Als zevenjarige hoorde ik hoe mijn ouders enthousiast terugkwamen uit de bioscoop van de film West Side Story. Het leek me behoorlijk eng, dat vechten en die messen en er vielen zelfs doden. Ze deden er nogal opgewonden over, het was kennelijk nieuw en nog niet eerder vertoond wat ze zagen.
Als Les Miserables de moeder van de moderne musical is, dan moet West Side Story toch minstens als de eerbiedwaadige grootvader worden beschouwd. Het productieproces van de eerste versie was complex en eindigde in ruzie bij de premiere op Broadway, vandaag precies 52 jaar geleden, tussen Jerome Robbins, Leonard Bernstein en Stephen Sondheim.
De theaterversie was een succes, de film een hit en van de muziek kun je in dit geval echt zeggen dat hij in het collectieve geheugen zit van de generaties na de jaren '50. Als we de muziek in de jaren '80 -toen Les Mis en later Miss Saigon ontstonden- even dreigden te vergeten, hielp de beroemde plaatopname door componist Bernstein met Carerras en Te Kanawa ons weer herinneren. De oplopende spanning in de opnamestudio zit in de documentaire en is erg bekend geworden.
De engelstalige productie van West Side Story staat een paar weken in Carré. Deze tweede avond, op de dag dat de Volkskrant een juichende recensie had, zat de zaal net half vol. Dat maak ik niet veel mee.
Het was, zo bleek al snel, een versie die geheel trouw was aan het origineel. Het decor bestond uit het klassieke beeld van de trappen en balkons van de New Yorkse Lower East side. Geen basgitaren maar de voorgeschreven contrabas in het orkest en geen R&B-vocalen. Gestyleerde dans, mooie zang en sterke rollen, zeker van hoofdrollen Tony (Scott Sussman) en Maria (Ali Ewoldt), met als extra succes de rol van Anita (Oneika Philips), de vriendin van Maria.
Wat me erg aansprak was een moeilijk onder woorden te brengen ontbreken van geliktheid. Het was theater, het was gemaakt voor het publiek, maar je kreeg niet het idee dat alles in dienst van het effect werd gesteld. Geen grootschalige showstopper voor de pauze bijvoorbeeld. De eerste acte eindigt in een ook in de jaren '50 al omstreden gevecht dat eindigt met de dode bendeleden op het podium.
Zeker de geheel in wit uitgevoerde dansscene in een abstract soort 'hemel' waarbij off-stage het mooiste lied uit de musical, 'Somewhere' wordt gezongen, was meer artistiek dan showy.
Er zit een hoop emotie en drama in deze voorstelling, en toch wordt het niet uitgemolken en zijn sommige dramatische scenes bijna discreet. Al wordt er hier en daar wel uitgepakt, zeker door de nogal expressieve Maria.
Zang en dans waren top, bij het acteren kreeg ik soms een klein beetje Batman-gevoel. Stoere teksten die je zo stoer mogelijk uitspreekt maar die dan niet helemaal lukken. Die wat aangezette stoerigheid gaf vooral de scenes van de blanke Jets iets gay-ish.
Het was een mooie avond aan de Amstel, met een productie die in 52 jaar nog geen nieuw behangetje nodig heeft, en waarvan het geweldig was om hem in zo'n authentieke vorm een keer live mee te maken.
Hieronder een impressie van MusicalWorld.TV: