donderdag 26 augustus 2010

Laus Polyphoniae 2010: Manu Scriptum

Elke zomer rond deze tijd wordt in Antwerpen de lof gezongen van de meerstemmigheid. De 'Laus Polyphoniae' beheerst 8 dagen lang de kerken van de stad, het cultureel centrum Elzenveld en de muziekzaal die tot voor een paar jaar nog Augustinuskerk was, de Amuz.
'Laus' heb ik ooit bijna per ongeluk ontdekt en sindsdien ben ik verklaard fan van deze oude muziek-week in de Scheldestad.
Het Antwerpse festival richt zich op muziek uit de tijd van de 'Vlaamse polyfonie', een periode die tijdens de late Middeleeuwen en de Renaissance wordt gesitueerd. Vlaanderen, eigenlijk de brede grensregio tussen Belgie en Frankrijk, had een vruchtbare bodem voor componisten en muzikanten.
Hoewel Nederland aardig mee kan komen in de uitvoering van oude muziek, lijkt Vlaanderen anno 2010 een nog veel groter bestand te hebben van koren, orkesten en solisten die de muziek van voor 1600 levend houden. Vlaanderen heeft Collegium Vocale in Gent, Paul van Nevel's Huelgas Ensemble, Capilla Flamenca en nog heel veel meer.
Tijdens het negendaagse festival zijn er veel concerten, maar er is ook een internationaal colloquium, een summerschool, een competitie voor jonge ensembles, lezingen, interviews en cursussen. Ik deed weer de cursus 'Polyfonie voor beginners' (vorig jaar nog dummies). Drie dagen met informatie over de muziek, hoe die werd teruggevonden en waarover de discussies gaan bij het uitvoeren ervan. De musicologen die achter de organisatie zitten, zijn prominent aanwezig en geven het festival een intellectuele, wetenschappelijke bodem. Ieder concert heeft ook een inleiding waardoor je met meer achtergrond luistert.

Het thema dit jaar was Manu Scriptum, het onderzoek en gebruik van de letterlijk handgeschreven partituren die in codexen verspreid over Europa gevonden zijn. In die stijl was ook het programmaboek, dit jaar in stijlvol zwart met zilver, met echt elke snipper informatie die je over de muziek en het festival zou willen hebben. Een fraai, klein boekje van precies 500 pagina's en met een deftig leeslintje.
Mijn deel van het festival begon op zondagavond, met 'Clément Janequin', het ensemble van Dominique Visse. Countertenor Visse maakte deel uit van Les Arts Flo, hij zong o.a. een prominente rol in de verrukkelijke jachtopera 'Acteon' van Charpentier. Het repertoire voor dit festivaloptreden werd gevonden in een codex, het liedboek van Zeghere van Male, dat in Brugge rond 1540 werd geschreven. Het chanson 'Mille Regretz' van Josquin des Prez klonk onder anderen, in die periode was het een ‘hit’ in de Lage Landen. Het ensemble ging in de uitersten van misdelen als het Agnus Dei naar scabreuze chansons over de liefde in al haar vleselijkheid.
Maandagmiddag stond de Capilla Flamenca op het programma. Op een gewone nazomerse maandagmiddag bevind je je dan ineens in de St Joriskerk, het is één uur 's middags en de kerk is bomvol. Er klinkt muziek uit het 'Antifonarium Tsgrooten'. Hypergeconcentreerd, maar met de lichtheid die Vlaamse musici in de genen lijkt te zitten, brengen de heren hun muziek, inclusief een geimproviseerd Credo. Muziek die je meevoert naar andere tijden toen deze muziek net zo geklonken heeft.

Anonymous 4, niet uit Vlaanderen maar uit de VS, deed het maandagavondconcert. In de winkel die rond het festival muziek verkoopt zag ik dat de dames al 18 cd's maakten met oude muziek en wat nieuwere vormen, met o.a. Peter Maxwell Davies en Steve Reich. Ze hadden een doortimmerd programma uit de Montpellier Codex, en dat het Amerikaansen waren, maakte het net even wat meer bijzonder.

Het optreden van Tetraktys sprak me niet heel erg aan. Ze zongen uit de wat geheimzinnige Chantilly Codex, waarover veel verhalen gaan. Zangeres Zsuzsi Toth had een stem waarvan je blij was als ze hem af en toe niet gebruikte. Beetje saai, beetje lelijk.
Dinsdagavond zorgde het Huelgas Ensemble van Paul van Nevel voor een vol huis in de Amuz. De opstelling was aangepast, zodat er meer mensen in konden en het was daardoor een wat spannender setting. Het gezelschap zong uit een belangrijk Italiaans handschrift, de Bologna Q.15. Gedreven, geconcentreerd en met veel ervaring, dat hoor je en dat zie je. De Vlamingen zijn trots op hun Paul, dat merk je aan alles.
Mijn bezoek eindigde met de festivallezing door musicologe Sofie Taes, die wel álles lijkt te weten van de achtergronden van deze muziek.
En toen was het alweer voorbij. De vier dagen Antwerpen gingen snel.
Het was mijn vierde bezoek aan Laus Polyphoniae van enkele dagen. Veel muziek, volle en zonnige terrassen, wetenschappelijke context, de gemoedelijke sfeer van een festival vol liefhebbers, de perfecte organisatie, fraaie kerken en een nazomerend Antwerpen, de omstandigheden waren weer vrijwel ideaal.

maandag 23 augustus 2010

Vlamingen zijn niet dom maar geloven wel in sprookjes.

Mijn trein nadert Antwerpen, stopt op station Antwerpen-Dam. Ik zie buiten het station het vrij nieuw aangelegd park. Het is stampvol. Overal zijn mensen, het zijn er duizenden. Er zijn geen kramen, geen podium, wel een stellage ergens in de verte.
De mensen hebben het leuk, dat kun je zien.
Een paar uur later in het havengebied. Grote stromen mensen richting centrum en de tram- en bushaltes. Het zijn er weer duizenden.
Ze zijn een beetje bedrukt, dat kun je zien.
Op mijn hotelkamer biedt de tv ook TV Antwerpen. Daar zie ik wat die mensen in het park deden. Ze waren de avond ervoor via internet uitgenodigd door de reus, en waren spontaan met al die duizenden naar het park gekomen om gezellig met de reus en de kleine reuzin te picnicken.
De tv-beelden uit de haven laten het schip zien, waar de grote reus en de kleine reuzin op getakeld zijn. Ze gaan naar zee, niemand weet waarheen of voor hoe lang.
Dat leidt bij veel kleine maar ook grote mensen tot weemoed en zelfs tranen.
Ik wordt steeds nieuwsgieriger. Wat is hier gebeurd, vraag ik me af. Ik zie op straat posters:Met een soort journalistiek speurwerk kom ik achter het verhaal. Van de gemeente die op allerlei manieren succesvol lijkt te zijn in het terugbrengen van sfeer in een stad die de laatste jaren leek te verkillen. Van de enorme marionetten die de Franse theatergroep 'Royal de Luxe' voor het sprookje in Antwerpen maakte. Van de berichten op internet, over waar de reus was, hoe hij op zoek was naar zijn lievelingsnichtje de kleine reuzin, de uitnodiging tot picknick waar duizenden Antwerpenaren op af kwamen.
Het Nieuwsblad was er vol van, in tekst, beeld en video.
Antwerpen, een paar dagen in de ban van de Duiker en de kleine reuzin. Daar zou iedere stad met fantasie in Nederland een beetje jaloers op kunnen zijn.