Serge Gainsbourg was ongetwijfeld de kleurrijkste en meest spraakmakende tekenaar, zanger, regisseur, componist en acteur van de Franse muziekscene in de jaren '50, '60, '70, '80 en '90.
Nu, 19 jaar na zijn dood, is er de biopic over het leven van Gainsbourg, die zeker nog niet vergeten is in Frankrijk. Om de zoveel jaar komt er wel een tribute op de markt van artiesten die de grote meester van het lied eren met eigen versies van zijn nummers.
De film begint met Gainsbourg die, als kind in de oorlog, eigenwijs naar het stadhuis gaat om als de eerste jood in Parijs een ster te mogen dragen. Hij tekent, maar leert muziek maken en wordt steeds belangrijker als componist voor mensen als Juliette Greco en France Gall, voor wie hij het songfestival-succes 'Poupée de cire' schreef.
De film doet nogal veel moeite om vanuit een soort psychologisch perspectief de ontwikkeling en het leven van Gainsbourg te duiden. Er wordt zelfs een soort alterego opgevoerd, die als een karikatuur van de hoofdrolspeler met hem af en toe in discussie gaat. Gainsbourg was in zijn leven een provocateur van ongekende grootte. Die kant wordt in de film goed belicht.
Het is mooi gemaakt, er is goed nagedacht over de aanpak en de casting is uitstekend gedaan. Waarbij ik op de aftiteling zag dat de acteur die zo'n geloofwaardige imitatie van George Brassens gaf, de regisseur Joann Sfar zelf was.
De belangrijke vrouwen in het leven van Gainsbourg komen uitgebreid in beeld. Juliette Greco, niet zo heel look-a-like neergezet, Jane Birkin, door Lucy Gordon en Brigitte Bardot. Laetitia Casta komt als BB werkelijk de film binnendenderen in de gang van het appartement van Serge Gainsbourg. Ze is een zeer goed gelukte Bardot, die alle zinnelijkheid en raffinement uit de kast trekt in een overdonderende rol.
In '68 en '69 schreef Gainsbourg veel voor Bardot. In al zijn simpelheid vind ik dit liedje bloedstollende mooi, geschreven voor een tv-special die op oudejaarsavond '67 werd uitgezonden. Bardot bezingt het einde van de zomer en dat doet ze prachtig melancholiek:
En toch blijf ik vinden wat ik altijd vond, als ik Gainsbourg met trillende handen, kettingrokend en licht-beneveld in de Franse talkshows voorbij zag komen. Geen leuke man, teveel zuipen, roken en vaag gedoe met dames.
Maar....zijn werk als componist en vooral als zanger, dat in de film wat mij betreft een te kleine rol speelt, is absoluut beeldbepalend in de Franse popmuziek en het chanson. We zien hoe hij 'La Javanaise' maakt voor Greco, hoe hij het naieve meisje France Gall in de maling neemt met zijn lollypop-liedje. De albums waarvoor Gainsbourg naar Nassau ging om met Sly&Robbie op te nemen, met daarop het zeer omstreden 'Aux armes etc', komen uitgebreid in de film aan de orde. De twee platen uit die tijd, met de vette reggaebas van Robby Shakespeare hebben een fantastisch broeierig-geile sfeer.
Acteur Eric Elmosnino brengt een levensechte Gainsbourg tot leven, die met veel Gitanes en Jim Beam al die ingewikkelde afffaires had, maar vooral ook al die prachtige liedjes schreef.
Zijn allermooiste is een lied-over-een-lied-over-een-lied: 'La chanson de Prévert', dat gaat over het chanson 'Les feuilles mortes'. Het zit niet in de film maar is wat mij betreft de mooiste bijdrage van Gainsbourg aan de Franse muziek. Deze versie van Cora Vaucaire staat op een zeer gekoesterde opname van haar optreden in het Theatre de la Ville in Parijs in 1975. Er is geen beeld van dat concert maar het filmpje is bij de audio-opname gemaakt: