zaterdag 12 juli 2008

North Sea Jazz om de hoek

Het was al meer dan 10 jaar geleden, dus het werd wel tijd om weer eens te gaan kijken, zeker nu het NSJ bijna letterlijk op loopafstand een weekend lang voortdendert in de Ahoy in Rotterdam.
Veel zaken bleken gelukkig niet veranderd ten opzichte van de Haagse versie: groot, druk, erg goed geregeld, meestal heel goed geluid dat door schijnbaar 18- jarige jochies vanaf de enorme mengtafels de zaal in wordt geblazen. Ruimer dan Den Haag, wel steeds meer muziek aan de randen van de jazz. Met de Ahoyzaal en de JVC/Nile-hal zijn er twee grote kale bakken die hetzelfde gebrek aan sfeer hebben als de oude Statenhal in het Haagse Congresgebouw. En nog altijd dat enorme brede aanbod aan drank en eten, van gevulde koeken en Indiase curry tot zalm en sushi.

Joe Zawinul
Met het blokkenschema in de hand, nog wat zoekerig in al die ruimtes, kwamen we als eerste terecht in de Ahoy, waar het tributeconcert begon voor de in sept j.l. overleden Joe Zawinul. Een van de eersten die de synthesizer en de Fender Rhodes in de jazz introduceerden. Oprichter van Weather Report, lid van de band van Miles Davis o.a. op Bitches Brew en componist van de hit Birdland, ook gezongen door the Manhattan Transfer. Het ticket van dit tribute was veelbelovend, het Metropole Orchestra, ons Nederlandse omroeporkest met wereldreputatie, en een aantal leden van Weather Report en de band Zawinul, waaronder Victor Bailey en Richard Bona. Chef-dirigent Vince Mendoza heeft oude banden met de muziek van Zawinul en werkte al eerder samen met drummer Peter Erskine. Dit tribute wordt dit jaar een aantal keer uitgevoerd.
De grote, kale Ahoy, met flink wat galm en een wat betonnen ambiance, maakte het lastig om echt van de muziek te genieten. Er was merkbaar hard gewerkt en er werd op de punt van de stoel gespeeld maar het ging pas leven toen Vince Mendoza wat aankondigingen deed en er wat interactie met de zaal ontstond. Kan ook best dat ik nog altijd niet al te gek ben van rockjazz. [Nokiapic: ©ois]

Zuco 103
Nederlands en Braziliaans, Zuco 103 stond met zangeres Lilian Vieira in de grote JVC/Nile-hal. Ze bleven goed overeind met pittige beats en nummers in het Portugees die netjes door Vieira werden toegelicht. Ze bleken vooral te gaan over dood en ellende naar aanleiding van relatieleed. Maar het klonk hartstikke vrolijk en erg electro-samba.

The British Royal Family of jazz
Cleo Laine, John Dankworth and Friends (and family). Een plusconcert in een sjiek aangeklede expozaal, ruim voor de helft vol met vooral oudere fans. We hielden toch een beetje hart en/of pacemaker vast. Cleo Laine, beroemd van haar bijna acrobatische stem, groot bereik en nogal aanwezige performance is net als echtgenoot Dankworth inmiddels 80 jaar. Ze zijn bijna 50 jaar getrouwd en werken al die jaren al samen. Een carrière vol gouden randen achter de rug, van jazz-zang tot theater en musicals zoals Showboat. Ik miste haar in London ooit op een paar weken, ze had de eerste periode van Showboat in het Adelphi gedaan en was net vervangen door Wilma Reading in de rol van Julie. We gingen er tijdens de schoolreis heen en ik was absoluut de enige van de klas die het leuk vond. [Nokiapic: ©ois]
Ik had een sterk omroep Max-gevoel, wachtend op de oude ster. Zou ze het nog kunnen? Het optreden begon wat verlaat en de eerste 4 stukken werden gespeeld door de band van John Dankworth met oa. zoon Alec op bas. Dankworth klonk vitaal op zijn altsax en was scherp. Staande ovatie toen ‘Sir’ John dan eindelijk 'Dame' Cleo aankondigde. Lopen ging niet makkelijk vanwege een nieuwe knie maar die stem: vrijwel onaangetast, vitaal, soepel in het hoog en laag en nog heel weinig geleden in de ruim 60 jaar die ze hem als zangeres gebruikt. Grappige, zeer Britse tussenteksten, wat zelfspot "forgive me for having ‘senior moments’ every now and then", een beetje diva en vocaal en uiterlijk nog altijd dat wat bijna brutale dat haar in de jaren '70 tot een zangeres met wereldfaam maakten. Ze opende een vorig concert dat ik van haar zag, ergens in 1978 in de Doelen, ooit door zingend op te komen en geheel a capella “It might as well be spring” te doen.
Oude Shakespeare van het legendarische album “Shakespeare and all that jazz” ("we made it in 1964 and have lived of it ever since"), nieuwe Shakespeare, stukken van Duke Ellington en Frank Loesser.
Het was een duo van samen ruim 160 jaar oud op het podium, maar het was vooral vitale, echte jazz met plezier en lekker los gespeeld en gezongen. Geen vergane glorie maar wel een enorme berg ervaring. Er is recent nog uitgebreid geschreven over de wonderen van het ouder worden in de jazz.

