zondag 28 november 2010

Opera Die Soldaten

Na 'Les vêpres siciliennes' en 'Roméo et Juliette' was 'Die Soldaten' van Bernd Alois Zimmermann (1918-1970) de derde DNO-productie dit seizoen. 'Die Soldaten' wordt, met o.a. 'Wozzeck' en 'Lulu' tot de belangrijkste operawerken van de 20ste eeuw gerekend. Ze zullen ook later overleven, zo voorspelt Michael Gielen, die de wereldpremiere van 'Die Soldaten' in 1965 in Keulen dirigeerde.
Zimmerman breekt met de eenheden tijd, plaats, handeling. Niet voor niks staat als regie-aanwijzing in het script: 'Zeit: gestern, heute und morgen'.Waar Shakespeare's 'Hamlet', die ik laatst zag van Theatergroep Oostpool, met een open decor werd gespeeld, waar je de wanden van het toneelhuis kon zien met wachtende acteurs en kledingrekken, was dit decor het tegenovergestelde. Alles speelde zich af in een beeldvullende kijkdoos, die alleen op passende momenten uitgangen kende en die zelfs tegen het einde van de voorstelling een spectaculaire kanteling maakte.Decor, kostuums, licht en choreorafie, ze waren - zoals wel vaker bij DNO- van een superieure kwaliteit. Regisseur Willy Decker, die deze productie al eerder maakte en die een enorme naam heeft in de operawereld, koos voor een heel gestyleerde aanpak.
Het werk van Zimmerman, zoals het in premiere ging in Keulen was complex. De eerste, niet bewaarde versie van de opera gaf zoveel problemen dat er bij de wereldpremiere niet één, zoals gebruikelijk, maar 10 generales moesten worden gehouden. Dat was dan weer zo belastend voor de musici dat een tweede orkest werd ingehuurd. Zimmerman's muziek is gebaseerd op het Twaalftoonssysteem van Arnold Schonberg. Complex, niet makkelijk in het gehoor liggend, soms een tikje hysterisch, maar vaak ook verstild. Voor de muziek van deze 'Soldaten' was een groot bezet Nederlandse Philharmonisch orkest nodig, aangevuld met een jazzcombo en muziek en ander geluid op band. Hartmut Haenchen stond voor het orkest, de vocale cast werd aangevoerd door Claudia Barainsky als Marie. Moeilijke rol die ze prima zong.
Het getuigt van veel klasse als je moeilijke muziek en een lastig libretto voor een relatief groot publiek aantrekkelijk en verteerbaar kunt maken. 'Die Soldaten' was op dat punt in alle opzichten geslaagd.
[foto's: DNO - Hans van den Boogaard]
____________________________________
Die Soldaten
Bernd Alois Zimmermann
De Nederlandse Opera
Hartmut Haenchen
Willy Decker
Nederlands Philharmonisch Orkest

zaterdag 27 november 2010

Shakespeare's Hamlet

Het interview met regisseur Marcus Azzini dat voorafging aan de voorstelling van 'Hamlet' door Oostpool, ging kort even over de vraag of en hoe je 'Hamlet' in deze tijd zou moeten spelen. Het was de eerste keer dat de regisseur het stuk deed en gezien de leeftijd van de acteurs zullen die ook niet veel 'Hamlets' op hun cv hebben. Oostpool heeft een vast cast een vooral jonge acteurs die vanuit Arnhem opereren.
De regie, acteurs en productie van deze versie leken niet veel last te hebben van de ballast die de eeuwenlange uitvoering van Shakespeare's werk betekent voor theatermakers die beginnen aan 'Hamlet'. De tekst was een bewerking door Joeri Vos van de vertaling van Frank Albers, die deze maakte voor Het Nationale Toneel. Er werd vrij radicaal gesneden in het aantal personages, van 25 bij Shakespeare naar 8 in deze voorstelling. De versvorm verdween voor moderne, maar toch vaak mooie 'Shakespeare-achtige' taal. Het thema 'theater' dat in het verhaal zit, was wat groter gemaakt. En tot slot, zo was in het programmaboekje te lezen, kregen de acteurs de kans om 'in het kader van de gewenste autonomie van hun kunstenaarschap, zich de tekst en zo ook de voorstelling, daadwerklijk eigen te maken'.
Dat lijkt me een nette formulering voor inspraak van de spelers in wat ze gingen zeggen.
Het kan met bovengeschetste benadering gierend misgaan met zo'n voorstelling, maar het tegendeel bleek waar. De avond vloog om, de bijna 3 uur toneel zonder pauze kende weinig momenten van verveling en de acteurs waren spannend, inventief en ook geregelde buitengwoon geestig. Mooi, grote zinnen in de traditie van Shakespeare maar ook gekke zinnetjes, geluidjes, bewegingen.
Het drama, de zoon die de moord op zijn vader, de koning van Denemarken, wil wreken, kwam voluit aan bod, met als dramatische einde het degengevecht tussen Hamlet en Laertes.De regisseur vertelde in het gesprek vooraf dat hoofdrolspeler Sanne den Hartogh iedere avond opnieuw zocht naar een onbevangen benadering, naar zichtbare kwetsbaarheid. Dat lukte hem op deze Rotterdamse avond volop. Geen standaard-acteur, met een groot naturel, humor en levendigheid. Een grote acteur spelen, dat kon hij wel in een Albert van Dalsum-achtige satire in de scenes met de acteurs die de moord op zijn vader komemn naspelen.
'De bereidheid, dat is alles' is volgens regisseur Azzini het antwoord op de vraag die zo beroemd werd in dit stuk: 'te zijn, of niet te zijn'.Over grote kwesties waarover je moet nadenken, over zijn, over waanzin, over waarachtigheid, trouw en over de bereidheid, daarover ging dit stuk. Ze werden met veel humor en integriteit, soms ondersteund door snoeiharde muziek en een interessant decor, met grote kwaliteit de zaal ingeslingerd.
[foto's: stills uit video Oostpool]__________________________________________
Oostpool - Hamlet
William Shakespeare
bewerking Joeri Vos, op basis van de vertaling van Frank Albers
Michiel Bakker, Aafke Buringh, Sanne den Hartogh,
Ali Ben Horsting, Maria Kraakman
regie Marcus Azzini

