Ooit, heel lang geleden, waren er discotheken waar discjockey's platen draaiden. Tussen de plaatjes door babbelden de dj's en kondigden plaatjes aan en af. Dat vonden we toen heel gewoon, dat gebabbel. Het werd ooit fraai gepersifleerd door de band Noodweer in het nummer 'Disco'. "Allllemaaaalllll een hééél goeienavond en harrrrrtelijk welkom hier in de SunshineCorrrrneerr". Ergens in de jaren '70 bedacht iemand dat het leuker was om niet te praten maar de plaatjes naadloos in elkaar over te laten lopen. De mix was geboren. Twelve inch-versies van nummers werden zo geproduceerd dat er een break in zat zodat je een ander plaatje kon instarten. De BPM (beats per minute) stond aangegeven op het label, en je kon de platenspeler iets sneller of langzamer laten lopen voor een ideale overgang.
En na mixen kreeg je sampling, het gebruik van stukjes uit een nummer om er een nieuwe productie van te maken. En er ontstond de mash-up, het doormekaar gooien van nummers.
Ik zet hier niet vaak zomaar een filmpje neer, maar deze mash-up van 2 nummers is waanzinnig. Peggy Lee en Iggy pop samen. Zij met de klassieker 'Fever', hij met 'The Passenger'. Zo klinkt het: