De overgang was aanzienlijk. Van de arcadische thema's uit het Engeland van Purcell, Blow en Locke op zaterdagavond naar de harde werkelijkheid van het leven in New York in de jaren '80 op zondagmiddag. De grachtengordel (en voor hen die dat betalen kunnen ook de bewoners van de sjieke buitengebieden rond de hoofdstad) was uit, deze zondagmiddag. Van modekoning Frans M., tot tv-dokter Sjoukje H., van legende Kees van K. tot tv-persoon Hanneke G. Onze beste spot was het duo Katja S. en Thijs R.
Allemaal in de Stadsschouwburg voor wat op dit moment the talk of the town is: Angels in America, het stuk van Tony Kushner in een regie van Ivo van Hove.
Het stuk is uit '86 en plaatst de hoofdfiguren in het tijdperk van Reagan, symbool voor een wereld van eigenbelang, winst en het recht van de sterkste. Aids is een belangrijk thema, naast geloof, etnische afkomst, ethiek, liefde en leven. De omschrijving in het programmaboekje van de persoon Tony Kushner is veelzeggend: homoseksueel, agnost, democraat, neo-socialist, Jood, politiek activist en essayist. Het lijkt alsof hij de rode draden van al die levensterreinen heeft gezocht en daar het verhaal op heeft gebaseerd.
Van de buitenkant, het kijken naar de celebs en elkaar in lichte opwinding op de hoogte brengen van de nieuwste spot in de foyer, naar de binnenkant duurde maar een paar minuten. Zo snel werd ik gegrepen door het verhaal en het acteerwerk op het podium. Geen doek, nauwelijks decor, snoeiharde muziek van Bowie en de nietsverbloemende dialogen van schrijver Tony Kushner.
Prior Walter, voormalig drag-queen heeft aids, net als de conservatieve advocaat Roy Cohn. Prior moet, verlaten door zijn vriend Louis, in zijn eentje vechten tegen het verval en de moedeloosheid. Cohn doet alles om zijn imago te redden en davert met zijn cellphone aan zijn oor van zijn kantoor naar het ziekenhuis waar hij een eigen voorraad AZT bij elkaar belt. De twee hoofdfiguren en de mensen om hen heen spreken een taal die nooit dubbelzinnig is, ze schelden, vechten, lijden en hebben lief met een rauwheid die soms hard aankomt. De karakters treffen in het stuk niet alleen hun omgeving maar ook engelen, en demonen uit het verleden met wie ze het gevecht aangaan. Advocaat Cohn wordt bezocht door Ethel Rosenberg, die hij achter de tralies kreeg.
De rauwheid van de thema's, de taal en de karakters komt ook terug in het toneelbeeld. Er staat een tafel met draaitafels en elpees van Bowie, er hangen tl-balken en op een enkel zwart scherm na kijken we naar de bakstenen muren van het toneelhuis van de Stadsschouwburg: kaal. Veel dialogen, die op zijn New Yorks hard en snel zijn, hebben óók humor. Op de een of andere manier vindt Kushner altijd een vorm om situaties met humor aan te kleden. Als advocaat Cohn zijn eenzame, gruwelijke aids-dood sterft zijn er met moeite twee mensen te vinden die voor hem Kaddisj willen zeggen. Het gaat in rap Hebreeuws, maar het eindigt na het 'we-al kol benee adam, we-iemroe amen' met een tweestemming en hartgrondig: 'klerelijer'.
Terug naar de kern, dat is de beweging die Kushner maakt in zijn stuk. Mensen die gebonden en gevormd zijn door hun plek in de wereld en de opvattingen die ze daar over hebben, moeten veranderen omdat de omstandigheden ze daartoe dwingen.
Hoewel er over het Amerika van Obama anders wordt gedacht, en in elk geval anders wordt gehoopt, dan over het Amerika van Bush en Reagan, is het stuk door zijn universele thema's en de sterke dialogen en karakters zeker niet gedateerd.
Maar het blijft dode tekst als die niet tot leven wordt gebracht door de acteurs. De rollen zijn volledig bezet door vaste acteurs van Toneelgroep Amsterdam. Hans Kesting, de advocaat Cohn, die voor zijn rol al eerder een Louis d'Or kreeg. Hij buldert, beukt en schmiert zich door zijn rol heen met grote energie, als gevreesd advocaat maar ook als aidspatient, gebonden aan een infuus-installatie. Fedja van Huet, als Louis, de ex van Prior, die tobbend door de wereld gaat. Barry Atsma, de breekbare mormoonse advocaat die moet kiezen en Hadewych Minis als zijn vrouw.
Zelden zoveel gelachen om zoveel treurigheid. Maar wat achterblijft na de marathon van 5 uur is het gevoel geraakt te zijn over de dingen die er toe doen in het leven. Acteur Fedja van Huêt zegt het zo in een interview: ‘De jaren ’80 lijken in veel opzichten heel erg op de huidige tijd. Opnieuw heerst er een heel kil, hard en individualistisch klimaat, het is weer ik-ik-ik en geld-geld-geld. Wat Kushner daar tegenover zet – het klinkt heel soft, dat weet ik – is medemenselijkheid en voor elkaar zorgen. Dat is de enige manier om te overleven in een harde stad, in een harde wereld. Daar geloof ik ook wel in.’