donderdag 28 april 2011

Die Frau ohne Schatten in Antwerpen

Het theater van de Vlaamse Opera in Antwerpen is een imposant, neoklassiek gebouw, dat helaas enigzins wegvalt in zijn omgeving. De gevel, die het moeiteloos zou winnen van bijvoorbeeld La Scala in Milaan en het Châtelet in Parijs, blijkt nog het best te bewonderen vanaf de eerste etage van de McDonald’s op de Meir. Niet de eerste de besten hebben er op en voor het podium gestaan. Zelfs componist Richard Strauss dirigeerde er ooit één van zijn opera’s. Al was dat niet die vierde opera die hij samen met Hugo von Hofmannstahl maakte, Die Frau ohne Schatten. Dat was wel waarvoor ik naar Antwerpen gereisd was.
Dirigent en orkest
Om maar even bij de dirigent te blijven: Alexander Joel is jong, stond als ‘Kapellmeister’ voor het orkest van de Deutsche Oper am Rhein en werkte bij veel andere Duitse operahuizen. Hij leidde het orkest van de Vlaamse Opera uiterst vaardig door de beruchte partituur heen. Het orkest, ongetwijfeld voor deze keer wat groter bezet in het koper, leverde een fraaie prestatie. Natuurlijk, de muziek van Strauss schreeuwt om een groot orkest en om de kwaliteit van een Furtwängler, Böhm of Haitink, maar aangezien die niet aanwezig waren, deden we het met dit prima ensemble.
Het hele verslag van het bezoek aan Die Frau ohne Schatten in Antwerpen is te vinden op Place de l'Opera
________________________________________________________________
Die Frau ohne Schatten van Richard Strauss
Vlaamse Opera Antwerpen
Alexander Joel dirigent.
Marion Ammann, Stephanie Friede e.a.
28 april 2011.

maandag 25 april 2011

Karlheinz Stockhausen - Sonntag aus Licht

Op de website van de Duitse componist Karlheinz Stockhausen (1928 – 2007) staan de kaarten en telegrammen die John Lennon hem stuurde in 1969. De Beatles wilden de componist heel graag afbeelden op de hoes van het album Sgt. Peppers. Hoewel Stockhausen wat laat reageerde vanwege de drukte, kwam er uiteindelijk een reactie. Daartoe moest manager Brian Epstein nog wel eerst een telegram zenden.Zo kwam de foto van Karlheinz Stockhausen terecht op de hoes. Hij staat achteraan, vijfde van links, in dezelfde rij als o.a. Mae West, Carl Jung en Bob Dylan. De Beatles noemen de Duitse componist als één van hun invloeden. Dat is goed te horen op ‘A day in the life’.
De laatste grote cyclus die Stockhausen componeerde was ‘LICHT – Die sieben Tage der Woche’. Het werk heeft zeven delen, elk deel gewijd aan een van de dagen van de week. Verschillende onderdelen, complete ‘dagen’ of fragmenten ervan zijn als eerder uitgevoerd. Het ‘Helikopter-Streichquartett’ (waar de musici daadwerkelijk onder een helikopter hangen) wordt wel eens gespeeld en de opera’s over donderdag en vrijdag gingen eerder in premiere in Covent Garden en de Scala van Milaan.
In Stockhausen-stad Keulen was afgelopen weken de premiere van ‘Sonntag aus Licht’, het zevende deel van de cyclus. Het werk dat inclusief pauzes negen uur duurt, werd in de weken voor Pasen in 2 delen op 2 avonden uitgevoerd en op Eerste Paasdag voor het eerst in zijn geheel.
Pasen 2011. Wekenlang had er passiemuziek geklonken. We hadden geluisterd naar de Bach-exegese van de Bachvereniging, zoals altijd met bijna analytische aandacht voor de partituur. Met bewondering ervoeren we de unieke enscenering van de Johannes Passion door de Nationale Reisopera. We zagen het, op Witte donderdag, echt Pasen worden onder de handen van Yannick Nézet-Séguin, die zijn ongekend grote talent toonde in een Mattheus Passion die, binnen de lijnen van Bach, mooie effecten en diepe emotie liet horen.
Ik had de stilte kunnen zoeken met Pasen, maar ik wilde verder. Op zoek naar diepgang, betekenis, zin. Kunst, zeker muziek en zeker ook opera, kan dat bieden.
Op de ochtend dat de oude prelaat in Rome de zegen zou geven, voor de stad en de wereld, was ik in de stad. Nota bene die waar het godshuis het centrum domineert, Keulen. Ik kwam voor de eerste integrale uitvoering van Stockhausen’s ‘Sonntag aus Licht’. Aan het werk ligt een ‘superformule’ ten grondslag en heel veel ideeen over religie, de wereld en de kosmos. Stockhausen had als wens voor de uitvoering van zijn opera - die hij zelf niet meer zou mee maken: “Hoffentlich beten Sie mit mir, daβ Sonntag aus Licht kein ‘Ruhetag’ sondern ein Tanz in der Sonne wirdt. Furchtlos Weiter!”.
De ochtend van Pasen in Keulen. De klokken van de Dom hebben in de nacht en deze ochtend al vaak geluid. Dit is ongetwijfeld de lichtste zondag tot nu toe in dit jaar. De omgeving van het Staatenhaus, een beurs-achtig gebouw naast de Kölner Messe, kleurt wit. Veel mensen blijken het verzoek van de organisatie te hebben gehonoreerd en dragen wit. Ik heb de middag ervoor nog snel wat wits aangeschaft. Er hangt een prettige spanning. Er kunnen ruim 600 mensen per uitvoering aanwezig zijn. We gaan de zaal binnen waar ligstoelen opgesteld staan in een cirkel. De ruimte is rond, heeft witte wanden en aan het plafond hangen grote panelen die kunnen draaien als wieken. Vanuit een ligstoel, zo is de bedoeling, kun je de muziek beter ondergaan. Maar ontspannen lukt me niet goed, er is zoveel te zien.
Het licht in de zaal wordt gedimd, het is begonnen.

