dinsdag 30 maart 2010

La Bohème in Luxor

"Okay jongens, orkest is okay, spelen goed, kennen hun partijen. Zangers, allemaal goed bij stem, nou ja, Mimi hoest een beetje maar dat hoort bij haar rol, iedereen kent zijn tekst en spreek het Italiaans goed uit. Dusse...eh... "
Maar chef, je bent de regisseur, hoe gaan we dit nou brengen?
"Nou ja, we doen een decortje. Iets met praktikabels, dat neemt lekker mee. En verder wat losse spullen. Als het sneeuwt in het verhaal leggen we er witte kleden over. En er zijn nog wel wat statafels voor de caféscene. Oh ja en dan hangen we achteraan op het podium wat witte bomen en een silhouet van de Sacre Coeur. Lekker artistiek, en dan weet het publiek zeker dat het in Parijs speelt".
Maar, je bent regisseur, hoe gaan we het spelen, hoe gaan we het verhaal brengen?
"Nou dit verhaal vertelt zichzelf, dus. Mja, als Mimi nou in het eerste bedrijf van links opkomt en in het tweede van rechts. Oh ja en als ze dood gaat, gaat iedereen gewoon om haar heen staan. Nou, verder nog vragen?"

Zo moet het ongeveer gegaan zijn, toen de productie van La Bohème werd voorbereid voor een Nederlands/Vlaamse toernee. De Stichting Internationale Operaproducties brengt geregeld opera in de Nederlandse theaters en maakt daarbij vaak gebruik van gezelschappen uit het oosten. Voor deze voorstelling werd gekozen voor het Nationaal Bolsjoi Theater uit Minsk, Wit-Rusland. Goede zangers, keurig orkest, niks mis mee. Op dat punt was het een zeer genietbare versie van Puccini's opera.
Maar ja, net deze opera wordt gezien als een van de meest ontroerende en romantische van het operarepertoire. Puccini, die o.a. ook Turandot (binnenkort bij de Nederlandse Opera) schreef en Madame Butterfly, gebruikte het boek 'Scènes de la vie de bohème' uit 1849 van Henri Murger als basis voor het libretto. Maar van de romantiek en het drama merkte ik weinig. Het was een regie zonder enig gevoel voor theater en voor het idee dat je een zaal mee moet nemen in het verhaal.
Het was buiten al zomertijd, en niet meer zo winters als de laatste maanden. Binnen, in het redelijk gevulde Luxortheater viel de sneeuw op Parijs en zagen we Mimi langzaam ten onder gaan aan haar slopende ziekte. Rodolfo, Marcello, Schaunard en Colline omringden haar. Het orkest, niet zo groot bezet, speelde fraai.
En ik kreeg in elk geval een indruk van wat ik nog wel eens wil zien, maar dan in een volwassen productie, met een visie en een richting.