zaterdag 5 juni 2010

4 juni Carré: Rufus Wainwright

Het is doodstil in Carré. hoewel de zaal bomvol is. Bijna volledige duisternis, niet eens de schermpjes van gsm's of camera's in het publiek. Dan licht het podium iets op. Een gestalte schrijdt met langzame passen naar de vleugel. Stap voor stap. Een lange sleep, aan de bovenkant pailletten en veren. Hij neemt plaats aan het klavier, en begint te spelen. Debussy-achtige muziek. Zijn stem knalt de donkere zaal in.
"Saw you on the corner,
saw you in the park,
saw you on the platform of Grand Central station"
Het zijn de eerste regels van het lied 'Who are you New York', openingstrack van het album 'All days are nights: Songs for Lulu', dat onlangs verscheen.
De 12 stukken worden achter elkaar uitgevoerd, als een echte cyclus. Het zijn eigen songs van Wainwright, maar ook zijn favoriete Shakespeare-sonetten. Geen toelichting, geen praatjes met de zaal, geen applaus. Op verzoek van de artiest waren camera's maar ook applaus afwezig. En ook aan het eind van dit deel werd de zaal verzocht niet te klappen want 'his exit is part of the piece', zo staat het op de website.
Hartverscheurend somber, dramatisch, met alleen de vleugel, en op een groot scherm projecties van het oog dat ook op de cd-hoes staat. Hoewel Rufus Wainwright er een handje van heeft alles te (over)dramatiseren, heeft hij nu alle reden voor drama. Zijn moeder, Kate McGarrigle, overleed op 19 januari van dit jaar na een lange strijd tegen kanker. Ze verloor die strijd, zo heette het, maar Rufus schreef op zijn website: 'her battle, though lost, was tremendously fruitful during these last three and a half years of her life'.

Het moet in 1976 geweest zijn dat ik Kate met haar zus Anne heb zien optreden, in de kleine zaal van de Doelen. Het was de periode van de merkwaardige hit 'Complainte pour Sainte Catherine'. Op mijn academie waren we allemaal verliefd op dat liedje. Ik herinner me een studentenfeestje op een kleine, overvolle zolder, waar we dat nummer een keer of twintig achter elkaar draaiden. In die tijd waren de McGarrigle Sisters op tournee en we gingen natuurlijk luisteren.

Zo'n 10 jaar later was Rufus een jaar of 13 en zong hij mee in de band van zijn moeder en tante. Op deze clip is dat te zien. Hij laat goed zien hoe opmerkelijk de ontwikkeling van Rufus is, van dit brave folk-jongetje naar Grote Stads Drama Queen.


Het tweede deel van het concert zou geheel anders van toon zijn, zo was ons beloofd, en dat klopte. Rufus kwam na de pauze op in een bloemtjespak van Victor&Rolf ('Don't you looove my suit?') en speelde een doorsnee van zijn repertoire, met gezellige en vaak erg grappige anecdotes, waar hij zelf ook wel een beetje om moest giechelen. Zoals zijn ontmoeting met Jeff Buckley, die veel mooier was dan Wainwright. 'I hated him, for being so handsome. But shortly after our day out he died, which is sad, but now I am the fairest'.Rufus in Carré - Foto (C)ois
Hij had de dag van het concert door de grachten van Amsterdam gevaren, was een tikje verbrand in de zon en legde uit hoe enorm veel moeite het dus kostte om zich voor het eerste deel van de voorstelling bleek en ongezond te schminken. 'It was allmost impossible for me to look that way'.
Nederland is favoriet, dat wel, en hij zou best een huis in Amsterdam willen hebben, 'but you have to be a millionaire for that and I am not a millionaire. Well, actually I am....before taxes.'Foto (C)ois
Wat bij klassieke concerten soms niet eens gebeurd, was hier wel zo: het publiek wachtte met klappen tot de laatste noot van ieder nummer was weggestorven en barstte dan pas los. Zeker tegen het einde, toen we het fraaie 'Cigarettes And Chocolate Milk' te horen kregen en het voor veel mensen favoriete 'Going to a town'.
Dat is ook mijn favoriete Rufus-lied. Het past perfect bij de wat nasale, bijna zeurderige toon van zijn zang die raakt en mij in elk geval ontroert.