Soms zijn het de details, die veelzeggend zijn. Bij het slotapplaus van de allerlaatste voorstelling van 'Bos Besik' staan alle spelers, orkestleden, dirigent en koorleden op het podium. Regisseur Cilia Hogerzeil wenkt iemand in de zaal, om ook naar het podium te komen en in het succes te delen. Die speciale gaste voorstellen, dat gaat niet lukken in het lawaai van het applaus. De regisseur maakt een snelle schrijfbeweging in de lucht, en zo weten we dat het om libretto-schrijfster Anne Vegter gaat. Een goede regisseur heeft altijd een idee voor een vorm om iets duidelijk te maken...
In de inleiding voorafgaand aan de voorstelling vertelde Cilia Hogerzeil hoe dit project tot stand was gekomen. Naast de fraaie culturele doelen bleek uit haar verhaal ook dat toevallige ontmoetingen in Turkije en elders tot het produceren van deze opera geleid hebben.
Niet makkelijk, samenwerken met een librettiste in Nederland, een Turkse zangeres in Berlijn en een componiste met een Koreaanse achtergrond die over de wereld reist. Daarnaast het formeren van het koor van 14 Dordtse amateurs, dat moest bestaan uit Nederlandse en Turkse vrouwen. Het overbruggen van tradities in zang en toonvorming bleek een hele klus.
Ondanks die amateurzangeressen die met gepaste trots op het podium stonden en danzkij wier deelname er meer Turkse Nederlanders dan meestal in de zaal zaten, was het zeker niet amateuristisch.
Het was, op 8 mei, de laatste voorstelling van deze productie in het Energiehuis, aan de rand van Dordrecht. De zaal van het Energiehuis is wel een meter of 15 hoog, en heeft de kale, industriële sfeer van videoclips uit de jaren '80 van pakweg Einstürzende Neubauten. Het is de verdienste van decorontwerper Robin van der Werff dat die grote, kille ruimte geschikt werd voor het dramatische verhaal van Bos Besik. Technisch moet waarschijnlijk alle licht en geluid ook speciaal in de kale ruimte worden ingehangen, maar dat was prima gelukt, inclusief boventiteling die je in tegenstelling tot in de Stopera hier wél vanaf alle zitplaatsen kon zien.
Ik had goede herinneringen aan 'De Waterman', de productie van vorig jaar van Hollands Diep uit Dordrecht. Dit was weer heel anders. Het oude volksverhaal uit het Taursugebergte vormde de basis voor een textuele bewerking door Anne Vegter, en de compositie van Seung-Ah Oh, van oorsprong uit Korea.
Bos Besik was al eens onderwerp van een zeer popualire speelfilm uit 1969 en leent zich heel goed voor opera, met alle drama, emoties en universele thematiek.
Goede solisten voor alle rollen, zoals Arnout Lems, vorig jaar in de Waterman een stijle gereformeerde huisvader, deze keer een gestyleerde magier. Ekaterina Levental, die al eens vaker op dit klog is genoemd, had een grote rol: de statige moeder van Nomad, een rol die ze met een grote voornaamheid neerzette. Recent afgetudeerd is deze mezzo hopelijk nog vaak te zien op de concertpodia in Nederland. Voor zover ik daar verstand van heb, voorspel ik een fraaie toekomst voor de uit Oezbekistan afkomstige Levental.
Romain Bischoff, van VocaalLAB, leidde het kleine orkest dat alle klankleuren voor dit verhaal in huis had. En als er nog ijlere klanken moesten zijn, waren de koorleden ineens voorzien van wijnglazen waarmee ze met een vinger draaiend extra geluid konden toveren.
De regie van Bos Besik is één van de elementen van de voorstelling die me zeer beviel. Cilia Hogerzeil verbeeldde een originele en kraakheldere visie op het verhaal en de beste manier om dat te vertellen. Mooie vondsten met licht en beweging.
Een relatief kleine productie, tenminste als je de focus neemt vanuit Bayreuth, The Met of de Stopera. Maar met net zoveel spanning, professionalitiet en impact als die grote operahuizen op het podium brengen. Waard om gezien en gehoord te worden.