zondag 18 april 2010

Klassiek klassiek in het Concertgebouw

Na alle Bach, toneel, musical, opera en jazz was ik ineens toe aan een ouderwets concert in een nette zaal met beschaafd klassiek repertoire door een groot orkest, met graag enige bombast, romantiek en pathos. Zo kwam ik op een zonnige zaterdagmiddag in april in het Concertgebouw in Amsterdam terecht. De Zaterdagmatinee bood een geheel Russisch programma, met het Nederlandse Radio Filharmonisch Orkest dat onder leiding van gast-dirigent Vasily Petrenko stond. Petrenko, nog geen 35 geleden geboren in St. Petersburg, is een dirigent met een aardige staat van dienst. Tegenwoordig staat hij als chef voor het Royal Liverpool Philharmonic Orchestra en hij was al een aantal keer in Nederland te horen bij de Nationale Reisopera.Het eerste werk wan een Nederlandse premiere, Wings of the Wind, van de Russische componiste Victoria Borisova-Ollas. Ze woont in Zweden en heeft dus Russische roots maar, zo lazen we het in het programmaboekje: 'haar klantaal is niet specifiek Russisch(..) bij weinig westerse componisten hoor je zo'n bereidheid om beelden of literaire indrukken in klank te vertalen, zondat dat er een opzichtige systematiek aan te pas komt.'
We deden ons best en we hoorden ook niet echt een opzichtige systematiek, maar vooral welluidende, spannende muziek met soms stevige accenten, erg veel percussie en klanken van de wind.
In een ver verleden was ik bestuursvoorzitter van een gezelschap dat moderne muziek uitvoerde. Er werden vaak afspraken gemaakt met componisten die in opdracht werkten en meer dan eens deden we ons best een componist af te houden van het schrijven van partijen voor grote trommen, pauken en ander muziekgerei. Om heel prozaische redenen -de kosten van de huur van die instrumenten- hoopten we dat de componist genegen zou zijn zich te beperken tot het instrumentarium dat al aanwezig was, zoals piano, klarinet en cello. Een paar ferme tikken op een pauk konden per concert al extra kosten van een paar honderd euro opleveren.
Bij het Radio Filharmonisch mocht het wat kosten, er stond een flinke batterij slaginstrumenten op het podium.

Rachmaninov's Tweede pianoconcert werd gespeeld door de Rus Denis Matsuev. Hij is sterk betrokken bij het werk van de Rachmaninov Foundation, die het werk van de componist beheert. Je kon zien en horen dat hij het werk goed beheerste. Het concert kent een spannend begin waarin de pianist een aantal maten speelt voor dat het orkest inzet. Die maten stonden meteen goed en met een prettig soort vanzelfsprekendheid klonk dit uiterst romantische -of is het mierzoete- werk, waaruit popmusicus Eric Carmen zo ruim citeerde voor zijn hit 'All by myself'.
De kwalificatie is even juist als saai: mooi.
Na de pauze was er Prokofjevs Vijfde symfonie. Een behoorlijk recent werk, dat in 1945 onder de componist als dirigent in premiere ging. Hij wilde er 'de vrije, gelukkige mens' in bezingen, met al diens kracht, zuiverheid en ruimhartigheid. Resultaat was een nogal ondubbelzinnig werk, met grote kracht en stevige accenten, dat door het Concertgebouw gierde en donderde. Bijna alle delen werden besloten met een staand einde dat een enorme kracht gaf aan het werk.
We hadden in het café kunnen zitten, we hadden zelfs een gevecht om een terrasstoel kunnen aangaan, maar we waren deze middag in het Concertgebouw en we waren er tevreden mee.