zondag 21 november 2010

Daniel Hope op zondagochtend in Rotterdam

Dat Nederland schreeuwt om cultuur, dat is dezer dagen wel duidelijk geworden. Maar of Nederland ook bereid is er wat vroeger voor op te staan, dat is nog wel de vraag. Het zondagochtendconcert vandaag in de Doelen, in de kleine zaal, was zeker niet uitverkocht. Nog maar een paar weken nadat de oude Menahem Pressler van het voormalige Beaux Arts Trio in deze serie optrad, was het nu de beurt aan de violist die als laatste lid werd van dat vermaarde trio, de engelsman Daniel Hope. Hij vormt al jaren een duo met pianist Sebastian Knauer, ik hoorde de heren al eerder, een paar jaar geleden in de Haagse Schouwburg.
De bijna ideale zichtlijnen van de Doelenzaal en de dito akoustiek maakten het heel goed te volgen wat de musici deden, met alle subtiliteiten in hun spel. Pianist Knauer is een uiterst precieze begeleider, die ook het bekende repertoire van blad speelde. Waarschijnlijk niet bij gebrek aan een goed geheugen maar om zorgvuldig muziek te maken. Violist Hope speelt ook vrij veel van blad, maar komt iets losser van de partituur zo af en toe. Grote passie en drama op het podium, soms is dat mooi, maar het is ook wel verukkelijk als een musicus niet het drama in zijn spel en optreden stopt, maar de muziek zijn werk laat doen. Daniel Hope doet dat bij uitstek, heel zorgvuldig, met doordacht gebruik van vibrato (hij nam o.a. op met vibrato-hater Roger Norrington) en andere stijlmiddelen. Hij speelt met grote bedachtzaamheid en dat is erg fraai.
Mooi om te horen was de bewerking die het duo zelf maakte van Mahlers' 'Urlicht' uit diens 2e symfonie. Herkenbaar Mahler en toch een geheel andere schaal dan het grote orkest. Franck's sonate voor viool en piano was ook al zo mooi.
De gebruikelijke onderdelen bij een concert van het duo, stukken van Gershwin, ontbraken ook deze keer niet. Keurig en licht swingend gespeeld, maar in de handen van Hope en Knauer komen de klassieke stukken, zoals een Mendelsohnstuk in de toegift, toch het allermooist tot hun recht.
_______________________________________
Daniel Hope - Sebastian Knauer
Dans van de ridders uit 'Romeo en Julia' (bew. Hope/Knauer)
Schubert An die Musik D547; Auf dem Wasser zu singen D774 (bew. Hope/Knauer)
Mahler 'Urlicht' (uit Symfonie nr.2); Ich bin der Welt abhanden gekommen (bew. Hope/Knauer)
Franck Sonate voor viool en piano in A
Gershwin It ain't necessarily so; Summertime; I got Rhythm (bew. Hope/Knauer)
De Doelen - 21 nov 2010

woensdag 17 november 2010

Tweemaal Don Pasquale

In de Bredase Pathé is het ook al mogelijk om de opera's uit the Met in New York te zien, op groot scherm en met fraai geluid. Het was een beetje houtje-touwtje met de organisatie op de avond dat we Don Paquale bezochten, maar de techniek deed het en uiteindelijk zaten we net op tijd in de zaal.
De Don Pasquale die regisseur Otto Schenk tot leven liet komen was een malle oude man, hij leek een kruising tussen Piet Bambergen en Frank Lammers. Anna Netrebko, inmiddels een grote ster op de opera-podia zong Norina en dat deed ze zo overtuigend dat ze met haar sopraan bijna de bassen en baritons van het podium blies. Deze keer werd de gang van zaken achter de schermen in de verschillende pauzes uitgebreid in beeld gebracht. Waar het New Yorkse publiek in de korte pauzes tussen de actes naar het voordoek moest kijken, konden wij zien hoe de decorwisselingen vorm kregen achterin het toneelhuis.
De enscenering was mooi, het orkest onder maestro Levine speelde prima, en als er al wat op deze productie viel aan te merken, dan was het dat hij wel een erg hoog niks-aan-de-hand-gehalte had. Er was niet diep gegraven er waren geen verassende inzichten die ten grondslag lagen aan de regie. Wel mooi en heel goed gedaan.