Sergio Mendes and Brasil juli 2008
[Nokiapic: ©ois]
Je stapt uit de wereld van soft swingende jazz, loopt 300 meter en daar is alweer een zaal vol, kijkend naar en genietend van ook alweer iemand op leeftijd: Sergio Mendes is 67, zit al lang in de muziek en staat al sinds eind jaren '60 op mijn favorietenlijstje. Een band met veel slagwerk, rapper H2O en 3 zangeressen waaronder echtgenote Gracinha Leporace. De (amateur)beelden staan al online:
De nieuwe, eigentijdse sound met Mendes' klassiekers op een bedje van hiphop en funk, mede mogelijk gemaakt door de samenwerking met Will.i.am van de Black Eyed Peas. En live klinkt dat nog lekkerder dan op de plaat. The look of love van Bacharach (en zo zingt Trijntje dat dus echt niet), Mas que nada als uitsmijter van een set waarbij zelfs ondergetekende de voeten niet stil kon houden. Verklaard fan sinds 1970 en na dit optreden weer meer dan bereid dat nog lang vol te houden.

Angie Stone, the souldiva
Hoe vermijd je in dit soort recensie-achtige teksten het cliché? Niet dus. Angie Stone, uiteraard begonnen als gospelzangeres blijkt live een soul-diva die op het podium heerst. Een diva die gepaste ruimte biedt aan band en backing vocals om hun eigen geluid te laten horen. Die de 'kings and queens' in het publiek emancipatorisch opzweept en die het licht laat doven op het podium om verlicht door honderden gsm's te zingen. We waren inderdaad ook gekomen voor de hit Wish I Didn't Miss You" die ze nu zong met citaten uit het originele nummer waarvan ze de sample leende, Back Stabbers van The O'Jays'.
We liepen langs het Oxymore quintet, dat voor een bijna lege zaal speelde en langs Lee Ritenour die volle bak had. Zo veel aanbod, de avond vloog om.

Bootsy Collins
De finale van dag 1, Bootsy Collins, moest -als we dan toch in de clichés mogen- het dak eraf blazen. Collins maakte deel uit van de originele JB's, de begeleidingsband van James Brown. Op o.a. Sexmachine en Superbad speelde Bootsy bas. Hij zat in Parliament en Funkadelic en toert nu door de VS, Japan en een beetje Europa met het 'Tribute to James Brown' met veel artiesten van zijn Bootzilla-label. Het werd bonte avond, met een juffrouw in hotpants die met enige moeite de aankondigingen deed, optredens van het raptrio I-Candi en zangeres Vicky Anderson Byrd die haar best deed geliefd te raken bij het publiek "Dont you all loooooove Vicky Anderson, let me hear you say yeah” en dan wilden we heus als publiek wel even "yeah" roepen al meenden we het niet echt heel erg. Dankzij de close-ups op de videoschermen wist ik ineens aan wie ze me deed denken: Therese Steinmetz. En dat lijkt me geen compliment voor een ex-backing vocal van de hardest working corpse in showbusiness.
Al die gasten die speelden voordat Bootsy zelf opkwam, het was allemaal snoeihard en dankzij een zeldzaam strakke kopersectie en enkele leden van Public Enemy vet-strak. Er was een special appearance van de man die verantwoordelijk was voor het omhangen van de cape van James Brown bij diens optredens. Bootsy had een bus vol Bootzilla-collegaatjes meegebracht.
In wit pak, net als de meester zelf vaak deed, verscheen zanger Toni Wilson, door JB aangewezen als zijn opvolger, zeg maar de Drétje Hazes van de soul. De beelden van zijn optreden staan al online. En dan eindelijk Bootsy zelf, extravagant als altijd, beetje maf en regerend koning van de moddervette funk. Het dampte, stampte en funkte, hard en heftig. Het dak ging er net niet af, maar dat lag waarschijnlijk vooral aan de betrekkelijk degelijke constructie van de JVC/Nile hal.
Wat een lekker dagje, aangenaam gezelschap, veel verschillende soorten muziek en dat deed me denken aan de uitspraak van Fats Waller, vaak geciteerd later: Als je nu nog niet weet wat jazz is, rot dan maar op”.