vrijdag 13 januari 2012

Gijsbrecht anno nu


Schouwburgdirecteur Jan Zoet, die de omroep in de foyer bediende bij het aankondigen van de voorstellingen gisteravond, zei het nogal kort en krachtig: 'De voorstelling in de Grote Zaal gaat zo beginnen, 020 in 010'.
In Rotterdam zal niet vaak een Gijsbrecht van Amstel opgevoerd zijn, maar deze week stond 'Het Toneel Speelt' met de Vondelklassieker een paar avonden in de Rotterdamse Schouwburg. Een traditie in Amsterdam van al 350 jaar, en met de laatste honderd jaar standaard met nieuwjaar in de Stadsschouwburg. In de jaren '60 van de vorige eeuw is die traditie verdwenen.

Ronald Klamer, de dramaturg, zegt het zo op de site van Het Toneel Speelt:
'Drie eeuwen traditie en vernieuwing werd toen met een nonchalant gebaar van tafel geveegd. Eind jaren zestig van de vorige eeuw gebeurde dat. Waarom? Omdat er iets stuk moest. En pas decennia later begint het besef door te dringen dat wat ooit is stukgemaakt, dat je dat niet zomaar terugkrijgt.  Daarom is de Gijsbrecht van Amstel spelen ook een daad tegen onverschilligheid. De vraag 'waar komen wij vandaan' is misschien toch een betere vraag dan de veelgestelde  'waar gaan we naar toe'. 

Meer dan drie eeuwen na dato klinkt de tekst oud, klassiek, ingewikkeld. Ik herinner me de fragmenten van Albert van Dalsum, met rollende rrrr en met het pathos dat toen hoorde bij toneelspelen. Ellen Vogel, in de jaren '60 een indrukwekkende Badeloch. Ze komen voorbij in het filmpje.


De vraag is: werkt het? De moderne vormgeving, de oude tekst, met jonge en zelfs piepjonge acteurs?
Het antwoord is ingewikkeld. Het is een prachtige voorstelling, alleen het initiatief verdient al grote lof. Maar de zinnen van Vondel zijn te lang, ze zitten soms in de weg en de driehoek van het spel van de acteurs, hun subtext en hun tekst is meestal niet congruent. Snelle beweging met zulke statige tekst, dat wringt toch. Soms won de tekst het, dan had je even de aandacht voor de schoonheid van Vondels taal. Soms won het spel, de emotie, de handeling. Dan viel de tekst bijna weg.

Carine Crutzen als Badeloch balanceerde mooi met de driehoek, Bart Klever deed dat prima. Mark Rietman was schor en soms te snel. De rijen waren prachtig, door een statige Marisa van Eyle. Zij nam echt de tijd, had een mooi tempo en had een rol waarin de tekst goed tot zijn recht kwam. De jonge acteurs beiden nog op de Toneelschool waren uitstekend: Reinout Scholten van Aschat en Leander de Rooij.
Als er niet wat klierderige scholieren achterin de zaal voor hun omgeving de avond aardig verpest hadden zou ik zeggen: verplichte cultuurhistorie voor iedereen onder de...eh......70.
De complete tekst van Vondel staat hier online.