'You Will Meet a Tall Dark Stranger', de nieuwe Woody Allen, staat in de IMDB onder de tags 'comedy' en 'romance'. Er valt best veel te lachen en glimlachen, maar romance lijkt in de levens van de hoofdfiguren niet echt te lukken. De man - Anthony Hopkins- heeft zijn echtgenote gedumpt door een blonde bimbo, de vrouw - Gemma Jones - zoekt haar heil bij een waarzegster, verrukkelijk ongeloofwaardig gespeeld door Pauline Collins. Dochter heeft een mislukte schrijver als man, die aan de scharrel gaat met het buurmeisje.
Je zou het een zedenschets kunnen noemen, met wel een flinke schep cynisme. Hoe Allen dat zelf doet met zijn voormalige pleegdochter weet ik niet, maar in de relaties en keuzes van zijn hoofdfiguren heeft hij niet veel vertrouwen. Ze hopen de partner van hun dromen tegen te komen, het succesvolle boek te schrijven, jong te blijven of een galerie te beginnen. En allemaal houdt die illusie hen op de been.
Tegen het aangename decor van Londen, net als in 'Match Point', maakte Allen een onderhoudende, grappige en nogal zure film over het leven zelf.
maandag 20 december 2010
zondag 19 december 2010
Topfilm van Francois Ozon: Potiche
Francois Ozon is de regisseur van de fantasievolle film 8 Femmes, van het grote drama (Le temps qui reste) en van Swimming Pool. Altijd met grote actrices, zoals Fanny Ardant, Isabelle Huppert en Catherine Deneuve, in 8 Femmes, Jeanne Moreau in Le temps qui reste en nu, in zijn nieuwe film weer Catherine Deneuve.
Potiche (huissloof) is buitengewoon geestig, ironisch, soms een beetje camp en vooral erg onderhoudend. Het verhaal speelt in 1977, en de props en kostuum-afdelingen zijn losgegaan op auto's, kleding en interieurs van eind jaren '70.
Ozon is in staat een scene zowel een 'gewone' lijn mee te geven die past in het verhaal als een rare twist, overdrijving of knipoog. Stel je Deneuve voor, dansend met Gerard Depardieu in een seventies disco, perfect de Saturday Night Fever-pasjes nadoend. Dat soort elementen zitten veel in deze film en ze maken hem licht, luchtig en vooral erg grappig. Soms is het een beetje Alex van Warmerdam, een vleugje American Beauty en het zit vol verwijzingen naar de 70-er jaren, qua stijl en thematieken.
Deneuve bewijst dat ze niet alleen een grenzeloze stijl heeft maar ook genoeg zelfrelativering om de malle Susanne Pujol met gratie en humor neer te zetten.
Een verukkelijke film!
Potiche (huissloof) is buitengewoon geestig, ironisch, soms een beetje camp en vooral erg onderhoudend. Het verhaal speelt in 1977, en de props en kostuum-afdelingen zijn losgegaan op auto's, kleding en interieurs van eind jaren '70.
Ozon is in staat een scene zowel een 'gewone' lijn mee te geven die past in het verhaal als een rare twist, overdrijving of knipoog. Stel je Deneuve voor, dansend met Gerard Depardieu in een seventies disco, perfect de Saturday Night Fever-pasjes nadoend. Dat soort elementen zitten veel in deze film en ze maken hem licht, luchtig en vooral erg grappig. Soms is het een beetje Alex van Warmerdam, een vleugje American Beauty en het zit vol verwijzingen naar de 70-er jaren, qua stijl en thematieken.
Deneuve bewijst dat ze niet alleen een grenzeloze stijl heeft maar ook genoeg zelfrelativering om de malle Susanne Pujol met gratie en humor neer te zetten.
Een verukkelijke film!
zondag 12 december 2010
Wagner's Parsifal in het Concertgebouw
Hoe spannend zou dat zijn: een bomvol Concertgebouw dat na de eerste akte van Wagners’ Parsifal zwijgend de zaal zou verlaten voor de eerste pauze. Die stilte zou verpletterend zijn. Maar het gebeurde niet, afgelopen zaterdag bij de NTR ZaterdagMatinee, die ons een concertante Parsifal bracht. Er waren niet eens zelfverklaarde Wagner-kenners die sissend protesteerden tegen de ongepaste reactie van het publiek. Al is het trouwens nog maar de vraag of de componist zelf nu echt wilde dat het publiek met stilte zou reageren op zijn eerste akte.
