Alle acteurs zitten rond de houten tafel. Vader Karamazov, zijn 3 zonen en de andere rollen. Het ziet er vermoeid uit, uitgeblust. Het soort scene waar toneelstukken soms mee eindigen. Alles is gezegd, alle gevechten zijn geleverd.
Een enkeling praat en wie niet praat kijkt glazig voor zich uit. In die sfeer leren we de familie Karamazov kennen. Vader Fjodor, een rol van Jack Wouters, die gewond raakt bij een gevecht met zijn zoon Dmitri. Naast de glazige blikken en de oneindige leegte die boven de tafel van de Karamazovs hangt, zijn er ook momenten van grote heftigheid. Monologen die de acteurs soms direct de zaal inslingeren. Zoon Ivan, die bijna stikt in de emotie bij een verhaal over kinderen die mishandeld worden. Fragmenten uit het pleidooi van advocaat Fetjoekovitsj, dat met grote impact door Jack Wouters wordt gedaan.
Mooi, als in esthetisch mooi, dat zit er niet in. De acteurs niet, hun kleding niet, het decor is ruw hout. Het is geen voorstelling die verleidt. De teksten van Dostojevski, die zijn mooi. Uitspraken die tot nadenken stemmen. Het meeste indruk maakte actrice Fania Sorel, die verrassend werd gecast voor de rol van de jongste zoon, Aljosja. Zij brengt de dromerige, goedwillende jongen tot leven, met grote ogen en een aandoenlijke, naive kijk op de wereld en schuld en boete. 'Als ik God was, dan zou ik álle mensen vergeven'. Zulke zinnen.
Er is veel tekst, en niet altijd heel veel toneel. Maar de serieuze, diepgravende aanpak van regisseur Alize Zandwijk verdient aandacht.
Op zaterdag 17 oktober was de premiere, daarna tournee tot eind december.