Deel 1: Lichter – Wasser
Eva en Michaal zwerven letterlijk door de ruimte. Eva rolt door de zaal op een troon van danseressen en Michael zweeft in een stellage boven het publiek. Michael en Eva maken deel uit van het drietal protagonisten in de hele ‘Licht’-cyclus. Lucifer, de duivel, is de derde maar hij doet in ‘Sonntag’ niet mee. Verspreid door de ruimte staan de musici opgesteld. Ze produceren een toon en geven die als het ware door aan een ander. De kleding lijkt gebaseerd op de eerste beelden die we kennen van de ruimtevaart. Michael ziet eruit als Yuri Gagarin, de musici dragen wijde lak-overalls met tekens. Op hun muzieklessenaar is ruimte gemaakt voor een kaars en een glas. Vuur en water. Tenor Hubert Mayer zingt geregeld muziek van Stockhausen en lijkt geen moeite te hebben met de complexe teksten en en niet eenvoudige muziek. Sopraan Anna Palimina, lid van het ensemble van de Oper Köln, heeft hele andere dingen te doen dan in haar andere rollen als Konigin der nacht of Servilia uit Mozarts ‘La Clemenza di Tito’.
Liggend in de strandstoel begin je te vergeten dat het een voorstelling is. Op de wanden zijn projecties die ronddraaien dankzij enorme beamers op stellages.
Het is niet eenvoudig om structuur te ontdekken. Er is geen boventiteling, dus je moet het hebben van wat je ziet en wat je aan tekst verstaat.
Volgens Stockhausen wordt God’s lof gezongen in de versmelting van Michael en Eva. Zoals de musici de planeten voorstellen, zo draaien Michael en Eva om elkaar heen. Op beeld is een nieuwe planeet te zien: Micheva. Eva stapt uit de jurk en loopt door de zaal. Michael zweeft vlak boven mijn hoofd. Het geluid wordt heel geraffineerd aangepast aan de plek waar de zangers op dat moment zijn. Na veel omzwervingen in de ronde ruimte vinden Michael en Eva elkaar. Op het woord ‘Licht’ verlaten ze de ruimte.
Het applaus klinkt, het bijna onwennig om na zo’n scène gewoon te applaudiseren. Oh ja, het is muziektheater.

