zaterdag 6 september 2008

Keukenklok voor Gergiev

Niet zo slim, bij nader inzien. Het was bijna 12 uur, de zaal zou zo open gaan en er stonden honderden mensen voor de zaaldeuren van de Doelen. Ik stond bij de ingang in het midden van de zaal, waar je snel in het deel voor het podium kan komen. Niet eens zo druk, dacht ik nog. Eenmaal in de zaal, op een riante 10e rij snapte ik wat ik fout deed: als je de zeldzame kans krijgt een repetitie bij te wonen van het Rotterdams Philharmonisch onder Valery Gergiev, dan zorg je dat je op de plaatsen zit waar je normaal niet wilt zitten: recht achter het podium. Daar zat dus een groot deel van de pakweg 600 mensen die op deze zaterdagmiddag naar de Doelen waren gekomen. Maestro Gergiev, die dit jaar afscheid nam na ruim 12 jaar chef-dirigent te zijn geweest, is terug voor zijn eigen festival. Hij repeteerde vanmiddag voor het openingsconcert van deze avond met Mahler's 'Das Lied von der Erde'.
Het orkest in grote bezetting op het podium, met rechts alleen maar zware, donkere instrumenten: 8 contra-bassen, de celli, basklarinet, basfagot en trombones. Mahler's aarde-lied is niet licht, hij schreef de liederen in de bergen van Tirol. Misschien dat het die bergen waren, die ervoor zorgden dat de muziek me soms deed denken aan de liederen van Richard Strauss. Diens Letzte Lieder werden geschreven in Garmisch, in de Oostenrijke bergen.
De twee vocalisten, Ekaterina Gubanova, mezzosopraan en tenor Klaus Florian Vogt, gingen nog niet voluit maar wat klonk het mooi. En wat deed het Philharmonisch het geweldig met een orkestklank die subtiel was, haarscherp en melacholieker dan je vaak hoort. Gergiev greep niet veel in, liet soms een inzet over doen, maar dirigeerde vooral intens en met een soort kalmte die ik niet verwacht had. Zijn temperament is berucht, en hij heeft de naam het niet zo strak te nemen met de tijd. Zou het daarvoor zijn dat er, bijna verstopt in de karakteristieke marmeren toneelwand van de Doelen, een oerdegelijke keukenklok hing?

vrijdag 5 september 2008

Laus Polyphoniae 2008 in Antwerpen

Zoals Nederland sinds eind jaren ’40 het Holland Festival heeft (als je sjiek wilt zijn leg je de klemtoon op -fes-, ik hoorde het vorige week Reinbert de Leeuw nog doen in Nova), zo heeft België het Festival van Vlaanderen. In feite is dat een verzameling stadsfestivals die verspreid over de zomer door heel België worden georganiseerd.

De Antwerpse variant heet Laus Polyphoniae. Vorig jaar min of meer per ongeluk kwam ik er terecht en het bleek zeer voor herhaling vatbaar. De muziek van de Frans/Vlaamse polyfonisten staat traditioneel centraal. Dan gaat het om muziek uit de 15e en 16e eeuw.
Achter het festival zit een wereld van musicologisch onderzoek naar oude handschriften en bibliotheken. Er is op het gebied van de muziek nog heel veel niet bekend uit de 15 en 16e eeuw. Musicologen doen onderzoek naar die muziekpraktijk, vinden natuurlijk oude partituren maar moeten soms anderen wegen bewandelen om tot kennis te komen. Zo weten we uit de bezoldigingsregisters van het hof van Albrecht van Brandenburg (1490-1545) de omvang van de hofkapel van Koningsberg (tegenwoordig Kaliningrad). Het was een voor die tijd groot gezelschap in een bloeiend muziekleven. Dat muziekleven van Albrecht en zijn echtgenote Dorothea, de zus van de Deense koning Christian III, stond centraal bij het eerste concert dat ik bezocht. De muziek is overgeleverd via een kistje met stemboeken dat in zeer goede staat verkeert en dat tientallen composities uit de periode 1500 – 1550 bevat.
Het bleek een gouden greep om deze muziek uit te voeren in de vorm van een ‘vertelconcert’.
Ensemble La Caccia en acteur Jurgen Delnaet (binnenkort te zien in de film ‘Aanrijding in Moskou”- groot uitgebracht op het komende Nederlands Filmfestival) maakten er een fraaie reis van tussen heden en de periode waarin deze muziek werd geschreven.
Het verhaal was indringend en de muziek (van veel onbekende componisten maar ook van bekendere namen als Desprez en Jacob Obrecht) illustreerde maar had ook zijn eigen verhaal.

