De eerste zaterdag van het 39e Film Festival Rotterdam, en meteen al een mega-event. Het is voor één avond Hollywood-aan-de-Maas in het oude Luxor. Voor de premiere van 'Reykjavik-Rotterdam' zijn veel Rotterdamse kopstukken verzameld. Havenbaronnen, wethouders, raadsleden, zelfs de Koningin-Moeder van de Nederlandse cinema, Willeke van Ammelrooy, is naar Rotterdam gekomen. Het is een Ijsland-Nederlandse co-productie die niet alleen Rotterdam in de titel heeft, maar voor een minuut of tien zelfs in onze prachtige stad speelt.
Dick Rijneke is er een beetje opgewonden van, en vindt dat het - op dit nogal engelstalige festival- om een Nederlandse premiere gaat en dat hij gewoon Rotturdams ken praten. Hij leest wat moeizaam van een blaadje boze dingen over het Filmproductiefonds en laat vervolgens raadslid Ronald Motta hetzelfde doen, tot hoorbaar ongenoegen van de zaal. Maar dan gaat toch het licht uit en zien we stoere gangsters en gangsters die dat eigenlijk niet meer willen zijn aan het werk op de smokkelroute. Pillen én pure alcohol, die in Ijsland gebruikt kan worden voor het maken van drank.
Beide steden uit de titel komen in beeld en er zitten fraaie plaatjes in van de reis van een containerschip tussen Rotterdam en Reykjavik. Een maritiem gangsterverhaal dat af en toe wat ontspoort in slapstick-achtige humor en soms net wat teveel geweld laat zien. Maar ook met goed gelukte spanningsbogen en écht leuke grappen. Nederlandse inbreng door Victor Löw die nogal schmierend een brullende, opgefokte gangsterbaas neerzet die voortdurend 'fucking Icelanders' roept.
En een gouden vondst met gehannes met een schilderij van Jackson Pollock.
Er komt een Amerikaanse remake van deze film, met Mark Wahlberg in de hoofdrol. Maar waarschijnlijk niet opgenomen in Rotterdam, en dat schijnt dan weer te liggen aan dat Productiefonds.
Voorlopig is deze eerste versie van 'Reykjavik-Rotterdam' leuk en spannend genoeg.