Terwijl ik deze woorden typ zal ze nog wel in de auto zitten. Denk niet dat ze zelf rijdt. Morgen moet ze weer vroeg aan het werk, koffie zetten, de koekjes van Holtkamp op een schaaltje doen. Politici ontvangen voor gesprekken en consultaties. Er zijn leukere manieren om je zaterdag door te brengen.
Op tv praten ze nu over haar, de twee christelijke talkshow-hosts vragen hun gasten wat ze haar zouden adviseren, maar zoals dat hoort willen ze eerst met Haar praten en pas dan met de pers.
Ik voorspel dat ze morgen nog wijzere dingen gaat zeggen dan normaal. Ze zal met nog meer relativering naar al die opgewonden standjes uit de politiek luisteren. Ik denk dat haar keuzes verstandiger zijn, en vooral barmhartiger.
Barmhartig, dat woord drong zich op bij het beleven van de opening van het 17e Gergiev Festival in de Doelen vanavond.Het Rotterdams Philharmonisch is wellicht niet het beste orkest ter wereld, die titel schijnt te gelden voor het orkest uit die andere grote stad, nog voorbij Den Haag en Leiden. Handig zijn ze wel bij het Philharmonisch. In het zoeken van een bestuursvoorzitter met veel invloed -Sylvia Toth-, en in het aantrekken van goede dirigenten, ooit Valerie Gergiev en tegenwoordig Yannick Nézet-Séguin.
Gergiev is al een aantal jaar weg uit Rotterdam maar het publiek houdt nog van hem. Ieder jaar keert hij nog terug om te spelen op zijn eigen festival.
Dit jaar heeft dat als thema 'Wederopstanding', gekoppeld aan het bombardement in mei 1940, een keerpunt in de historie van Rotterdam. Zoals gebruikelijk is het thema breed uitgewerkt in een grote hoeveelheid originele en verrassende concerten en voorstellingen.
Het openingsconcert bestond uit muziek van Russische componisten. Het Philharmonisch onder Gergiev speelde voor de pauze het celloconcert nr. 1 van Tisjtjenko, die wel als de opvolger van de grote Sjostakovitsj wordt beschouwd.
We zaten riant vooraan en konden de inspanningen van cellist Tim Hugh, die dit werk samen met Gergiev al vaker uitvoerde, van heel dichtbij volgen. Het werk begint met een vrij lang stuk solo voor de cello, hier en daar ondersteund door hele zachte violen. Het was oorspronkelijk bedoeld voor cello met blazers maar Sjostakovitsj deed de orkestratie ervan voor zijn leerling Tisjtjenko toen deze 30 werd.
De cello waarop Hugh speelt is oud, een Petrus Roman uit 1708. Mooi sonoor, net als de 6 contra-bassen die vrij prominent meededen in deze compositie. De muziek was barmhartig, in de klank maar ook in de bereidheid van de componist om te zoeken naar uitersten zonder zijn luisteraars kwijt te raken. Dat is bij moderne muziek altijd een spannende balans. Het lukt Sjostakovitsj ook vaak.Het werd pauze, we wachtten even zoals gevraagd zodat de Majesteit en andere prominenten (we zagen een minster, de burgemeester maar ook een bekende euro-commissaris uit Brussel) wegkonden en waren benieuwd naar het grote werk van vanavond, Sjostakovitsj' Achtste Symfonie.
Het begint met een lang eerste deel, met heel veel aangehouden tonen door de strijkers en af en toe een explosie van blazers en slagwerk. Zo probeerde Sjostakovitsj het drama van de oorlog te laten klinken. Hij beschouwde het zelf als zijn Requiem. De overheid in 1943 vond het werk lang niet heroïsch genoeg en verbood de symfonie prompt. [Nokiapic (C)ois]
Met Gergiev voor het orkest werd het een dramatische uitvoering, met uitersten van subtiele klank en denderende crescendo's. De dirigent lijkt met weinig beweging veel te bereiken. De bloedspannende laatste minuten, als de symfonie bijna zonder 'conclusie' wegsterft, houdt Gergiev de concentratie van zaal en orkest vast. Een violiste kijkt de dirigent onderzoekend aan, alsof ze wil zien hoe hij het vond. Pas na heel lang tikt Gergiev af en dondert het applaus. Een applaus van een zaal die nog even moet bijkomen van zoveel schoons.
Gelouterd verlaten we na de Majesteit de zaal. Als ze het ook zo mooi vond, zal ze het geformeer van morgen ook wel weer aankunnen...