dinsdag 3 maart 2009

Alweer Hamel

[foto: Felix van de Gein]
Moest dat nou alweer, een avondje luisteren en kijken naar zanger Wouter Hamel en zijn band? Ja, dat moest. Niet alleen om de aardige uitnodiging van D. die ik zeker niet wilde afslaan, maar ook omdat ik wel weer benieuwd was. Hamel heeft net een nieuwe cd uit, en doet als vervolg op de clubtour van afgelopen jaar nu een theatertour door Nederland.
De nieuwe cd, 'Nobody's Tune' staat alweer een tijdje op mijn Ipod. Altijd lastig, een tweede plaat na een succesvol debuut. En Wouter Hamel is zo eigenwijs zelf alles te willen schrijven. Covers, daar doet ie, sinds hij de Young Sinatras verliet, vrijwel niet niet meer aan.
Niet alle liedjes zijn even gedenkwaardig op de nieuwe plaat. De productie is soms zo subtiel dat de begeleiding een dun, vaag laagje vormt onder de stem van Hamel. Het lijkt erop dat de jazzpolitie full time bewaking instelde in de opnamestudio, want jazzy wil het niet erg worden op 'Nobody's tune'.
Live klonken veel nieuwe liedjes, met een wat lossere, jazzy stijl vaak beter dan op de plaat. De backing-vocals die op de cd een beetje tuttig klinken zijn live veel leuker en pittiger. Op het podium worden ze verzorgd door de muzikanten, die soms wat ongemakkelijk met kopstem zingen. Sven Happel op de bas, Gijs Anders van Straalen op percussie, de oude getrouwen swingen er lekker op los.
Het toneelbeeld in de Goudse schouwburg was simpel maar doeltreffend, met een grootbeeldprojectie van kleine, overal verstopte webcammetjes.
De teksten van Hamel hebben niet veel diepgang. Nauwelijks noemenswaardige relatie-dingetjes, de hij of zij wordt gemist want ver weg of gehaat want weggelopen en het moet nooit meer zijn dan een affaire 'ín between' want iemands 'everything' wil hij niet worden.
Het zou interessant zijn als Hamel het aan zou durven om af en toe wat meer op diepgang en emotie te werken. Een liedje in de derde persoon, dat zou al schelen tegenover al die gesprekken die hij zingend niet met de zaal voert maar met die vage 'ander'. Bijna alles wat Hamel schrijft staat in de eerste of 2e persoon en dat geeft beperkingen in de impact van een verhaal.
Verstilling lukt hem goed, bij de ballad 'Amsterdam', laatste nummer op de cd en een van de toegiften. De uitsmijter was 'What I wouldn't give, to see you once again', een van de leukste liedjes op Nobody's Tune. We moesten meezingen, D. als overtuigende sopraan en mijn bariton ernaast, en we vonden het niet eens erg. Ach, wie zegt er nee als Wouter Hamel je met die golden retriever-ogen dat vraagt?