(Repo voor operamagazine.nl)
Het is al een traditie van vele jaren, Opera in het park, in het Amsterdamse Oosterpark. Het Holland Festival brengt een voorstelling live uit het Muziekgebouw op een groot videoscherm in het park achter het Tropenmuseum. Een paar duizend bezoekers keken afgelopen donderdag naar Jevgeni Onjegin van Tsjaikovski. Een impressie.
Het zou moeten regenen, maar het is droog. De zon, die door de voorspellers niet was beloofd, komt af en toe toch door de wolken heen. Het is zes uur en in het Amsterdamse Oosterpark is alles klaar voor de jaarlijkse ‘Opera in het park’. Ieder jaar, tijdens het Holland Festival, is op een groot videoscherm in het park achter het Tropenmuseum een opera te zien die op datzelfde moment wordt uitgevoerd in het Muziektheater. Dit jaar staat Jevgeni Onjegin van Tsjaikovski op het programma.
Sfeer
De tribune is nog vrijwel leeg. Ergens onderaan debatteren twee dames over wat de beste plaatsen – nu nog voor het uitzoeken- zijn voor straks. Als ze er uit zijn, gaat de tas open. Echte wijnglazen worden gevuld en een van de vrouwen zegt vol overtuiging: “gezellig!”
Een paar rijen hoger zit Rienk. Hij is met zijn partner Theo al vroeg aanwezig. “Dan kan je nog kiezen waar je wilt zitten”. Ze zijn speciaal teruggekomen uit Friesland voor deze avond. “We zijn hier al eerder geweest, dit soort zaken mis je wel in de provincie. We komen voor de opera maar zeker ook voor de sfeer. Er zijn altijd allerlei soorten mensen, soms heel ongedwongen maar er zijn er ook die nadrukkelijk ‘sssttt!’ doen als er gepraat wordt. We vonden in vorige jaren Don Carlo erg indrukwekkend. En Götterdämmerung, die hadden we in de zaal gezien maar die was zo bijzonder hier buiten, dat was echt een hoogtepunt”.
Langzaam vult de tribune zich. Er is genoeg zitruimte maar sommige mensen brengen eigen stoelen meer. De habitués kennen de plek, en weten waarmee je je moeten wapenen tegen de bedreigingen bij een openluchtopera: regen, kou, een lege maag en een droge mond. Plastic zakken, dekentjes, een dikke sjaal of een pashmina, er is vooruitgedacht over het weer.
De tassen gaan open, de maaltijdsalade van de Zaanse grootgrutter blijkt het tegenwoordig veruit te winnen van het klassieke thuis voorbereide Tupperware-bakje. De voorraden die zijn meegebracht variëren van een zak drop tot complete meeneembuffeten met tomaatjes, olijven en fruitsalade.
Aan de kraam van De Nederlandse Opera, waar flyers liggen met de synopsis van de opera en folders voor het nieuwe seizoen, vertelt een medewerkster dat er jaarlijks zo’n 2000 mensen op ‘Opera in het park’ afkomen. “Met Carmen was het nog drukker”. Ze kijkt naar de lucht. “Geen idee wat mensen vandaag besloten hebben, nu het weer zo onzeker is. We gaan het zien”.
Techniek
In de wagen van de techniek is alles onder controle. Hemelsbreed is het iets meer dan een kilometer van de Stopera naar het Oosterpark, maar het signaal gaat via de satelliet en maakt een flinke omweg. Tegen achten kiest de technicus het juiste kanaal, nog een paar minuten voor aanvang. “Alleen zware wolken kunnen het signaal in de weg zitten, maar verder kan er niks misgaan”, legt de technicus uit.
De tribune en de banken zitten vrijwel vol, op het scherm verschijnen dia’s en trailers van de DNO-producties voor het nieuwe seizoen en van het komende jubileumweekend in september.
“Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met culturele vorming”, zegt een vrouw lachend en wijst op haar dochter. Die lijkt het best naar haar zin te hebben, ze kijkt vergenoegd om zich heen. Ze is al 16 maanden. “Dit is onze girls’night out”, lacht een groep vriendinnen. De prosecco gaat rond. Ze moeten even nadenken over de vraag wat nou belangrijker is, de opera of het op stap gaan met elkaar. De zon staat het eerste deel van de vertoning nog op het scherm, dat maakt de beelden uit de Stopera wat flets. De audio is goed, er komt een onvervormd, vol geluid uit de speakers. Al zullen de bezoekers in de zaal aan de Amstel de bassen vast niet zo horen donderen als ze in het park uit de speakers komen. En het koor klinkt alsof het tweemaal zo groot is.
Applaus
Na het eerste oogstlied wordt er in het park geklapt. Een mooie passage, zoals die van het koor, of een fraaie aria wordt ook buiten met een applaus beloond.
Tegen de tijd dat Tatjana haar brief schrijft is de zon bijna weg en biedt het scherm wel alle kleur van haar warm uitgelichte schrijftafel. Zeker in die scène gaan beeld, geluid en de vocale- en acteerprestaties, een dikke kilometer verderop, samen in momenten van aandacht. Het is dan stil als in de Stopera.
De beeldregie is bedoeld voor de tv in de huiskamer, maar zeker als regisseur Misjel Vermeiren voor close ups kiest en het beeld even laat staan, werkt dat nog eens extra op het videoscherm. Monsieur Triquet, de wat groteske zanger op het bal in huize Larin, doet het goed op beeld. Als de arme ziel moet worden gered vanwege een brandje in zijn pruik, klinkt er “bravo!” in het park.
“Het is toch wel leuk”, zegt Chantal, boven een glaasje Chardonnay. Ze is met Ed naar het Oosterpark meegenomen, “gewoon om effe te kijken. Ik ben niet zo’n operafan verder maar we wonen vlakbij en wilden het toch wel meemaken. Thuis zou ik het niet aanzetten maar dit is wel echt wat Amsterdam leuk maakt. Zie je hoe gevarieerd het publiek is?”.
In de pauze gaan hier en daar truien aan, en sommigen houden het voor gezien. Dat vroegtijdige vertrek lijkt meer ingegeven door de langzaam dalende temperatuur dan door kritiek op de regieopvatting van Stefan Herheim, wiens enscenering er bij sommige recensenten nogal van langs kreeg.
Rond elf uur is het afgelopen, de tribunes en banken stromen leeg. “Hij wou niet mee”, zegt een vrouw die op haar man wijst. “En wat vond je er nou van?”, is haar niet helemaal open vraag aan hem. “Ik vond het toch best mooi”, zegt hij op commando. Hij moet dat zeggen, dat kan je zien, maar aan zijn stem hoor je dat hij het meent.