dinsdag 16 juni 2009

Festival Classique


Het kon niet op, deze juni-zondag in Den Haag. Een uitnodiging van de Avro, consumptiebonnen zelfs en een vol programma met klassieke muziek. Het Festival Classique raasde met beschaafd volume een weekend lang door de doorgaans brave Hofstad. Het net opgeleverde Lange Voorhout, inclusief schelpenpad, podia op en rond de Hofvijver, een festivaldorp op het Plein en vooral veel concerten op allerlei plekken in de stad. Heel veel daarvan, zoals een fraaie Dido en het Oranje-concert, heb ik allemaal niet kunnen zien. Maar deze zondag was er genoeg te beleven.
In een tent naast de Avro-bar begon de dag met optredens van jonge talenten, kids van rond de 14 jaar die viool, cello of piano speelden. Buiten stonden in de muziektent de deelnemers aan de Suzukicursus, een Japanse methode om kinderen vroeg te leren spelen. Piepkleine kindertjes op dito viooltjes waar ze soms ook wel een beetje muziek uit kregen. Net als kort geleden bij Scapino klonk ook hier Mozart's 'Ah! Vous dirai-je, Maman', zeg maar de oerversie van 'Altijd is Kortjakje ziek'.
In de Koninklijke Schouwburg, het bastion van fraaie maar ook altijd nette podiumkunst, speelde 's middags de artist-in-residence van het festival, violist Daniel Hope. Hij werd begeleid door Sebastian Knauer op piano. Hope heeft de laatste jaren dat het Beaux Arts Trio bestond gespeeld naast o.a. primarius Menahem Pressler. Gevraagd worden voor zo'n beroemd ensemble is een levenslang brevet van vol-vermogen.
De heren speelden De Falla, Grieg en Gershwin in een afwisselend en intens programma. Tussendoor waren er anekdotes, waaronder die waarin werd uitgelegd waarom een van de schouwburg-loges rood was uitgelicht: Paganini werd ervan verdacht dat zijn virtuose vioolspel het resultaat was van een pact met de duivel, en omdat te illustreren liet hij in elke concertzaal een loge vrijhouden, voor het geval dat. Hope speelde de slotstukken van het optreden, songs van Gershwin losjes en jazzy, als een ode aan de grote jazzviolist Stephane Grapelli. Die volgens het verhaal zo goed was omdat hij voor en tijdens concerten aanzienlijke hoeveelheden whiskey achterover sloeg.
Tout Den Haag, met een accent op Wassenaar en het Bezuidenhout, was in de binnenstad. En dat zal met zo'n sjiek en rijk georganiseerd Festival Classique volgend jaar ongetwijfeld weer zo zijn. De Avro komt vast weer, komend jaar juni. En ik ga ook.

vrijdag 5 juni 2009

Twools nummer elf


Scapino, het Rotterdamse dansgezelschap, heeft de mooie traditie om het seizoen af te sluiten met "Twools". Ruim 70 minuten een aaneengesloten stroom aan choreografieen van de grote makers van Scapino zoals Ed Wubbe en Georg Reischl, maar ook van nieuwe talenten en de eigen dansers. Elk stuk mag maximaal 10 minuten duren en een beeld geven van de stand van zaken in de dans. De elfde "Twools" was de eerste versie zonder sterdanser Jan Kooijman (als god bestaat ziet ie er zo uit). Kooijman maakte onlangs de overstap van de moderne dans naar de wereld van de soap en de glamour.
Het was maar goed dat twee van de 10 stukken die werden gedanst niét een absolute topkwaliteit hadden. Anders wordt zo'n recensie wel erg saai.
Kleines Allegro van Georg Reischl, op muziek van Dvorak. Knipogen naar klassiek ballet en heel technisch perfect gedanst. Almost a new day ('Sometimes we don't need tot think in order to live') was adembenemend. In het donker, een spot, staat danser Loic Perela. Er zakt een microfoon uit de nok, hij zegt geheimzinnige teksten. Het thema is ouders met kind. Samen met de andere twee dansers vormt Perela een trio. Geen moment is er meer dan een halve meter afstand tussen de dansers onderling. Beklemmend.
We hebben bij Scapino al heel wat vondsten en gimmicks gezien door de jaren. Kathleen, tegen een muur, of het stuk waarbij de dansers op kunstgras dansten/speelden. Dit jaar was Zilverwerk een spectaculair hoogtepunt. Muziek van Mozart die wij kennen als 'Altijd is Kortjakje ziek' met eerste 3 kleine, dan een aantal grotere en vervolgens de oudste dansers van Scapino in brave jongenspakjes met strikje. Een paar generaties dansers, de jongsten een jaar of 12, van de Codarts vooropleiding, wat oudere studenten van het eerste jaar van Codarts en de oudere dansers van Scapino. Wervelend, geestig en goed gedanst.
En zo vloog de tijd om, de snelkookpan van de dans duurde te kort en zou wat mij betreft door iedereen die plezier heeft in theater gezien moeten worden. Best jammer dat Scapino deze "Twools" alleen een paar dagen in Rotterdam speelt.