Hier op de Kop van Zuid breekt iedere avond rond 22 u. de revolutie uit. Niet op maandag en op zondag twee keer. Het volk komt in opstand tegen het leger, er wordt geschoten en als de kruitdampen zijn opgetrokken blijkt dat er slachtoffers vielen. Ex-gevangene 24601, met de naam Jean Valjean, overleeft de schietpartij.
Gelukkig zit er een fraaie muzieklijn onder, gespeeld door een kundig orkest. En alles verloopt verder vlekkeloos want de revolutie is in goede handen bij Stage Entertainment/Joop van den Ende-Theaterproducties.
Het is inderdaad niet moeilijk om cynisch te doen over musicals, en dus ook over Les Miserables als de oer-musical sinds 1980. Ik ken erg veel mensen die gruwen van het genre, die hikkend van de lach kunnen uitleggen hoe merkwaardig het is dat acteurs middenin een scene in gezang uitbarsten, en dat ze dat zingen dan niet op de zaal richten -want er is een vierde wand- maar op het eerste balkon. De zang geschiedt doorgaans met een zwaar vibrato en gaat gepaard met ernstige vormen van belten (“Belting or vocal belting refers to a specific technique of singing by which a singer uses a high-intensity sound to convey heightened emotional states. It is often referred to as 'yelling set to music.'). De acteurs komen meestal op een drafje op en de kans dat de hoofdfiguur leidt aan de liefde en sterft is vrij groot.
En toch......toen ik 17 jaar geleden Les Miserables voor het eerst zag in Carré was ik meer dan bereid me over te geven aan de magie van het theater. Want er is geen genre waar je zo mag uitpakken met muziek, licht, geluid, decor en vooral: drama. Als je bereid bent dat allemaal te ondergaan, heb je een topavond.
17 jaar na dato staat les Miserables in het Luxor. De nieuwe generatie musicalsterren vult de rollen, de Marius die ooit door Danny de Munck werd gedaan wordt nu door Jamai Loman gespeeld. Fantine is nu een rol van Nurlaila Karim.
We zaten eerste rij, net boven het orkest en met zo'n kleine afstand tot het podium dat je goed kon zien hoe hard er gewerkt werd. René van Kooten als een zeer indrukwekkende Jan Valjean en -het moet gezegd- Carlo Boszhard overtuigt volledig in zijn rol van de doortrapte opportunist Thenardier.
De muziek is opnieuw gearrangeerd en hier en daar zit er meer vaart in de voorstelling. Het rode vaandel werd geheven, het podium draaide geraffineerd en gaf ons de illusie van de Parijse barricaden, van de riolen waarin Marius ontsnapt en het feest van de adel waar Marius en Cossette elkaar het ja-woord geven. En we geloofden het voor die ene avond echt allemaal. De magie van het musicaltheater.[Nokiapic: ©ois]