Deel 2: Engel-Prozessionen
Na een pauze zijn we terug in de ronde zaal. Vier solisten en zeven koren zingen de lof van God in zeven wereldtalen. Dirigent James Wood staat op een verrijdbaar podium, dat hem voert naar strategische dirigeerplekken in de zaal. Hij heeft een gewaad aan met ledlampjes, voor de versiering maar ook heel functioneel op zijn handen, zodat zijn aanwijzingen goed te zien zijn. Deze opera blijkt, ongetwijfeld geheel buiten de bedoelingen van de componist, óók een ode aan de ledlamp. De 7 groepen bewegen door de ruimte. Iedere groep draagt gewaden in een eigen kleur, bedrukt met grote strepen en de naam van de opera en de componist.
Ledlampjes zijn op de kleding bevestigd om de partituur te lezen en ze verlichten een soort kerststerren die de zangers op hun rug dragen. Als ze aan de beurt zijn, knippen met een schakelaartje hun eigen licht aan en voilá, ze zijn uiterst overtuigend engel. In deze Engel-Prozession doen ook de leden van Capella Amsterdam mee.
Langs de wanden staan zangers, in gewaden met strepen die doorlopen in de schmink van hun gezicht. Hun hoofd is deels bedekt door een grote kap. Ze leveren een sonore basistoon die door het hele stuk te horen is. De handen zijn soms gevouwen, dan weer gekruist, ook daarvoor is een speciale choreografie.
De concertante wereldpremière, in de Zaterdagmatinee van het Concertgebouw in 2002, is vast heel mooi geweest, maar deze enscenering tilt het werk naar indrukwekkend niveau.
Bij het applaus klinken de eerste bravo’s voor de zangers en musici.

Deel 3: Licht- Bilder
Wellicht niet bedoeld als entracte, maar deel 3 is vooral qua vorm een minder interessant deel van deze opera. We gaan ervoor naar de andere zaal, die als traditionale theaterzaal is ingericht. De tenor en 4 musici bezingen de schepping, staand in het water. Achter hen een scherm met 3D-beelden die aansluiten bij de tekst. De waterdruppels, stenen en planten lijken door de zaal te zweven. We ervaren het, dankzij de uitgereikte 3D-brillen. Ik vind het wat traag, niet zo spannend en begin me af te vragen of het mooiste al geweest is.

Deel 4: Dufte – Zeichen
We zijn opnieuw in de theaterzaal. Er is vertraging want de vuren kunnen niet aan vanwege een mankement aan de luchtopeningen in het dak. Besloten wordt de vuren in de voorstellling te beperken. In dit deel van het werk komen de dagen van de week voorbij. Ze hebben alle een eigen symbool, dat Stockhausen in de partituur tekende, en een eigen geur. Twee mannen maken op gezette tijden geheimzinnige rondes door de zaal, voorzien van wierookvaten zoals je die in de katholieke kerk ziet.
De scène wordt gezongen door 6 zangers. De synthesizer speelt alsof hij een continuo vormt. Er zijn grote dag-tekens van staal, dansers brengen ze op en laten ze weer verdwijnen. Het teken van de zondag gaat in vlammen, De alt – gezongen door Noa Frenkel die een in de partituur voorgeschreven ‘tiefe alt’ heeft- zingt de rol van Eva die hier zeer bijbels Eva Maria heet. Ze roept naar de zaal: ’Komm Michael Himmels-Knabe!’
‘Hier bin ich unter die Leuten’, roept een piepklein jongetje vanuit het publiek. De jonge Michael wordt vertolkt door een sopraan van het knapenkoor uit Dortdmund gekleed in een mini-Gagarinoverall. Hij loopt naar voren en zingt een duet met Eva Maria. ‘Was du wilst, wird geshehen’, zingt Eva. Dichter op het thema van de verlosser kan Stockhausen niet komen. Het duet is knap gezongen maar ook buitengewoon ontroerend.

