Foto: Christopher Wheeldon in Vanity Fair
Het heet echt zo: bewonerstheater. Het Muziektheater, dat doorgaans 'De Stopera' genoemd wordt, is het 'bewonerstheater' van het Nationale Ballet en de Nederlandse Opera. Als die twee gezelschappen niet optreden, is er ruimte voor andere programmering. En dat staat op een site met ook al zo'n wilde naam: www.gastprogrammering.nl. Je merkt dat de fantasie regeert in de Amsterdamse kunsten...
Veel dans wordt geprogrammeerd, zoals het Nederlands Danstheater, als de hoofdbewoners er niet zijn, en soms theater, zoals in mei.
Tussen de avonden van de opera Salomé door (daarover later meer op dit klog) stond een Engels gezelschap dat voor het eerst in Nederland optrad: Morphoses/The Wheeldon Company. Een nieuwe combinatie, opgericht door wat men de meest veelbelovende choreograaf van dit moment noemt, Christopher Wheeldon. Dat vinden de kenners en zelfs is hij ook redelijk overtuigd van zijn eigen kunnen. Tegen The Guardian zei hij: 'I want to become the Serge Diaghilev of the 21st century', al slaat dat meer op het feit dat hij een eigen gezelschap startte, Morphosis/The Wheeldon Company. Het heeft zijn thuisbasis op twee plekken, New York en het Londense Saddlers Wellstheater. Wheeldon werd in 'Vanity Fair benoemd tot de 'Fresh Prince of Ballet'.
Neerlands trots was in het Muziektheater Rubinald Pronk. Hij danste 'Softly as I leave you', een pas-de-deux met de Amerikaanse Drew Jacoby. Het ballet was gezet op op muziek van Arvo Pärt en Bach, wiens 'Air' klonk.
Foto: Rubinald Pronk en Drew Jacoby
H., met wie ik in de Stopera was, vond dit prachtig en was geraakt. Ik kwam niet verder dan het oordeel 'sentimenteel'. Een ander werk, 'Bolero' op de muziek van Ravel vond ik wél interessant, omdat choreograaf Ratmansky - voormalig directeur van het Bolsjoiballet in Moskou- buiten de voor-de-hand-liggende cliché's bleef. H. vond het niet veel, kon niet loskomen van beelden van ijsdanskuren op deze muziek en Bo Derek.
En zo werden we afwisselend geraakt of bleven we wat onaangedaan door wat we zagen.
Het meeste indruk maakte het laatste werk van deze avond, 'Fools' Paradise. Nieuwe muziek van Joby Talbot, live gespeeld door Sinfonia Rotterdam. Voldragen groepswerk met veel ruimte voor solo's. Het was fraai gedanst, erg gebaseerd op traditioneel ballet en het was in dat idioom ongetwijfeld behoorlijk vernieuwend. Maar, als ik zo vrij mag zijn de grenzen van mijn snobisme nog wat verder op te rekken, een intellectuele uitdaging, zoals moderne dans soms wel eens is, dat wilde het niet worden op deze avond in Amsterdam.