zondag 31 januari 2010

IFFR 2010: Reykjavik-Rotterdam

De eerste zaterdag van het 39e Film Festival Rotterdam, en meteen al een mega-event. Het is voor één avond Hollywood-aan-de-Maas in het oude Luxor. Voor de premiere van 'Reykjavik-Rotterdam' zijn veel Rotterdamse kopstukken verzameld. Havenbaronnen, wethouders, raadsleden, zelfs de Koningin-Moeder van de Nederlandse cinema, Willeke van Ammelrooy, is naar Rotterdam gekomen. Het is een Ijsland-Nederlandse co-productie die niet alleen Rotterdam in de titel heeft, maar voor een minuut of tien zelfs in onze prachtige stad speelt.
Dick Rijneke is er een beetje opgewonden van, en vindt dat het - op dit nogal engelstalige festival- om een Nederlandse premiere gaat en dat hij gewoon Rotturdams ken praten. Hij leest wat moeizaam van een blaadje boze dingen over het Filmproductiefonds en laat vervolgens raadslid Ronald Motta hetzelfde doen, tot hoorbaar ongenoegen van de zaal. Maar dan gaat toch het licht uit en zien we stoere gangsters en gangsters die dat eigenlijk niet meer willen zijn aan het werk op de smokkelroute. Pillen én pure alcohol, die in Ijsland gebruikt kan worden voor het maken van drank.
Beide steden uit de titel komen in beeld en er zitten fraaie plaatjes in van de reis van een containerschip tussen Rotterdam en Reykjavik. Een maritiem gangsterverhaal dat af en toe wat ontspoort in slapstick-achtige humor en soms net wat teveel geweld laat zien. Maar ook met goed gelukte spanningsbogen en écht leuke grappen. Nederlandse inbreng door Victor Löw die nogal schmierend een brullende, opgefokte gangsterbaas neerzet die voortdurend 'fucking Icelanders' roept.
En een gouden vondst met gehannes met een schilderij van Jackson Pollock.
Er komt een Amerikaanse remake van deze film, met Mark Wahlberg in de hoofdrol. Maar waarschijnlijk niet opgenomen in Rotterdam, en dat schijnt dan weer te liggen aan dat Productiefonds.
Voorlopig is deze eerste versie van 'Reykjavik-Rotterdam' leuk en spannend genoeg.

zaterdag 30 januari 2010

IFFR 2010: VPRO Previewdag

Al een aantal jaren geven we ons lot op drie dagen van het International Film Festival Rotterdam in handen van Harry en Jannie. Zij wikken en wegen over wat ze het steeds groeiende publiek van de VPRO-dagen voorzetten. Harry Hosmann en Jannie Langbroek, van de VPRO-filmredactie, programmeren voor de Preview en de Discovery, en kiezen de 4 Tigerkandidaten. Je koopt lang tevoren een kaartje - de dagen zijn steeds eerder uitverkocht- en pas kort voor het festival krijg je het programma.
Festival-directeur Wolfson waarschuwde bij de opening van de Previewdag al even: vanwege de festivalthema's dit jaar wordt het veel oorlog, gevangenis en eenzaamheid. Het viel ons eigenlijk ook nog wel mee, gewend als we zijn aan dagen vol films over depressie, leed en vooral uitzichtloosheid. We gaan het desondanks toch graag aan, omdat we benieuwd zijn naar al die films, en omdat Harry en Jannie soms ook de nuance zoeken en er zo af en toe een vriendelijk, ontroerend of klein-menselijk juweeltje tussen zetten. En omdat de artistieke, wereldcinema-achtige films die Rotterdam centraal stelt op het IFFR het verdienen gezien te worden.

Donderdag 28 januari 2010: Dag 1 in de Pathé. Volle bak en niet alleen daar. In drie zalen loopt parallel het Preview-programma. In de zaal veel VPRO-programmamakers, en achter ons de van Goghjes. Zoals al vele jaren. Dit jaar mag de koffie mee de zaal in. Dat is een jaarlijks strijdpunt met de zaalwachten.
En dan begint het, ruim 13 uur film kijken. In ons hoofd ontstaat een verhaal op grond van de volgorde en het moment van de films.