Deel 5: Hoch-Zeiten
Het wordt zeven uur, we zijn al zo’n 6 uur onderweg, afwisselend opera-delen van rond een uur en ruime pauzes, die je aan de Rijnoever in de zon kunt doorbrengen. Er is eten, er wordt sekt en prosecco gedronken en we zijn in afwachting van het 5e deel, het parallel gespeelde ‘Hoch-Zeiten’.
Daartoe wordt het publiek opgesplistst, iedere groep krijgt een andere kant van het zelfde deel te zien en wisselt dan zodat je alles kan meemaken van het werk. Het idee is dat er af en toe ’vensters’ opengaan en er verbinding ontstaat tussen beide uitvoeringen.
De optimale volgorde is eerst de orkestversie. In de theaterzaal spelen de musici van de Kölner musikFrabrik vaardig de ingewikkelde partituur. Af en toe schakelt het beeld op een groot scherm naar de parallele uitvoering in zaal A.
We verhuizen na een korte pauze. In de ronde zaal staan 5 groepen dansers opgesteld die allemaal een bruiloft uit een van de continenten verbeelden.Via een ingenieuze geprojecteerde tijdcode gaan de gezamenlijk onderdelen van de choreografie synchroon. Ik loop door de zaal, langs en tussen de dansers. Als ik me afvraag waar je in korte tijd 600 ligstoelen laat verdwijnen, zie ik ineens dat ze er wel nog zijn. De poorten, enorme ornamenten en grote raderen langs de zijkant blijken opgebouwd uit gekoppelde ligstoelen.
Sommige scenes zijn ingehouden, een Japanse bruiloft, een oosters ritueel. Opvallend is de west-Europese bruiloft. De dansers, twee mannen en twee vrouwen, zijn herkenbaar aan hun t-shirts met de sterren van de EU. Ze zijn brutaal, gaan soms bijna imperialistisch de zaal door, maar zijn ook liberaal: ook de vrouwen trouwen met elkaar, de mannen kussen.
Tegen het einde gaan alle dansers op stelten, ze lopen door de zaal, maken contact met het publiek, raken je subtiel even aan of geven schouderklopjes. Ik vind het ontroerend. Langzaam leiden ze het publiek naar de binnenring, waar we ineens omgeven zijn door de enorme wielen van ligstoelen. Michael zweeft op een paard langs de wanden.Er ontstaat een spannend soort rust, verstilling zelfs. Ik krijg een brok in de keel.
Dan is het afgelopen, groot applaus.
Ik loop langzaam naar buiten, waar uit grote speakers de muziek voor synthesizer van Stockhausen klinkt. Een paar dansers maken een ronde, het publiek verlaat langzaam het terrein.
Over de Rijn, lopend op de brug, overdenk ik wat ik gezien en meegemaakt heb. Ik wilde wel theater, opera en bezieling, maar geen kerk. Dan had ik net zo goed uit mijn hotelkamer zo de Dom in kunnen lopen. Wat me deze dag erg beviel is de idee dat deze opera weliswaar religieus is, maar nergens prekerig werd. Het was geen eredienst, wel diepgang maar geen flauwekul. Hoe merkwaardig of origineel de opvattingen van Stockhausen over religie en betekenis ook zijn, hij blijft aan de kant van de kunst en daarmee weg van esoterische zweverigheid.
Ik realiseer me dat het een hele unieke dag was.
De kreet van Stockhausen komt me weer in gedachten: ‘Furchtlos weiter!’

In deze video van de musikFabrik komen alle onderdelen voorbij:

__________________________________________
Sonntag aus Licht – Opera in 5 Szenen und einem Abschied
Karlheinz Stockhausen
Geproduceerd door: Oper Koln.
Orkest: Die musikFabrik, koor o.a. Capella Amsterdam.
Muzikale leiding: Kathinka Pasveer en Peter Rundel
Concept: La Fura dels Baus
Solisten o.a. Hubert Mayer, tenor, Anna Palimina, sopraan, Noa Frenkel, alt.
24 april 2011 in Keulen