zaterdag 27 maart 2010

De Mattheus van de Utrechtse Oratorium Vereniging

De uitvoering van de Mattheus Passion in de St Aloysiuskerk in Utrecht gisteravond, was een mooi pleidooi voor de traditionele uitvoering van Bach's werk in Nederland. In de Paastijd worden niet alleen in concertzalen, maar ook in kerken en andere locaties uitvoeringen gegeven. Op Palmzondag zendt de Avro traditiegetrouw de uitvoering uit van het Concertgebouworkest.
De Rotterdamse zangvereniging 'Toonkunst' was in 1870 de allereerste in Nederland die een (verkorte) versie uitvoerde. Pas veel later ontstond het idee dat het aanbeveling verdiende de ongeknipte versie uit te voeren.
De 70-jarige Utrechtse Oratorium Vereniging (UOV) nam de Mattheus dit jaar ook weer op het repertoire. Collega D. zingt op projectbasis bij dit koor en dat was reden voor ons, het voormalige MT om -met speciale gasten- naar Utrecht te gaan. We doen al een aantal jaren een Mattheus.
De UOV is degelijk en niet hip. Hip staat in dit geval voor de term waarmee musici worden aangeduid die op authentieke instrumenten spelen, die dus een 'historically inspired practice' aanhangen. De Bachvereniging is dus erg hip en veel andere ensembles soms wat minder.
Aan de eerste maten van het openingskoraal 'Komt Ihr Töchter' hoor je vaak al de signatuur van de dirigent. Deze Johan van de Camp koos voor een betrekkelijk laag tempo. Dat geeft de muziek meteen iets gedragens, en ik denk dat veel melodielijnen soms wat beter uitkomen in dit lage tempo. Veel zangers op het podium, een mens of 80.
Coro 2, dat van de week bij de Bachvereniging nog maar 4 zangers telde, had hier een tienvoudige bezetting. Dat geeft een grote, gezwollen koorklank die in de galmende akoustiek van een kerk nog versterkt wordt.
Zo te zien legde de dirigent veel nadruk op volume, dat hij met typische gebaren bij koor en orkest leek te regelen. Dat spelen met de klank, soms heel ingehouden zingen, zoals in het koraal na de sterfscene, gaf een mooi dramatisch effect.
De evangelist was adequaat, de andere zangers konden er mee door maar de zangeressen maakten meer indruk. Alt Louise Rijs deed zichtbaar haar best om haar aria's mooi te intoneren. Het duet met Ellen Schuring klonk niet alleen mooi, het zag er ook fraai uit door de aandacht die beide solisten besteedden aan het kleuren van de stemmen. Schuring was indrukwekkend, ze heeft een statige podiumuitstraling en maakte van haar aria's kleine, dramatische hoogtepunten, zeker van 'Aus Liebe'.
Het zijn twee verschillende grootheden, de klassieke, ruimbezette versie in Utrecht en de kleine van de Bachvereniging. Muzikaal wint die laatste dan op punten, maar het mooie van Utrecht is dan weer dat er meer drama, emotie en beweging was.[Nokiapic (C)ois]