La mujer sin piano
Een vrouw in Madrid heeft een leven dat niet heel erg spannend lijkt. De tv staat veel aan en we zien dezelfde belspellen als die bij RTL en SBS te zien waren. Haar man is taxichauffeur en niet echt gezellig. Ze pakt haar koffer in, gaat naar het busstation en probeert een kaartje te kopen. Iedereen is onaardig tegen haar, de lokettist zegt op haar vraag welke bussen nog gaan, dat ze even op het bord achter zich moet kijken. Als ze heeft besloten en zich weer omdraait pakt hij net het bordje 'gesloten' en gooit het loket dicht voor die dag.
Ze heeft een interessante ontmoeting met een Pool, die naar Katowice wil. Er gebeurt van alles in die nacht. De vraag is wat haar 'vlucht' oplevert. Met het antwoord op die vraag eindigt de film.
Een film die je meeneemt, die ondanks het niet zo heel originele gegeven, erg mooi is gemaakt en die met humor en gevoel de 'vlucht' van de vrouw in beeld brengt.

Lebanon
Ik heb in vorige jaren al eens geschreven dat het opmerkelijk is hoe weinig vorm-experiment je bij de films op het IFFR ziet. Dat kan je als commentaar zien, het is ook uiting van het feit dat filmtaal universeel is en dat die taal zich in zijn traditionele vorm goed leent voor het vertellen van verhalen.De film 'Lebanon' is vorm-technisch zeker wel nieuw en interessant. We volgen een paar Israelische militairen op hun weg door Libanon. Ze zitten in een tank en de camera blijft consequent in de tank. In die kleine ruimte maken de militairen van alles mee, er ontstaan conflichten, de commandant komt er zijn bevelen geven, er wordt een 'angel' (de term die in het radioverkeer wordt gebruikt voor een omgekomen soldaat) ingehesen. We zien buiten alleen door het scherm van het kanon.
Een harde, maar integere film die veel aandacht krijgt, en hoog scoort in de publieksenquetes.

Un Prophète
Er werd veel verwacht van deze film. Grote, lange film over het gevangenis leven in een complex niet ver van Parijs. Geen aanklacht tegen het systeem, zei Jacques Audiard, de maker in een interview, maar een verhaal over mensen in de gevangenis. Het idee voor de film kreeg de regisseur toen hij één van zijn eerdere films ging vertonen in de gevangenis (cultuur moet in Frankrijk overal, ook in de gevangenis). Het script was hem al eerder aangeboden maar na dat bezoek aan de claustrofobische omgeving van een gevangenis nam hij het besluit de film te gaan maken. Het snoeiharde systeem van macht, privileges en geweld tussen bendes gevangenen is briljant in beeld gebracht. Tussen de leider en de nieuweling ontstaat een bijna Shakespeare-achtige situatie van loyaliteit, macht en strijd.
De camera staat geen moment stil, er is voortdurend geluid, drukte en actie. Het verhaal is prachtig in beeld gebracht, zelfs de tussentitels die het verhaal structuur geven zijn mooi. Imposante film die met een ruim promotiebudget zijn weg wel zal vinden naar de Nederlandse zalen.

White material
Niet zo heel origineel, blanke kolonialen in een zwarte wereld die het lastig krijgen. De Afrikanen, inwoners van een niet nader genoemd land zijn voortdurend boos en gedecideerd en de Francaise en haar gezin zijn verwarde westerlingen in smeulende en oplaaiende vuren. De Francaise, die van geen wijken weet, wandelt, regelt en praat zich met veel drama door het verhaal heen. Met Isabelle Hupert als de Francaise is het vooortudrend raak. Ze is -zoals we van haar kennen- een wandelend lage druk gebied. Ik ben er niet tegen ingeent....