Ach, nu er zelfs in Bayreuth afgelopen zomer geklapt werd, zoals ik op een weblog las, is het misschien niet meer zo erg dat we laten merken dat we het mooi vonden. Want mooi was het!ZaterdagMatinee in het Concertgebouw
Met name de eerste akte, het langste deel van de laatste ‘opera’ die Wagner de wereld schonk, was van een hemelse schoonheid. Vanaf mijn plek, helemaal rechts vooraan, had ik goed zicht op dirigent Jaap van Zweden, die al een ovatie kreeg bij het afdalen van de trap. De ontspannen concentratie van de dirigent in combinatie met de muziek van het ‘Vorspiel’ was ontroerend. Het is een veelgebruikt cliché: iedereen die iets doet in het theater, de muziek of andere kunsten mag tegenwoordig graag melden dat hij/zij ‘een verhaal wil vertellen’. Maar Van Zweden deed het ook echt in deze Parsifal. Met zijn orkest, het Groot Omroepkoor en de mannen van het Staatskoor Latvija verklankte Van Zweden zijn visie op Wagners laatste werk met grote kwaliteit en inleving. Dit was Jaap van Zwedens derde Wagner-opera in de Zaterdagmatinee, na Lohengrin in 2008 en Die Meistersinger von Nürnberg in 2009. Die uitvoeringen waren op cd te koop in de pauzes, en ze vlogen weg.
Bij een concertante uitvoering van een opera, hoe beperkend dat ook werkt voor al die theatrale vormen, hebben zangers de mogelijkheid een meer ‘ambachtelijke’ wijze van zingen te kiezen. Ze worden niet gehinderd door kostuums, pruiken, regie en choreografie. Om er toch echt opera van te maken, is het daarbij soms een voordeel als een zanger door uiterlijk en voorkomen dichtbij zijn rol zit.
Klaus Florian Vogt
Hoofdrolspelers Robert Holl (Gurnemanz) en Klaus Florian Vogt (Parsifal) hebben hun uiterlijk mee.
Holl heerste op het podium. Hij straalde betrokkenheid uit, vulde alle hoeken met zijn stem en was ook aan het spelen als hij niet hoefde te zingen. Vogt was een blonde prins met lange manen, op en top een Parsifal. In het klanktapijt van donkere tonen viel zijn tenor extra op.Falck Struckmann
Bij de casting was duidelijk gezocht naar ervaren Wagner-vertolkers. Amfortas werd gezongen door Falck Struckmann, al vaak in Bayreuth te horen geweest. Zijn uiterlijk is minder uitgesproken maar met zijn stem en zijn espressie maakte hij grote indruk op me. Acteren in een concertante opera is werken op de vierkante meter. Toen het koor van Graalridders hem toezong, in de derde akte, draaide hij zich even om, een klein maar zeer effectief gebaar.
Katarina Dalayman als Kundry kon ik vooral horen en minder goed zien. Ze klonk als een ideale Wagner-sopraan, met warmte in de lage tonen en een fraaie en trefzekere hoogte. Krister St. Hill als Klingsor kreeg heel veel aandacht van dirigent Jaap van Zweden, alsof die het niet helemaal vertrouwde. Klingsor was in de vertolking van St. Hill een statige, arrogante tovenaar.Jaap van Zweden
Het gebeurde me weer, net als in september bij Die Walküre in Enschede: opnieuw werd ik geraakt, een moeilijk onder woorden te brengen vervoering. Het was niet het religieuze – ik ben boeddhist noch anderszins gelovig geworden in het Concertgebouw. Het was ook niet de gelaagdheid, die lawine aan betekenissen. Van Schopenhauer krijg ik doorgaans geen brok in de keel…
Het moet de verklanking zijn geweest van de grote dingen van het leven, zoals liefde, dood, lust en natuur. De manier waarop Wagner dat voluit orkestreert én de manier waarop het in deze Matinee tot leven werd gewekt. Zangers, koor, orkest en dirigent deden dat met zo’n kwaliteit en gedrevenheid, dat het applaus letterlijk door het Concertgebouw donderde en gierde.
In de wereld van het spirituele, waar men vanwege de thematiek ook wel belangstelling heeft voor een opera als Parsifal, bestaat een bijna fanatiek geloof in het belang en de kracht van de stilte. Dat moge zo zijn, maar zo lang er zulke hemelse muziek bestaat en ten gehore wordt gebracht, lijkt mij stilte vooral een kwestie van verloren tijd.
