maandag 28 november 2011

Holländer in Luik

Luik en Maastricht liggen nog geen half uur van elkaar en er is in de Waalse stad een gerenommeerd operahuis. Toch was de enige productie die ik in het verleden van de Opéra Royal de Wallonie heb gezien een grootschalige Traviata in een enorm sportpaleis.
Het theater van de opera is in verbouwing, en een combinatie van nieuwsgierigheid naar de tijdelijke locatie én de programmering van een Wagner-opera brachten me op een herfstzondag naar Luik.
Het centrum van Luik was jarenlang een bouwput en is inmiddels een toonbaar hart van een wonderlijke stad geworden. Het operahuis zou daar in alle glorie mooi bijpassen maar dat is al een aantal jaren in renovatie. En dat gebeurt grondig.
Het Operatheater in Luik
 Nokiapic: ©ois
Sinds enkele seizoenen is de Luikse opera gevestigd in een circustent op de Boulevard de la Constitution. De wijk is Outremeuse, en dan kom je de voetsporen van Georges Simenon voortdurend tegen.
Het tijdelijke Palais Opéra
Nokiapic: ©ois
Het aardige van die tent is dat het een heel goed gelukte poging is een echt theater na te bootsen, en toch is het anders, wat minder statig. Waarbij ik met bewondering zag hoe de toneeltechniek met de beperkte ruimte imposante decors en grote changementen voor elkaar krijgt.
Der fliegende Holländer van Richard Wagner bracht me naar Luik, en dat werd een mooi bezoek.
De reportage annex recensie staat op Place de l'Opera

woensdag 23 november 2011

Het Tsjechisch erfgoed van Leos Janáček

De componist Janáček heeft veel muziek, waaronder enkele opera's nagelaten. Die worden nog geregeld opgevoerd, zeker Jenůfa en Het sluwe vosje, maar ook De zaak Makropoulos en Uit het dodenhuis.
Vorig jaar ging Het sluwe vosje bij De Nederlandse Opera, en hoe mooi de enscenering ook was en hoe bijzonder decors en kostuums ook waren, muzikaal sprak het me niet erg aan. De manier van componeren, waarbij gesproken woord en de melodie daarvan - een fascinatie van de componist - door het gebruik van 'spraakmelodie' aan elkaar worden gezet, was niet meteen veroverend.
Met enige reserves kocht ik toch een kaartje voor een ander bekend werk van Janáček, Kát'a Kabanová. De opera, die ook wel Katja Kabanova wordt genoemd, staat dit seizoen op het programma van Opera Zuid.
Afgelopen zomer gaf Opera Zuid op de Uitmarkt een heel overtuigende preview van de voorstelling, met een lied door Johanni van Oostrum. Dat optreden maakte me echt nieuwsgierig naar het verhaal over Katja die, als haar man Tichon de stad uit is, verliefd wordt op Boris.
Foto: Morten de Boer
Opera Zuid kon regisseur Harry Kupfer strikken voor het maken van deze productie van een opera die nog op zijn wensenlijstje stond. Hans Schavernoch maakte een bijzonder decor, concreet en abstract tegelijk, en Yan Tax deed het kostuumontwerp.
Het Limburgs Symfonie Orkest speelde hele mooie en toegankelijke muziek in de bak en daarboven zongen hoofdrol Johanni van Oostrum en Miranda van Kralingen als schoonmoeder Kabanicha erg mooi. Karin Stroobos, de mooiste mezzo van Nederland, was heel fraai te horen als Varvara, de pleegzus van Katja.
Het was een voorstelling waar letterlijk alles aan klopte. Goed doordacht regie-concept, zorgvuldig vormgegeven, mooi gezongen en een ademend geheel van tekst, beeld en muziek. Opera Zuid was in mijn perceptie de laatste tijd wel erg jolig in zijn producties, maar bewees in deze voorstelling zijn serieuze kwaliteiten.
De trailers vol decor en de bussen met koor en zangers waren uit Maastricht komen rijden voor een halfvolle zaal. Dat was het enige onaangename aan een verder prachtige avond.
Een recensie op Place de l'Opera door Basia Jaworski staat hier.

