maandag 5 juli 2010
26 juni 2010: La clemenza di Tito
Den Haag bij heel warm weer, dat heeft de sfeer van vakantie en nostalgie, van Veronica en Hommerson Sportland. Het was tegen de 30 vandaag, en aan het eind van de middag kwam de stad langzaam op adem van een van de warmste dagen van het jaar. De fontein op het plein van het Spui spoot oranjekleurig water, for obvious reasons, maar er was meer. De theaters sluiten voor de zomer, alleen in Amsterdam is er een volle programmering in het Concertgebouw. Nota bene met financiele ondersteuning van het Rotterdams Beleggers Consortium. Den Haag had nog een staartje seizoen met de opera 'La clemenza di Tito' van Mozart.
In de zaal van het Haagse Lucent Danstheater deed de airco zeer hoorbaar zijn best. We keken naar de 3e van vier uitvoeringen die de Dutch National Opera Academy (DNOA) gaf. DNOA is een - zoals dat in het jargon heet- tweejarige tweede fase opleiding voor opera, in een samenwerkingsverband tussen het Conservatorium van Amsterdam en het Koninklijk Conservatorium Den Haag.
Oerversie
Wat rondlezend over 'Tito' kwam ik tegen dat het één van Mozarts' laatste werken was, in een paar weken gemaakt in opdracht, niet volgens iedereen even goed gelukt en zo verguisd dat hij lang niet werd opgevoerd. De Oostenrijkse keizerin zou hem na de wereldpremiere in 1791 als 'Duitse zwijnerij' hebben bestempeld. Sinds 1980 wordt hij weer vaker opgevoerd, er bestaan dvd's van o.a. Glyndebourne-versies.
Deze DNOA-versie was de oer-partituur, in de volle lengte van bijna 3 uur. Men wilde er vroeger nog wel eens een als langdradig ervaren recitatiefje uithalen. Wel lang maar zeker niet langdradig vond ik deze complete versie. Dat lag aan de zangers en zangeressen van DNOA die het verhaal van de Romeinse keizer tot leven brachten. De spannende, wat abrupte opening was meteen raak: Vitellia zint op wraak voor de moord op haar vader Vitellius door de vader van Tito. De keizer heeft ook nog gekozen voor zijn geliefde Berenice, de niet-Romeinse.
Rollen
Sopraan Deirdre Angenent zong, acteerde maar vooral: heerste over het podium. Met een tintelende aanwezigheid en welluidende stem maakte ze de aandacht voor haar rol onontkoombaar. In het eerste deel is ze wraakzuchtig en sterk, en zo ziet ze er ook uit, in een pak dat stoere powerdressing laat zien. Na de pauze is ze bezorgd over het uitkomen van haar plannen, als de dan aanstaande bruid van Tito. Dat deel draagt ze een wat poppige hoepeljurk, en ook die meer fragiele kant liet ze prachtig zien.
Sextus, de vriend van de keizer, die verliefd is op Vitellia, was een prima rol van Eva Kroon. De mezzo is nog maar 27. Zeer tegen de gewoonte in stond in de bio's van de zangers ook hun leeftijd vermeld. Toch leuk om te weten.
Als er iets op de keuzes van Mozart aan te merken is, zou dat voor mij het idee zijn om Sextus en Annio door vrouwen te laten spelen. Het schijnt in die tijd als erotisch spannend te hebben gegolden om met 'Hosenrollen' te werken. Ik dacht tijdens het eerste deel eerlijk gezegd dat de samenstelling van DNOA het noodzakelijk maakte zo met de bezetting om te gaan. Te weinig jongens en dan laten we de meiden maar de jongens spelen. Maar het was zo bedoeld door Wolfgang. Niet veel spannends, vond ik. Grootste nadeel is dat de kleuring van de mannen- en vrouwenstemmen ontbreekt in veel duetten en ik mezelf erop betrapte geregeld goed te moeten kijken wie er nu zong. En hoewel de dames-als-heren mannenpakken droegen, was het verwarrend en moest je bedenken: deze mevrouw is dus de beste vriend van de keizer.
Prestaties
De prestaties van de nog jonge, studerende zangers in deze productie werden ongetwijfeld opgestuwd door de ervaren mensen eromheen. Regisseur Floris Visser had een heldere en consequente visie op het werk en liet die met weinig middelen zien. De manier waarop hij het koor, in verpletterend witte pakken, van een choreografie had voorzien was prachtig. Hij wilde de voorstelling plaatsen op een 'Trap der Zuchten', een constructie van steigerwerk die een grote, hoge tribune vormde. Vormgever Niels Mathot maakte de trappen, en koos voor een bijna consequent zwart/wit beeld. Alleen Vitellia en Servilia droegen een enkele keer iets roods en blauws, voor de rest waren kleding, licht en decor in zwart/wit. De kostuums leken van Suit-Supply te komen, veel pakken met stropdas. Geen sandalen, geen Asterix-romeinen, maar een tijdloze (al wilde regisseur Visser dat we 'tijdvolle' dachten) aanpak die aangenaam was om naar te kijken en de muziek tot zijn recht liet komen.
Decor
Weinig decorstukken maar buitengewoon effectief. Aan de rook die het licht fraai filterde en wat andere licht-effecten kon je Mathots' activiteiten voor de musical-wereld terugzien. Hij deede o.a. de decors voor The full Monty.
Die trappen waren heel functioneel, en soms ook spannend, zeker als Vitellia er met hoge hakken op en af rende.
Muzikaal was het dik in orde, met oude muziek-specialist Richard Egarr voor het orkest. Ik zag hem een paar jaar geleden voor het koor en orkest van de Bachvereniging, bij de Mattheus.
Met relatief simpele middelen, de modernistische vormgeving en een uitstekende zangers/koor-groep was het een indrukwekkende voorstelling. Hoopgevend als dit de nieuwe generatie is die de opera-podia gaat vullen. Mijn favoriete van de avond was Deirdre Angenent. Die studeert komende maand af, zo las ik in het programma. Die vrouw komt er wel. Benieuwd hoe we haar gaan terughoren op de podia en in welke rollen. Het lichte vibrato in haar stem was ruim voor Mozart maar past vast ook mooi op Puccini en Verdi.