De Cruise Terminal, ooit de plek waar de passagiers van de HAL naar New York vertrokken, is locatie voor allerlei beurzen en evenementen. Hoe saai, voorspelbaar of oninteressant ze ook zijn, je hoeft maar even uit een van de vele ramen te kijken en je ziet de Nieuwe Maas, die dwars door Rotterdam stroomt. Rustgevend én dynamisch, melancholiek en bruisend, het beeld kent vele gezichten.
Vandaag was er weinig reden voor verveling. ART Rotterdam, de jaarlijkse kunstbeurs waarop kunsthandelaren en galeries uit ruim tien landen hun aanbod laten zien. Veel, heel veel kunst, met naast schilderijen ook weer veel foto- en print werk.
Ik kijk als een echte leek, als een echte Hollander en als een echte Rotterdammer: 'Spreekt het me aan? Wat kost het? Wat koop je ervoor?" De handel draait goed, naast veel werk hangt een bemoedigend rood stickertje.
Kunst kijken is leuk, mensen kijken is leuk en de koffie was goed binnen te houden. Ik was blij dat ik een enkele naam herkende, zoals Gert Brenner (die ik onlangs bij Galerie Delta ontdekte met fraaie, grote werken), Willem Diepraam, Hans Wilschut en Philip Akkerman.
Wat bleef hangen? (bij mij dan, de werken blijven nog maar een dag in de CTR).
Zeker de grote schilderwerken op papier bij Galerie Rob Malasch van Pieter de Kok. Portretten van militairen, maar met een twist.
Mijn kennis van de kunst is veel te beperkt om in termen van kwaliteit naar al dat aanbod te kijken. Boeiende discussies daarover met een ook aanwezige bevriende kunstenaar. Die ziet het wel, maar die heeft er in doorgeleerd.