Het is musical maar zonder de soms wat zware pathetiek van Phantom of the Opera en zonder het drama van Sunset Boulevard of Jesus Christ Superstar. Het is vooral swingen, er zijn visuele vondsten en woordgrappen, kortom, 'Joseph and the amazing technicolor dreamcoat' is zoals ze in het land van Baron Andrew Lloyd Webber zeggen, 'highly entertaining'. Als het dan geen klassieke musical is, mag het van mij wel een 'revusical' heten.
De originele productie stamt uit 1968, toen het bijbelverhaal van Joseph voor een school werd bewerkt tot musical door componist Lloyd Webber en schrijver Tim Rice. Nog niet belast door het succes van latere hits als Phantom, Jesus Christ Superstar, Cats en Aspects of love maakte het duo een hilarische, bijna cabareteske voorstelling met heel veel soorten muziek en dans.
Jason Donovan en Donny Osmond speelden de rol van Joseph in eerdere versies op West End, en vorig jaar ging de BBC in 'Any dream will do' op zoek naar een nieuwe Joseph. Het format van dat programma, al eerder gebruikt voor het vinden van een nieuwe Evita, werd door de Avro overgenomen en zo zochten we in Nederland afgelopen najaar naar een nieuwe Nederlandse Jospeh. Naast creatief is Lloyd Webber ook zakelijk nogal handig. Met zijn Really Useful Group verdiende hij een dikke 700 miljoen pond met alle producties en de rechten daarop. Interesant is dat het format van de 'Op zoek naar...'- programma's ook verkocht wordt door de Really Useful Group, zodat men winst maakt met het programma dat uiteindelijk weer uitgebreid reclame maakt voor de voorstellingen. Box office magic, kortom.
Een dag voor de premiere waren we in de Utrechtse Schouwburg. Benieuwd naar hoe Freek, de winnaar van de tv-wedstrijd het zou doen, hoe de vertaling van Martine Bijl zou zijn en hoe de productie, enigzins geplaagd door aanloopproblemen, eruit zou zien.
Nou ja, hier en daar ging er een dingetje mis, maar zang, dans en acteren waren op hoog niveau, de tekst zat vol grappen en vondsten en het geheel was hilarisch. Het orkest, met 20 musici, speelde de aanstekelijke muziek behoorlijk poppy. Deuntjes die na twee keer horen in je hoofd blijven zitten. Lloyd Webber gebruikte rock, reggae, soul, jazz, country en nog wat andere soorten muziek om onder het verhaal een swingend klanktapijtje te leggen.
Freek was als Joseph echt heel goed, speelde alle kleuren die voor de rol nodig zijn overtuigend, bijgestaan door nog 3 kandidaten van de Avro-zoektocht. Ze konden het niet laten, in een scene staan de 3 ex-Josephs met Freek op het podium, en dan volgt er een verwijzing naar het programma die voorspelbaar maar ook erg grappig is.
Stanley Burleson deed de choreografie, met pasjes die er behoorlijk veel en ingewikkeld uitzagen. Het zat geramd, met nog maar een klein aantal gespeelde voorstellingen.
De vertellers-rol, erg centraal in Joseph, werd in de filmversie uit 1999 gedaan door Maria Friedman, een in de UK zeer bekende actrice. Ik vond die rol enorm overtuigend en was benieuwd hoe de Nederlandse verteller, Renee van Wegberg het zou doen. Nou, een heel stuk minder. Renee kan goed en vooral hard zingen, maar ze loopt er in vooral het eerste deel bij als een Yolanthe-kloon in een Foxy Fashion outfit. Niet de dwars door het verhaal en de scenes heen wandelende verteller die extra kleur geeft aan het geheel.
De voorstelling zit vol met geinige vondsten, zowel in de tekst als in de decors en props. Zo hebben de zonen van Jacob allemaal een tas in de voorstelling, met hun naam erop en in een zeer herkenbare vormgeving die knipoogt naar de tassen van Bas en Dirk.