maandag 12 juli 2010

North Sea Jazz Festival 2010: dag 1

Vrijdagmiddag op de fiets, 10 minuten naar Ahoy. Beetje gespannen verwachting. Zoals altijd vooraf wat zitten staren op het klassieke blokkenschema van zalen en optredens in de hoop dat er een soort rode draad zou ontstaan. Uiteindelijk wist ik een paar dingen die ik persé wilde zien en zou het ook weer een beetje van het toeval afhangen.

Het 35e North Sea Jazz Festival, de 5e keer, daarmee het eerste lustrum in Rotterdam. Je zou het Newport Jazz Festival dat in de jaren '70 jaarlijks Rotterdam aandeed een verre voorloper kunnen noemen.
De afgelopen week vond ik in de berging mijn 'jazz-archief'. Een doos vol bladen, knipsels en tickets van concerten uit het begin van de jaren '70 toen ik fanatiek van de jazz was. Nog altijd fan, maar er kwam zoveel meer bij door de jaren heen.
De 1971-versie van het New Port Jazz Festival in de Doelen kostte voor alle 5 concerten 30 gulden. Dan zat je achter het podium, bij het orgel. Meestal sneakten we wel naar voren, als er plaats was.
Hoogtepunten dat jaar waren de band van Duke Ellington, de Giants of Jazz en het kwartet van Ornette Coleman, met o.a. Dewey Redman en Charlie Haden. Na afloop, die in de nacht, stonden we bij de artiestenuitgang om een beetje verlegen handtekeningen te scoren. En ze staan er nog, op mijn programma: de krabbels van Dizzy Gillespie, Sonny Stitt en Thelonious Monk.
Allways a friend, dat schreef Ornette Coleman bij mijn naam boven zijn handtekening. Tenorist Dewey Redman tekende ook.


This is our music now
Het programma ging mee naar North Sea dit jaar, in de stille hoop dat ik de 'artist in residence' Ornette opnieuw zou kunnen spreken. Coleman is net 80 geworden maar reist nog rond en speelde dit weekend een aantal keren in verschillende formaties.
Zijn optreden op vrijdagavond was met een kleine bezetting, drummer Denardo Coleman, zijn zoon, bassist Tony Falanga en basgitarist Al Mac Dowell. Bijzonder waren zijn speciale gasten, bassist Charlie Haden, die er in 1971 in de Doelen ook bij was en Joshua Redman. Dat is de zoon van Dewey Redman, de saxofonist die jarenlang met Ornette werkte en in 2006 overleed. Het thema is: 'This is our music now'.
[Pic: (C)ois]
De oude meester is wat in zichzelf gekeerd als hij optreedt. Hij zit, speelt, gaat af en toe over van altsax naar trompet, en soms viool.
Josua Redman speelt veel 'experimenteler' dan we van zijn platen kennen. Interessant hoe de oude meester de jonge musicus tot de randen van zijn kunnen brengt.
[Pic: (C)ois]
De muziek is een soort van vrij, maar wordt na een tijdje altijd weer jazz. Coleman wordt wel als de wegbereider beschouwt van de 'free jazz', met gedenkwaardige albums als 'The Shape Of Jazz To Come' en 'Change of the Century' rond 1960.
Het is een mooi om de grote vernieuwer hier weer aan het werk te zien.
Helemaal spannend wordt het als Tony Falanga op zijn contrabas een kraakhelder begin speelt van een van de cello-sonates van Bach. Die muziek gaat over in compleze thema's en improvisaties. Coleman, in zijn merkwaardige kleurtjeskostuum, kijkt niet naar zijn mede-musici maar maakt duidelijke overgangen en hier en daar een staand einde.

'New York state of mind'
De dag was, naast de rituelen van het kopen van de dagflyer en bergen cateringmuntjes, begonnen met het Nederlandse Metropole Orkest. Dat speelt vast op de eerste festivaldag, deze keer in de sfeervolle Amazon. Een van de thema's van het festival was 'New York' en daarom bracht het Metropole ons in een 'New York state of mind' met werken uit en rond die stad en een aantal solisten die elders op het festival optraden. Jason Moran, het nieuwe pianotalent, deed mee, tenorist Eric Alexander, trombonist Clifton Anderson en twee solisten waar ik me erg op verheugde: oud talent Lee Konitz (83) en jong talent Christian Scott (27).