Naar Elzenveld
Het is een dikke kilometer lopen van de Amuz naar Elzenveld, een oud stadshospitaal uit de 13e eeuw waarvan delen zoals de kapel bewaard zijn gebleven. De zomerse vrijdagavond, met volle terassen, was buiten, binnen was de verstilling van de kapel en de muziek van Zefira Torna, een gezelschap van Vlaamse musici dat deze avond muziek uit Finland uitvoerde.

Het boek “Piae Cantiones ecclesiasticae et scholasticae veterum episcoporum” werd uitgegeven in 1582 en bevat liederen die soms al veel ouder waren, mogelijk uit de periode rond het jaar 1000.
Het waren meest kerstliederen, maar dat hoor je er in het Latijn en Fins niet altijd aan af.
Zo oud, uit zo’n andere wereld en nu weer tot klinken gebracht, ik vond het indrukwekkend.

Idols
Het festival heeft guests of honour, artists in residence en meer van dat eigentijdse gedoe. En een wedstrijd: jonge ensembles worden gecoached en spelen allemaal een kort concert. Een Idols-achtige jury beoordeelt de prestaties en bepaalt een winnaar, die een cd opname mag maken. De dames van het Nederlands gezelschap Red Rose Four hadden hun allermooiste japonnen aangetrokken, heur haar in model laten brengen en ze speelden de sterren van de hemel, op hun authentieke blokfluiten. Zangeres Kitty de Geus wisselde soms af en bleek een erg mooie stem te hebben. Ik ben geen jury en heb er au fond veels te weinig verstand van, maar van mij mochten ze winnen. Ze bleken door de strenge jury een tweede plaats toebedeeld gekregen te hebben, met een andere kandidaat gedeeld. De eerste plaats was niet bepaald dit jaar. Dus winnaars.

Capilla Flamenca
Zaterdagavond was het de combinatie van zangers en orkest van de Capilla Flamenca die muziek uit Danzig speelde. De 4 zangers en het ensemble waren hoorbaar goed ingespeeld. Ook hier waren weer, zoals in dit festival vaker gebeurd, theatrale elementen ingebouwd. Het werd er een beetje olijk van, het samenspel tussen zang en orkest. Belgen gaan niet staan bij een applaus maar hier was een toegift onvermijdelijk. Een soort serieus/jolige ambiance.

Later op de avond, weer in Elzenveld, zag ik het hoogtepunt van deze dagen; het ensemble Heinavanker uit Estland. Stel je een zaterdagavond voor, de stad is wat broeierig van nazomerhitte maar in de kapel, ver van de drukte, is het koel. Zangers in enigszins priesterlijke gewaden. De taal is Lets en soms wat Latijn. Het repertoire bestaat uit liederen die overgeleverd zijn, geen datering hebben maar vaak zijn vastgelegd in de 16e eeuw.

Het was bijna magisch, zelfs wel spiritueel en het heeft ‘t effect dat je je voor een moment verzoent met het leven en alles wat daarin zo al fout gaat. Van de schoonheid en de troost, nog onlangs hier op dit klog aan de orde geweest.

Het was een mooi bezoek, het festival duurt 10 dagen en ik kon er een paar dagen van meebeleven. Goede organisatie, een programmaboek met bijna 300 pagina’s toelichting, inleidingen over de muziek, je kunt met alle zintuigen en op allerlei manieren genieten in het centrum van Antwerpen. Volgend jaar weer in de laatste week van augustus.