[foto's video NPS]
Deze recensie verscheen ook op: Place de l'Opera
Ach, nu er zelfs in Bayreuth afgelopen zomer geklapt werd, zoals ik op een weblog las, is het misschien niet meer zo erg dat we laten merken dat we het mooi vonden. Want mooi was het!ZaterdagMatinee in het Concertgebouw
Met name de eerste akte, het langste deel van de laatste ‘opera’ die Wagner de wereld schonk, was van een hemelse schoonheid. Vanaf mijn plek, helemaal rechts vooraan, had ik goed zicht op dirigent Jaap van Zweden, die al een ovatie kreeg bij het afdalen van de trap. De ontspannen concentratie van de dirigent in combinatie met de muziek van het ‘Vorspiel’ was ontroerend. Het is een veelgebruikt cliché: iedereen die iets doet in het theater, de muziek of andere kunsten mag tegenwoordig graag melden dat hij/zij ‘een verhaal wil vertellen’. Maar Van Zweden deed het ook echt in deze Parsifal. Met zijn orkest, het Groot Omroepkoor en de mannen van het Staatskoor Latvija verklankte Van Zweden zijn visie op Wagners laatste werk met grote kwaliteit en inleving. Dit was Jaap van Zwedens derde Wagner-opera in de Zaterdagmatinee, na Lohengrin in 2008 en Die Meistersinger von Nürnberg in 2009. Die uitvoeringen waren op cd te koop in de pauzes, en ze vlogen weg.
Bij een concertante uitvoering van een opera, hoe beperkend dat ook werkt voor al die theatrale vormen, hebben zangers de mogelijkheid een meer ‘ambachtelijke’ wijze van zingen te kiezen. Ze worden niet gehinderd door kostuums, pruiken, regie en choreografie. Om er toch echt opera van te maken, is het daarbij soms een voordeel als een zanger door uiterlijk en voorkomen dichtbij zijn rol zit.
Klaus Florian Vogt
Hoofdrolspelers Robert Holl (Gurnemanz) en Klaus Florian Vogt (Parsifal) hebben hun uiterlijk mee.
Holl heerste op het podium. Hij straalde betrokkenheid uit, vulde alle hoeken met zijn stem en was ook aan het spelen als hij niet hoefde te zingen. Vogt was een blonde prins met lange manen, op en top een Parsifal. In het klanktapijt van donkere tonen viel zijn tenor extra op.Falck Struckmann
Bij de casting was duidelijk gezocht naar ervaren Wagner-vertolkers. Amfortas werd gezongen door Falck Struckmann, al vaak in Bayreuth te horen geweest. Zijn uiterlijk is minder uitgesproken maar met zijn stem en zijn espressie maakte hij grote indruk op me. Acteren in een concertante opera is werken op de vierkante meter. Toen het koor van Graalridders hem toezong, in de derde akte, draaide hij zich even om, een klein maar zeer effectief gebaar.
Katarina Dalayman als Kundry kon ik vooral horen en minder goed zien. Ze klonk als een ideale Wagner-sopraan, met warmte in de lage tonen en een fraaie en trefzekere hoogte. Krister St. Hill als Klingsor kreeg heel veel aandacht van dirigent Jaap van Zweden, alsof die het niet helemaal vertrouwde. Klingsor was in de vertolking van St. Hill een statige, arrogante tovenaar.Jaap van Zweden
Het gebeurde me weer, net als in september bij Die Walküre in Enschede: opnieuw werd ik geraakt, een moeilijk onder woorden te brengen vervoering. Het was niet het religieuze – ik ben boeddhist noch anderszins gelovig geworden in het Concertgebouw. Het was ook niet de gelaagdheid, die lawine aan betekenissen. Van Schopenhauer krijg ik doorgaans geen brok in de keel…
Het moet de verklanking zijn geweest van de grote dingen van het leven, zoals liefde, dood, lust en natuur. De manier waarop Wagner dat voluit orkestreert én de manier waarop het in deze Matinee tot leven werd gewekt. Zangers, koor, orkest en dirigent deden dat met zo’n kwaliteit en gedrevenheid, dat het applaus letterlijk door het Concertgebouw donderde en gierde.
In de wereld van het spirituele, waar men vanwege de thematiek ook wel belangstelling heeft voor een opera als Parsifal, bestaat een bijna fanatiek geloof in het belang en de kracht van de stilte. Dat moge zo zijn, maar zo lang er zulke hemelse muziek bestaat en ten gehore wordt gebracht, lijkt mij stilte vooral een kwestie van verloren tijd.
[foto's video NPS]
Deze recensie verscheen ook op: Place de l'Opera
Abonneren op:
Posts (Atom)