Zarte Parasiten
Enigzins pretentieus filmpje over twee jongeren. Ze zijn een stel maar werken ieder apart in hun rol: ze mengen zich in het leven van mensen waar plaats is voor een dochter of zoon. Het meisje komt dagelijks bij een oude vrouw die vereenzaamt is, de jongen werkt zich binnen in een gezin dat een zoon verloren heeft.
Op beide plekken gaat het mis, waarbij er spanningen ontstaan en de jongeren ontmaskerd worden. De verwachte plot, de wending, de moraal of de loutering...je verwacht hem wel maar hij komt niet. Aardig maaar niet meer dan dat.

woensdag 27 januari 2010

Le Nozze in Amsterdam


Het eigenwijze productie-duo Sergio Morabito en Jossi Wieler werd een jaar of 3 geleden door de Nederlandse Opera gevraagd een nieuw verfje te zetten op het aloude repetoire van de 3 Mozart-Daponte opera's.
Ze deden het spraakmakend en nogal omstreden. Don Giovanni in het Beddenpaleis - een voorstelling die het door zijn detaillering beter deed op tv dan in de zaal- met een nogal opmerkelijke opvatting over de Don Juan-figuur. Cosi fan tutte werd gesitueerd in een vakantiekolonie en Le nozze di Figaro verplaatste zich van het kasteel van de graaf naar de showroom van een automerk. De graaf van Almaviva uit het libretto van Daponte werd het automerk Almaviva, met als paradepaardje een fonkelend groene cabrio.
Ik heb in 2006 alle drie de opera's gezien in een periode van net 3 maanden. Nu ieder jaar één van de drie producties wordt hernomen, wil ik graag nog eens kijken, met wat minder de nieuwigheid en verbazing van de eerste keer.

Le nozze is een verhaal vol liefde, bedrog en verzoening. Mozarts muziek zit vol fraaie melodieen en indrukwekkende aria's. Charlotte Margiono was er, net als 3 jaar geleden weer bij. En hoofdrol Luca Pisaroni was opnieuw geengageerd door DNO. Deze Italiaanse bas, bruut en groot in Ercole amante, begin vorig jaar, zette weer de door het regisseursduo wat sullig gebeeldhouwde rol van Figaro neer.
De autoshowroom, groot, hard verlicht en met de cabrio als stralend middelpunt, is het grootste deel van de voorstelling het decor voor alle verwikkelingen. Het duo Wieler-Morabito houdt er kennelijk niet van om de thema's van de opera's die ze onder handen nemen, te abstraheren. Ze kiezen voor een soort gelaagde concreetheid waarin details belangrijk zijn. Alle sigaretten in deze voorstelling komen bijvoorbeeld uit een soort wereldbol, zoals je die in de jaren '60 wel zag. En de as gaat in zo'n typische asbak uit die tijd, een glazen bakje in een klein model autoband. Nog zo'n vondst: alle buitenscenes, zoals de vlucht van Cherubini uit het kasteel, zien we op het podium als beelden van de bewakingscamera's.
Toch...dacht ik gisteren in de Stopera dat het wel leek alsof de regisseurs helemaal niet naar de muziek hebben geluisterd bij het maken van deze voorstelling. Het is heel erg toneel, iedereen zingt nogal terloops, zeker in het eerste deel. En omdat het allemaal stemmen zijn die zonder pathos en vrij naturel kunnen zingen en spelen, werkt het ook. Maar de aandacht voor de muziek was er wat te weinig in de enscenering. Waarbij het feit dat dirigent Constantinos Carydis het Nederlands Kamerorkest wat vlakjes liet spelen, nog eens extra bijdroeg aan het wat weinig spectaculaire muziekgehalte van deze voorstelling.
Je kon het aan het applaus horen, Amsterdam gaf deze voorstelling een zeventje. En ik was het deze keer wel met Amsterdam eens.
[foto's (c) DNO]