Op de foto die in de publiciteit van de Rotterdamse Operadagen wordt gebruikt, kijkt ze stoer en een tikje spottend in de lens. Angelika Kirchschlager, mezzo-sopraan uit Oostenrijk. Ze heeft bij mijn weten niet vaak in Nederland opgetreden. In 2002 deed ze tijdens een Europese tournee met het Orpheus Chamber Orchestra het Concertgebouw aan. Ze is een geslaagde zangeres die, inmiddels halverwege de 40, met grote dirigenten, op belangrijke podia in spraakmakende producties heeft gestaan. Twee jaar geleden in The Met, in Hänsl und Gretel van Humperdinck. Eerder, in 2004 in Salzburg, als Octavian in Der Rosenkavalier.
Toch is opera niet haar enige vakgebied. Live en op de plaat is de liedkunst een ander favoriet terrein van de mezzo. Ze nam voor Hyperion alle Brahmsliederen op en maakte platen met liederen van Schumann en Hugo Wolf.
In het brede en overvolle programma van de Operadagen Rotterdam was het recital dat Angelika Kirschschlager met haar vaste begeleider Helmuth Deutsch afgelopen zondagmiddag in de Grote zaal van De Doelen gaf, een prettig rustpunt. Ze had gekozen voor 4 componisten en voor schakeringen van droefheid, grote droefheid, oneindige droefheid, uitzichtloze droefheid maar ook af en toe wat lichters.
In een samenwerking met begeleider Deutsch, zichtbaar gebaseerd op blind vertrouwen, weefde ze een klanktapijt in 27 kleuren, waar geen rafel, geen vlek en geen scheurtje aan te ontdekken viel. Alle muziek, alle teksten kwamen even gemakkelijk, trefzeker en mooi golvend uit haar mond. Ze zette boogjes in die richting hadden en waarvan duidelijk was dat ze exact wist waar het heen ging. Zingen met ronde hoeken, dat is een typering die bij Kirchschlager past. Het zag er bijna moeiteloos uit, ze liet muziek en tekst het werk doen. Een enkel lied had zoveel humor en kwam met zoveel plezier de zaal in dat het publiek in goedbedoelde obstructie soms ook tussen blokken liederen door applaudisseerde.
Somberheid, treurnis, donkerte, het was er allemaal. Melancholie soms, in een Brahms-lied als Űber die Heide. ‘Leben und Liebe – wie flog es vorbei’. Schuberts ‘Gretchen am Spinnrade’ kwam eerder stoer dan smachtend tot leven. En van Goethe’s gedicht Klärchen’s Lied (Die Liebe), dat in 9 regels de gestalten van de liefde beschrijft, was die ene beroemde zin ook een weergave van de breedte in emoties die Kirchschlager bereikt:’Himmelhoch jauchzend, zum Tode betrübt'.Liszt, muzikaal net wat eigenzinniger dan de anderen, was vertegenwoordigde met het bittere ‘Vergiftet sind meine Lieder’. Liederen van Mahler uit Des Knaben Wunderhorn maakten het programma compleet.
Er komen nieuwe kansen om Kirchschlager in Nederland aan het werk te horen. In het Holland Festival is ze op 15 juni 2011 in Amsterdam voor The Rape of Lucretia van Benjamin Britten, samen met onder andere Ian Bostridge. En in februari 2012 staat ze opnieuw op het Doelenpodium, samen met het Rotterdams Philharmonisch Orkest in de Kindertotenlieder van Mahler.
__________________________________________
Angelika Kirchschlager, mezzo-sopraan
Helmuth deutsch, piano
Liederen van Schubert, Mahler, Liszt en Brahms.
22 mei 2012 in de Doelen in Rotterdam.