening

Terwijl ik deze woorden typ zal ze nog wel in de auto zitten. Denk niet dat ze zelf rijdt. Morgen moet ze weer vroeg aan het werk, koffie zetten, de koekjes van Holtkamp op een schaaltje doen. Politici ontvangen voor gesprekken en consultaties. Er zijn leukere manieren om je zaterdag door te brengen.
Op tv praten ze nu over haar, de twee christelijke talkshow-hosts vragen hun gasten wat ze haar zouden adviseren, maar zoals dat hoort willen ze eerst met Haar praten en pas dan met de pers.
Ik voorspel dat ze morgen nog wijzere dingen gaat zeggen dan normaal. Ze zal met nog meer relativering naar al die opgewonden standjes uit de politiek luisteren. Ik denk dat haar keuzes verstandiger zijn, en vooral barmhartiger.
Barmhartig, dat woord drong zich op bij het beleven van de opening van het 17e Gergiev Festival in de Doelen vanavond.Het Rotterdams Philharmonisch is wellicht niet het beste orkest ter wereld, die titel schijnt te gelden voor het orkest uit die andere grote stad, nog voorbij Den Haag en Leiden. Handig zijn ze wel bij het Philharmonisch. In het zoeken van een bestuursvoorzitter met veel invloed -Sylvia Toth-, en in het aantrekken van goede dirigenten, ooit Valerie Gergiev en tegenwoordig Yannick Nézet-Séguin.
Gergiev is al een aantal jaar weg uit Rotterdam maar het publiek houdt nog van hem. Ieder jaar keert hij nog terug om te spelen op zijn eigen festival.
Dit jaar heeft dat als thema 'Wederopstanding', gekoppeld aan het bombardement in mei 1940, een keerpunt in de historie van Rotterdam. Zoals gebruikelijk is het thema breed uitgewerkt in een grote hoeveelheid originele en verrassende concerten en voorstellingen.
Het openingsconcert bestond uit muziek van Russische componisten. Het Philharmonisch onder Gergiev speelde voor de pauze het celloconcert nr. 1 van Tisjtjenko, die wel als de opvolger van de grote Sjostakovitsj wordt beschouwd.
We zaten riant vooraan en konden de inspanningen van cellist Tim Hugh, die dit werk samen met Gergiev al vaker uitvoerde, van heel dichtbij volgen. Het werk begint met een vrij lang stuk solo voor de cello, hier en daar ondersteund door hele zachte violen. Het was oorspronkelijk bedoeld voor cello met blazers maar Sjostakovitsj deed de orkestratie ervan voor zijn leerling Tisjtjenko toen deze 30 werd.
De cello waarop Hugh speelt is oud, een Petrus Roman uit 1708. Mooi sonoor, net als de 6 contra-bassen die vrij prominent meededen in deze compositie. De muziek was barmhartig, in de klank maar ook in de bereidheid van de componist om te zoeken naar uitersten zonder zijn luisteraars kwijt te raken. Dat is bij moderne muziek altijd een spannende balans. Het lukt Sjostakovitsj ook vaak.Het werd pauze, we wachtten even zoals gevraagd zodat de Majesteit en andere prominenten (we zagen een minster, de burgemeester maar ook een bekende euro-commissaris uit Brussel) wegkonden en waren benieuwd naar het grote werk van vanavond, Sjostakovitsj' Achtste Symfonie.
Het begint met een lang eerste deel, met heel veel aangehouden tonen door de strijkers en af en toe een explosie van blazers en slagwerk. Zo probeerde Sjostakovitsj het drama van de oorlog te laten klinken. Hij beschouwde het zelf als zijn Requiem. De overheid in 1943 vond het werk lang niet heroïsch genoeg en verbood de symfonie prompt. [Nokiapic (C)ois]
Met Gergiev voor het orkest werd het een dramatische uitvoering, met uitersten van subtiele klank en denderende crescendo's. De dirigent lijkt met weinig beweging veel te bereiken. De bloedspannende laatste minuten, als de symfonie bijna zonder 'conclusie' wegsterft, houdt Gergiev de concentratie van zaal en orkest vast. Een violiste kijkt de dirigent onderzoekend aan, alsof ze wil zien hoe hij het vond. Pas na heel lang tikt Gergiev af en dondert het applaus. Een applaus van een zaal die nog even moet bijkomen van zoveel schoons.
Gelouterd verlaten we na de Majesteit de zaal. Als ze het ook zo mooi vond, zal ze het geformeer van morgen ook wel weer aankunnen...