Het Amsterdam Baroque Orchestra van Ton Koopman toert door Nederland met een geheel instrumentaal programma. Koopman reist overigens ook de komende weken nog naar New York, Montreal, Cleveland en oh ja, Barneveld. Ook een musicus van serieuze snit als de Bach- en Buxtehudespecialist heeft tegenwoordig een leven vol luchthavens, snelle verplaatsingen en hotels.
Het nieuwe programma heeft als motto 'Air' en het is een laagdrempelige, brede programmering die eindigt bij de oude Bach, begint met Bach-zoon Carl Philip Emanuel en via Haydn en Locatelli een reisje maakt door de muziek van de achttiende eeuw.
De tour opende afgelopen dinsdag en dankzij de Avro zaten we goed, behoorlijk vooraan, met zicht op het orkest en de dirigent, die vanachter zijn clavecimbel en orgel de muziek dirigeerde.
Het klonk heel goed allemaal, niet met het grote avontuur, maar er is denk ik niemand die zo goed de muziek van Bach en diens tijdgenoten heeft bestudeerd als Koopman. De twee Sinfonias van Bachzoon Carl klonken voor de pauze, met een orgelconcert van Haydn, gespeeld op een klein orgel. Locatelli, waarmee het concert na de pauze opende, was mooi en te kort, dat had nog wel langer mogen duren. De delen lopen in de uitvoeringen van het ABO nog al eens in elkaar over en dan is het voorbij voor je het weet. Het concert eindigde met de derde orkestsuite van Bach, waarin veel kleuren en vormen zitten, in elk geval een heleboel dansen, inclusief de beroemde Air, die de naam werd van het programma. En die me deed denken aan een heel ver verleden, toen 'Ekseption' als popgroep klassieke muziek bewerkte, tot groot ongenoegen van de liefhebbers. In retrospectief wat dat eigenlijk een bijzondere innovatie in de pop. Hieronder eerst een Koopman-versie van het deel uit Bachs derde orkestsuite:
Ekseption had hoorbaar moeite met de eerste maten, waardoor het nummer nogal plompverloren begint, maar deed een dappere poging de muziek van Bach te 'moderniseren':