Je kunt ook zeggen dat de zaal aardig bezet was, afgelopen donderdag, toen het Orkest van de Achttiende Eeuw onder leiding van Frans Brüggen (1934) op het podium van de Doelen zat. Met een overweldigend aanbod aan passies van Bach, en van andere componisten, mag je als musicus al blij zijn met een redelijke kaartverkoop in de tijd voor Pasen.
Brüggen was dit seizoen veel te horen in Rotterdam. Hij bracht met zijn orkest een goed ontvangen Beethoven-cyclus, waarvan de opname van alle symfonieën binnenkort verschijnt, een half-concertante Entführung van Mozart en nu de Johannes-Passion van Bach. Met dat werk zijn orkest en solisten ook op toernee. Het ensemble was al in Zwitserland en Italie en gaat na Rotterdam nog naar Parijs, enkele Nederlandse steden en Innsbruck.
De grote Doelenzaal was voor koor, orkest en solisten wat groot, maar dan gaat het over de klank en niet over de tickets. Vooral bij de eerste aria van altus Michael Chance was er een probleem met de klank. Hoewel hij voor het orkest stond, droeg zijn stem niet ver genoeg. Dat ging na de pauze overigens beter. Het openingskoor had toen al geklonken, waarbij Bruggen - en koordirigent Daniel Reuss tijdens de repetities- koos voor een heel organisch geluid. Dat was ook bij het slotkoor het geval. De koorklank en die van het orkest smolten samen in een geheel dat daarmee niet spectaculair was -sommige dirigenten laten het koor flink uitpakken - maar wel mooi.
Persfoto Anders Dahlin |
Het was, met een hele club collega's en andere bekenden, een aangename avond. De muziek was mooi geschreven, netjes uitgevoerd maar kreeg niet altijd de artistieke hoogglans die Bach eigenlijk wel verdient.