Dat was anders bij de Don Pasquale die een paar dagen later in de Rotterdamse Schouwburg ging. De Nationale Reisopera had regisseur Wim Trompert gevraagd met de al gevormde cast een eigen versie van de opera te maken. In de inleiding vertelde de regisseur dat hij had gezocht naar een vorm om de niet altijd even aardige personages in het verhaal een raison-de-etre te geven. De setting was een sjiek bejaardenhuis geworden waar Norina als een soort activiteitenbegeleidster werkzaam was. Het Reisopera-koor kreeg de kans een zeer overtuigende menigte bejaarden op het podium te zetten.De Dottore beviel me het beste, de nog jonge Quirijn de Lang heeft een hoge cute-factor en net dat beetje onhandigheid om zijn rol overtuigend te spelen en zingen. Hij zal de Christus-rol gaan doen als de Reisopera later in het seizoen de Johannes Passion van Bach gaat opvoeren.
Zhang Huiyong kwam all the way uit China, ze was al eens eerder gecast door de RO bij de openingsproductie van het Muziekkwartier in Enschede. Haar hoge tonen waren fenomenaal, maar heel veel breedte had ze niet in haar zang.
Het waren eigenlijk onvergelijkbare producties, met wel elk een eigen soort 'charme'.
_______________________________________________
The Metropolitan Opera: 13-11
Don Pasquale
Conductor: James Levine
Norina: Anna Netrebko
Ernesto: Matthew Polenzani
Malatesta: Mariusz Kwiecien
Don Pasquale: John Del Carlo

De Nationale Reisopera
Rotterdamse Schouwburg 16-11
Muzikale leiding-Jeremy Carnall
Regie-Wim Trompert
Koor van de Nationale Reisopera
Orkest van het Oosten
Carmelo Corrado Caruso
Tuomas Katajala
Zhang Huiyong
Quirijn de Lang
Hein Meens
Eleanor David

maandag 15 november 2010

De Cello Biennale 2010

Het is een mooie uitvinding, de Amsterdamse Cellobiennale die half november voor de derde keer werd gehouden. Een dikke week staat de cello centraal in het Muziekgebouw aan het IJ, met concerten, workshops, een markt van bouwers van celli en strijkstokken en zelfs een studio voor 'air-cello'. Dat is een variant op het luchtgitaar spelen, waarbij je even kan doe of je Rostropovitsch of Janos Starker bent.
We waren er slechts twee dagen maar hoorden veel moois. Het eindigde met een Bach-ontbijt, zoals dat elke dag van het festival wordt gehouden. Eerst een croissantje met koffie en dan een van de werken voor cello die Bach schreef. Er zijn voor de ochtenden verschillende uitvoerders, wij troffen het, met Dimitri Ferschtmann die ongelofelijk technisch én muzikaal de Suite nr. 2 in d tot klinken bracht. Zo kom je de dag wel door.
De eerste middag werden we aangenaam verrast door - vooral onbekende- muziek van componisten als Jalbert en Miaskovski en wat bekendere namen als Barber en Martinu. Het motto van het concert was 'The winner takes it all', en deze ABBA-esque naam sloeg op het verschijnen van veel winnaars van andere cello-concoursen.

De finale van de cello-concours was op vrijdagavond. De Amsterdam Sinfonietta met eerste violiste Candida Thomspon en dirigent Daan Admiraal begeleidde de solisten die waren geselecteerd in eerdere ronden deze week. Het werd een spannende finale van het concours voor jonge cellisten, die in Nederland moeten wonen en studeren, maar dus ook uit het buitenland afkomstig mogen zijn. Bas Jongen, uit Eijsden, opende met het niet eenvoudige Celloconcert van Sjostakovitsj. Dat deed hij heel overtuigend. Twee finalisten hadden geloot voor muziek van Tsjaikovksi, de Portugees Pedro Vaz en de Koreaanse Joann Wang.Het werd de Koreaanse, die zowel met de publieksprijs als de juryprijs naar huis ging. De prijsuitreiking, met veel humor ingeleid door Job Cohen, was verder een klassiek-oenige bedoening, zoals we daar in Nederland patent op lijken te hebben. Zo werd de publieksprijs alleen in het Nederlands vermeld, zodat de arme Joann geen idee had waar ze applaus voor kreeg.
De cello moet blijven en de Cello Biennale moet zeker blijven!
_______________________________________________

Cello Biennale 12 en 13 nov. 2010
Breakfast
Dmitry Ferschtman cello
Suite nr. 2 in d


The Winner Takes It All
Maja Bogdanovic cello
Amber Docters van Leeuwen cello
David Requiro cello
István Várdai cello
Maria Belooussova piano
Stefan Petrovic piano piano

Nationaal Cello Concours 2010 Finale
3 finalisten cello
Amsterdam Sinfonietta
Daan Admiraal dirigent