zondag 8 juli 2012

Het 37e North Sea Jazz Festival - dag 1

Het was er weer tijd voor. Het vorige North Sea Jazz festival was al weer een jaar geleden en ik had zin in de lawaaiige hectiek van de ongeveer 1000 musici die de festival-programmering vullen in een niet te overzien aantal zalen en concerten. Er veranderen ieder jaar details in de organisatie, meestal zijn dat verbeteringen in de routing enzo en soms is er afscheid genomen van een element (de programma-lanyards zijn dit jaar afgeschaft) maar veel is heel erg hetzelfde.


Alweer het zevende jaar in Rotterdam, dat lijkt iedereen prima te bevallen. Fietsafstand voor zoveel moois, dat is de luxe van wonen in 010.
Als je even op een strategische plek gaat staan, tijdens het festival, en je kijkt wie er aan je voorbijtrekken, dan wordt duidelijk hoe enorm gemengd het publiek van dit festival is, met alle leeftijden en kledingstijlen. Hoewel een dagkaart niet echt goedkoop is - en je om die kaart te mogen kopen nog eens 10 % toeslag betaalt als 'reserveringskosten'- trekt het festival een breed publiek. Er zal ook dit jaar wel weer discussie komen over de mix tussen jazz en andere muzieksoorten, maar die is er elk jaar.

Vrijdag 6 juli 2012, dag 1: Legendes en jong grut
De dag begon al meteen mooi. Bram Stadhouders, een originele musicus, kreeg een compositieopdracht van het MCN en maakte een werk voor gitaar, toetsen en drums, en voor acht leden van het Nederlands Kamerkoor. Spannend om volkomen onbekende muziek te gaan horen, waarvan je een vage verwachting hebt maar waarbij de combinatie verrassend zou worden. Stadhouders schreef ijle koorklanken, die met zichtbaar plezier werden gezongen door de leden van het Nederlands Kamerkoor.
Bram Stadhouders en het Nederlands Kamerkoor
©ois
Twee werelden kwamen samen op het podium van de Madeira-zaal en dat gaf een mooi resultaat. Het Kamerkoor is de wereldtop in vocale muziek en hun aanwezigheid op het festival was echt bijzonder. Zulke instant-fusies wil ik wel vaker zien. Een paar leden van het Kamerkoor staan aanstaande dinsdag alweer in het Concertgebouw voor muziek van The Fairy Queen van Purcell. Een tijdreis. 

Metropole Orkest met Joshua Redman
©ois 
Nog zo'n monument van Nederlandse muziekcultuur, het Metropole Orkest, speelde in de Amazon, die heel vol zat voor het orkest en voor artist-in-residence Joshua Redman. Met wat zangeressen die duetten deden met de tenorist deed de muziek me denken aan de tijd dat 's avonds heel laat op de radio Metro's Midnight Music klonk. Het wekelijkse radioprogramma bestond uit opnamen van het orkest met allerlei grote namen uit de jazz. Joshua Redman blies lyrische lijnen en deed op momenten denken aan Stan Getz, niet de slechtste om mee vergeleken te worden.
McCoy Tyner en Ravi Coltrane
©ois 
Via de Fastlane, zo heet een van de verkeersaders die bezoekers wat sneller het gebouw laat doorkruisen, waren we mooi op tijd in de Hudson. Zo'n moment dat op veel afleveringen van het NSJ wel eens voorkomt, als een echte jazz-legende op het podium staat. Hier was nog meer aan de hand. Pianist McCoy Tyner maakte in de jaren '60 deel uit van het kwartet van John Coltrane. Tyner (1938) had het daarna niet altijd makkelijk, het verhaal gaat dat hij in de jaren '80 taxichauffeur was in New York. Het optreden was extra bijzonder omdat saxofinist Ravi Coltrane deel uit maakte van het kwartet.

Ravi was pas twee toen zijn vader John overleed in 1967. Zijn moeder was pianiste Alice Coltrane, die een paar jaar geleden overleed en met platen als 'Ptha the el Daoud' een eigen naam vestigde in de jazz. Tyner was vitaal, Coltrane was bescheiden en had eerlijk gezegd ook wel enige reden daarvoor. Hij maakte muzikaal niet veel indruk met bloedeloze soli. Echt indrukwekkend was dat Tyner en hij tijdens het optreden een stuk van vader John speelden.

Van Morisson
©ois 
Lichte haast, die beloond werd, om in de Nile te komen. Daar speelde Van Morrison een hele prima set. Hoed, zonnebril en een dik pak, Morisson mag zijn ware ik graag verstoppen. maar hij was goed gemutst. Dat wil wel eens anders zijn, zoals die avond in Carré, een jaar of 10 geleden, toen hij zijn muziek speelde maar tijdens het hele concert niet liet merken dat hij zich bewust was van de aanwezigheid van publiek.

Ik was nog niet binnen, ergens hoog op een tribune, viel net binnen toen Moondance klonk, een stokoud nummer dat nooit gaat vervelen. Er was een korte storing in het geluid  maar zelfs daar leek Van zich niet niet echt aan te storen. Wonderlijk hoe goed zijn stem, die hij gebruikt op een manier waar elke klassieke zanger zou gruwen, nog klinkt na al die jaren on the road.
Rita Reys
©ois 
Van de stampvolle Nile met Van Morisson kon je per roltrap naar de Madeira, ook heel vol. Tot in de gangpaden zaten de fans van jazz-diva Rita Reys. Niet een afscheidsconcert, zoals een krant meldde, maar het optreden van de inmiddels tegen de 90 lopende zangeres trok veel bezoekers. Fysiek en vocaal nog behoorlijk vitaal en verder ook her usual self.

Een sneer naar haar begeleider op piano, de briljante Peter Beets ('ja dat was een E-tje he.....'), schmieren met de andere begeleiders, met wie ze er geen genoeg van kon krijgen om te klagen over de warmte. Geen leuke mevrouw om mee te weken, lijkt me. Miss Reys deed het muzikaal verder prima, haar repertoirekeuze ging van bekend (Love for sale van Cole Porter) naar minder bekend (When sunny gets blue van Nat King Cole).
Blitz The Ambassador
©ois 
We stonden buiten, bij te komen van de cocktails die Rita muzikaal serveerde, maar rust kwam er niet. Bij de half open Mississippi meldden zich op het podium een aantal heren uit New York, de begeleiders van Samuel Bazawule (een Ghanees die naar New York verhuisde in 2001). Binnen no time was het feest bij Blitz The Ambassador, zoals Bazawule on stage heet met zijn begeleidingsband Embassy MVMT. 
In hoog tempo stortten de heren een aangename lawine tyfusherrie over het publiek uit, een mix van hiphop, jazz, soul en funk. Alsof je achterelkaar 3 blikjes Red Bull achterover slaat. Maar dan lekkerder.


Het begon met jong grut, via legendes naar grut en het eindige met de jonge legende, Nile Rodgers. Niet heel gezond meer, maar buitengewoon goed in vorm met een band die de oude tijden van Chic deed herleven. Zijn mega-successen uit de periode eind jaren '70 - begin jaren '80 kwamen voorbij in een set die de Nile even verbouwde naar Studio54 in New York. Niet helemaal die sfeer qua gebouw, maar muzikaal was het een onafzienbare rij hits van Chic, zoals Le Freak en Good Times en die van Sister Sledge, zoals We are family en de klassieker He's the greatest dancer :


Halston, Gucci, Fiorucci
He looks like a still
That man is dressed to kill
Nile Rodgers
©ois 
Het duo Bernard Edwards en Nile Rodgers maakte voor heel veel anderen hits, die klonken ook. Let's dance, van Bowie, en Like a virgin van Madonna. 
En toen was het klaar. Zondag nog een dag.