vrijdag 20 maart 2009

Hartverscheurend en een beetje klungelig

Het was niet hartverscheurend klungelig. Maar het was wel klungelig. En hartverscheurend. Hartverscheurend zat in de muziek en vooral in het dramatische einde als koningin Dido haar lot bezingt. Aenas, prins van Troje heeft haar verlaten om Troje opnieuw te stichten. In 'Dido's lament' bezingt ze de smarten van de verlaten koningin. Die aria is het meest bekende en meest dramatische onderdeel van de opera Dido and Aeneas. Geschreven door Henry Purcell ergens rond 1677 en voor het eerst uitgevoerd door de 'young Gentlewomen', dochters op kostschool van welgestelde ouders in Chelsea.
De versie die Philip Pickett's New London Consort deze avond in het Amsterdamse Concertgebouw bracht was gebaseerd op een overgeleverd draaiboek van een theateravond in 1700. Deze uitvoering is langer dan de opera zoals we die kennen. In een inleiding verschijnen goden die hun snode plannen met de protagonisten ontvouwen of juist hun best doen het noodlot af te wenden.

Deze productie, die in het Purcelljaar op een aantal plaatsen op de wereld wordt gespeeld, is in de vorm een wat halfbakken enscenering waarbij het koor voortdurend op het podium is, af en toe zingt maar vooral stil spel moet leveren. Vraag zangers te acteren en te zingen, dat kan. Maar koor zijn en veel stil spel, dat is duidelijk teveel gevraagd. Het diepzinnig gekijk, de veelbetekenende blikken en de meelevende modus gingen snel irriteren, want de zangers zongen fraai maar konden voor geen meter acteren. Heen en weer geloop, kleine rare requisitietjes en af en toe een verkledinkje, het droeg allemaal niet bij aan de kwaliteit en vooral de zeggingskracht van deze productie. De enigen die normaal deden waren de leden van het orkest, vast op de linkerhoek van het podium. Mooie, zorgvuldig in authentieke stijl gespeelde begeleiding en af en toe een eigen suite.
Zangeres Julia Gooding, een naam in de wereld van de oude muziek, was met haar dramatische blik en venetiaans blonde lokken een mooie Dido. Aeneas had niet veel mee, een dramatische, vibrerende bas/bariton, niet mijn favoriet. Belinda was de leukste, zangeres Dana Marbach, afkomstig uit Israel leek piepjong maar zong heel vaardig, heel erg zoals je barok moet zingen.
Het was met al dat geloop en de aanstellerij op het podium toch een wat mislukte avond.
Ik hoop dit jaar nog wel 2 andere versies van D&A te zien. In de Robecozomerserie staat een Spaans gezelschap geprogrammeerd en in de Stadsschouwburg zal komende zomer William Christie een D&A komen produceren. Christie was de laatste decennia als Amerikaan de reddende engel die in Frankrijk in de muziekhistorie dook en de muziek uit de baroktijd in de aandacht bracht. Zijn research van oude partituren van Rameau, Lully en M.A. Charpentier leidde tot uitvoeringen die anders waarschijnlijk nooit gerealiseerd zouden zijn.
Het blijft nog wel even Purcell-jaar.