zondag 6 november 2011

Vijf en een half uur Siegfried

Zo druk als onlangs bij Don Giovanni was het niet in de Pathé. Toch waren een paar honderd mensen bereid een dikke vijf uur op zaterdagavond te besteden aan Siegfried, het derde deel van de cyclus Der Ring des Nibelungen.
De New Yorkse Metropolitan Opera doet twee seizoenen over de Ring. Vorig jaar waren das Rheingold en Die Walküre aan de beurt en dit seizoen staan Siegfried en Götterdämmerung op de agenda.
Het begin van de avond was mooi. Het enorme decor-apparaat dat regisseur Robert Lepage speciaal liet maken voor de Ring-cyclus in de Met heeft al voor veel ophef en gedoe gezorgd. Er moest in het gebouw een speciale vloer worden gemaakt om het ding te kunnen plaatsen. Het was enorm duur en het ging al heel vaak mis. De machine bestaat uit 24 balken die op allerlei manieren kunnen draaien en zo voor vrijwel elke denkbare vorm van decor kunnen zorgen.
Foto: Metropolitan Opera
Bij het begin van de voorstelling stond the Machine als groot grijzig ding op het podium. Alsof regisseur Lepage, net als een goochelaar die zijn lege handen toont voordat daar allerlei sjaaltjes en kaarten en eieren uitkomen, wilde laten zien hoe het ding eruit kan zien: grauw en vormeloos.
De rest van de avond was the Machine dankzij projectie, 3D-animatie en belichting een kermis aan omgevingen, effecten en locaties. Veel donker woud en bergen, zoals het verhaal van Siegfried - dat zich alleen in de natuur afspeelt- voorschrijft.
Foto: Metropolitan Opera
De bezetting was buitengewoon goed gelukt. Bryn Terfel heeft al een aantal keren Wotan gedaan maar voor hem was de vermomming waarin Wotan in deel drie de Wanderer zingt een roldebuut. Het onvoorziene probleem dat de hoofdrolzanger voor Siegfried enkele weken voor de première moest afhaken bood Jay Hunter Morris de kans die rol in het grote kader van de Metropolitan Opera en de wereldwijde bioscoopuitzending te zingen. Morris komt uit Paris, Texas en kon zijn eigen verbazing over de stap van daar naar New York maar nauwelijks verbergen. Hij deed zijn rol heel goed, soms wat meer ingehouden dan de andere tenoren die ik eerder in Siegfried hoorde, zoals Siegfried Jerusalem vanaf dvd in Bayreuth en Mati Turi kort geleden bij de Nationale Reisopera.
Hoewel Siegfried een relatief licht verhaal heeft en niet veel actie kent, werd het geen moment langdradig. De ruim vijf uur vlogen om.
Een recensie met een vergelijking tussen Siegfried in Enschede en New York staat op Place de l'Opera.

donderdag 3 november 2011

Oefenen op Idomeneo

Dankzij de Vriendenvereniging van De Nederlandse Opera kon ik een week voor de première al even kijken bij de productie van Idomeneo van Mozart.
Een kleine honderd mensen zaten op een herfstige woensdagavond op het tweede balkon in de Stopera. We hadden de opdracht gekregen alleen daar plaats te nemen. Er was een flyer met uitleg en regels: niet bellen, geen lawaai en graag begrip voor het feit dat zangers niet altijd voluit zouden zingen en voor onderbrekingen.
Nou graag, dacht ik, een repetitie wordt juist leuker als je stops en discussies meemaakt en kunt volgen op welke momenten het lastig wordt. In de zaal zaten mensen verspreid met draaiboeken, partituren en laptops. Iedereen had een eigen belang om zaken te testen en te zien hoe de dingen gingen op het podium. Dat was een strakke catwalk, fel verlicht aan de onderkant, waarbinnen het orkest zat. Achteraan, problematisch voor de zichtlijnen van de bezoekers aan de opera die aan de zijkanten van de rijen zitten, een plek voor wat scènes aan het water.
Interessant om te zien hoe makkelijk zangers in hun rol stappen, even stoppen, hernemen en serieus verder zingen. Hier en daar dook wel wat meligheid op.
Het Nederlands Kamerorkest had het druk in de bak, evenals het koor van De Nederlandse Opera dat op het strand moest liggen, een afschrikwekkend groot onweer moest meemaken en daarbij ook nog moest zingen. Een moment werd een aantal keren gerepeteerd: een man loopt naar achteren, slaat met een intvis op de vloer en op dat moment moet het koor zingen, breekt er een onweer los en speelt het orkest. Dat moment timen bleek nog een aardige puzzel. Het echtpaar Ursel Herrmann en Karl-Ernst Herrmann heeft enkele jaren geleden deze productie al eens gedaan. Ditmaal is de zaak mooi bezet met Michael Schade die me een hele aardige Idomeno leek. Er was tijdens de repetitie ook al wat zang te horen van Stéphanie d'Oustrac, Judith van Wanroij en Susan Gritton. Ik kijk ook erg uit naar het complete optreden van Edgaras Montvidas als Arbace. Een jonge zanger met een bij de repetitie al indrukwekkend geluid.
De première bij DNO is op 9 november. Ben erg benieuwd.


woensdag 2 november 2011

Carmen in de Schouwburg

Uit mezelf zou ik niet zo snel gaan. Carmen is bepaald niet mijn favoriete opera, het 'verismo' waarvan deze opera een van de voorboden was, heeft me nooit helemaal gegrepen. Maar er moest gerecenseerd worden en daarom zat ik op een prima plek in de niet helemaal volle Rotterdamse Schouwburg.
De aanpak van regisseur Dominique Serron was origineel, niet erg wild maar met net de vernieuwing die de opera goed te verteren maakte.
Het grootste deel van het gezelschap bestond uit koor, orkest en ballet van de Staatsopera van Rousse in Bulgarije. Toen ik na afloop de schouwburg verliet, stapten de leden van het ensemble net in de bus. Rokend, met plastic tasjes en bepaald zonder de glamour die je ze reizend door Nederland en België graag zou gunnen.
De complete recensie van Carmen staat op Place de l'Opera.