Don Juan, of Don Giovanni, zoals hij in de opera van Mozart heet, is het klassieke archetype van de vrouwenversierder. Dat blijkt in de opera op alle momenten waar Don Giovanni als zichzelf of verkleed als zijn knecht Leporello achter de dames aan gaat. Maar voor wie de echte feiten belangrijk vindt is er de scene waarin Leporello in een aria de harde getallen geeft: de veroveringen van Don per land in aantallen dames. Er blijken dames gweest te zijn in Frankrijk, in Italie, Turkije en in Spanje, waar Don Giovanni 1003 maal een dame scoorde. Naast dit gezongen excelbestandje van de verleidingsresultaten is er ook de lijst die Leporello op papier bijhoudt. In de Don Giovanni die een paar jaar geleden werd opgevoerd in het Muziektheater in Amsterdam had Leporello een betrekkelijk klein boekje, waaruit echter een enorme lijst - opgevouwen als een harmonica- kwam rollen.
In de versie van Don Giovanni die de heropeningsweek van de Doelen opsierde had een ijverige decorassistent op een dikke rol pakpapier een onafzienbare rij zuidelijk klinkende damesnamen geschreven. Librettist Da Ponte was graag duidelijk over de praktijken van Don en op welke wijze die leidden tot zijn treurige einde.
De Doelen, inmiddels ruim 40 jaar oud, is de afgelopen maanden stevig onder handen genomen. Het is de architecten gelukt om vrijwel alles aan te pakken en toch de ruime, feestelijke sfeer van de Grote Zaal te behouden.
De openingsweek kende veel soorten muziek, van opera tot symfonisch en van wereldmuziek tot jazz. Ik was zeer tevreden met mijn kaartje voor de opera-avond. Een productie van de Mozart-opera Don Giovanni, met het Combattimento Consort van Jan Willem de Vriend in een regie van Eva Buchmann. Die is bekend om de psychologische benadering van de verhalen.
Het paste allemaal net op het podium van de Grote Zaal, de stellages, een groot videoscherm en het orkest dat letterlijk in het middelpunt zat. Het consort speelde fraai en zeer bescheiden, met voortdurend aandacht voor de begeleidende rol.
Marcel Boone en Henk Neven waren de mannelijke hoofdrollen, geloofwaardig, sterk en net zo mooi als de meeste zangeressen die de Donna's Elvira en Anna speelden.
In de eerste tien minuten van de opera vecht Don Giovanni met de vader van een van zijn veroveringen, Il Commendatore. De Rus die deze rol zong was groot en zong laag en dreigend, helemaal zoals het hoort. In de tweede acte is er een standbeeld voorgeschreven voor de betreurde Commendatore. Waar decorafdelingen zich doorgaans mogen uitleven op een groot, indrukwekkend standbeeld, viel er op dat punt hier niks te beleven. De Commendatore kwam als standbeeld niet in beeld. In het verhaal gaat hij zich ineens bemoeien met een gesprek tussen de twee mannelijke hoofdrollen en accepteert de uitnodiging van Don Giovanni om te komen souperen.
De slotscene maakte het ontbreken van een standbeeld wel helemaal goed. Ineens verscheen Il Commendatore hoog in de zaal, fel aangelicht en met bulderende stem, Don Giovanni lokkend om naar hem toe te komen. Er was theaterrook, er daalden zilveren schalen uit de nok van het podium en Don Giovanni stortte in de diepte.
Alles klopte aan deze voorstelling, met als bepalend element natuurlijk de prachtige muziek die voor het eerst klonk in Praag, op 28 oktober 1787. Mozart was toen 31 en maakte met Daponte deze op Dante's Divina Commedia gebaseerde opera.