Af en toe speelden de solisten apart met het orkest, zoals Konitz die in de beste traditie van 'Metro's Midnight Music' een fluwelen versie speelde van 'It never entered my mind'. En hier en daar waren Scott en Konitz samen aan de beurt, tot beider genoegen. Mooie combi van oud en jong.
[Pic: (C)ois]
Er wordt altijd hoog opgegeven van de kwaliteiten van het Metropole, maar ook deze keer, in een mooie zaal met fraai geluid, was het weer fantastisch om de blazers en strijkers van het orkest te zien samenwerken.

Acht procent
Terwijl ik zat te luisteren naar het Metropole waren er louter grote namen op andere plekken aan het werk in de Ahoy. Jamie Lidell, Norah Jones, Pat Metheny en nieuwe ster Caro Emmerald. Naar NSJ gaan betekent ook vooral veel kiezen en véél missen. Ik heb wel eens berekend dat als je je best doet, zo'n 8 % van het aanbod kan volgen.
Good old Phil Woods speelde in een kleine zaal bovenin Ahoy, met Rein de Graaff en drummer Eric Ineke. Paar stukken van meegekregen, het leek me allemaal wat routineus.
In de bloedhete 'Darling' stond knuffel-crooner Matt Dusk.
[Pic: (C)ois]
Volle bak, leuke muziek maar ik kon er niet lang blijven. Ik wilde nog wat meepikken van Marcus Miller die het album 'Tutu' van Miles deed herleven.

Ehh, Brasil!
En toen, terwijl Joshua Redman in de 'Hudson' speelde, ging ik naar mijn tweede plusconcert (extra kaartje, verzekerde plaats in de fraaie Amazon): Caetano Veloso. Mijn eerste lp's in de jaren zestig en zeventig waren van Sergio Mendes, Astrud Gilberto, Stan Getz, Joao Gilberto. Op de een of andere manier zit de muziek uit Brazilie, samba en bossa nova, in mijn systeem. Dus als je naar een optreden van Caetano Veloso kan, dan koop je snel een kaartje.
Het werd wat laat, alles liep uit in de Amazon op de eerste avond. Er waren kennelijk toeters en bellen nodig, een wit projectiescherm, heftig licht. De man naast me vertelde dat de laatste cd van Veloso een nogal pop-achtig geluid had en dat het best zou kunnen dat we zoiets zouden gaan horen.
[Pic: (C)ois]
Veloso speelde met 3 jongeheren, op gitaar, keyboard en slagwerk. Opmerkelijk, leek me, dat een Braziliaans artiest werd begeleid door alleen een standaard Yamaha-drumstel. Het festival heeft een gigantische voorraad beschikbaar voor de musici die geen eigen materiaal meenemen. Op het podium een soort delta-vlieger, en projecties van ongetwijfeld het strand van Ipanema.
En ja, er waren heus wel fans en liefhebbers, er zaten mensen die de teksten letterlijk meezongen, er was een fel lied over Guantanamo Bay, de taal was prachtig, maar het bleef een wat moeizaam liedjesprogramma dat maar niet loskwam en niet wilde vliegen, de delta-vlieger ten spijt.
[Pic: (C)ois]
Een dag later, toen ik nog wat zat te internetten over Veloso, ontdekte ik wat een wereldster de man geworden was sinds hij, samen met Gilberto Gil, het 'Tropicalismo' ontwikkelde. Daarin versmolten Braziliaanse pop, Rock & Roll en avantgardemuziek. Veloso schreef ook liedjes voor soundtracks van films als 'Hable con Ella' en 'Frida' van Pedro Almodovar.
Ik hoorde en zag het er niet aan af, deze zingende boekhouder kon me niet boeien, hooguit met af en toe een lekker ritme en verwijzingen naar de bossa nova.
En toen was het al een aardig eind in de nacht, al op weg naar dag 2 van North Sea Jazz.